RK kerk H Jozef - St Josephkerk
Niet in gebruik
Foto: Hans Vreeman
Draaiweg 44
Utrecht

Gemeente Utrecht
Utrecht

(Kerk)gebouw

Kerk gebouwd in 1900/01 naar ontwerp van G.A. Ebbers, leerling van Alfred Tepe, aan de Draaiweg. De kerk uit 1901 is een ‘Gesamtkunstwerk’, een gebouw waarin in- en exterieur met elkaar en met de omgeving verbonden zijn. Het interieur bestaat uit twee belangrijke elementen: uit atelier Mengelberg de glaskunst van Willem en Otto (1905-1932) en het altaar van Friedrich (1913); daarnaast het houtsnijwerk, lambrisering, koorbanken en zijaltaren van Steph Uiterwaal uit 1951. Het kerkgebouw is onderdeel van een breder ensemble van gebouwen, die de groei en ontwikkeling van stad en het katholiek leven representeren én uitdrukking zijn van artistieke vitaliteit.
Op 10 mei 1900 werd de eerste steen gelegd.
Toen de kerk op 25 februari 1901 werd geconsacreerd, was ze nog niet klaar. Het hoofdaltaar kwam in 1913 gereed. Schilder Poland voltooide in 1916 de kruiswegstaties.
In 1922 werd de kerk voorzien van elektriciteit.
De laatste kerkrestauratie vond plaats in 1997.
Ook Orthodoxe kerk Heilige Simon de Mirreschenker in deze kerk.
In 1989 waren er plannen de kerk te slopen, het onderhoud is niet meer te betalen.
In 1992 werd een onderhoudssubsidie toegekend waardoor de sloop niet door behoefde te gaan. De kerk is een gemeentelijk monument, het Friedrich Meyer-orgel is rijksmonument.
Op 13 maart 2016 is de laatste viering gehouden. 5 RK kerken zullen worden gesloten: de Jacobuskerk aan het Prins Bernhardplein, de Josephkerk aan de Draaiweg, de Dominicuskerk aan de Palestrinastraat, de Sint Antoniuskerk aan de Kanaalstraat en de Nicolaas Monicakerk aan het Boerhaaveplein.
Een werkgroep uit parochie en buurt van de Josephkerk zet zich in voor behoud en herbestemming van deze kerk.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Dijk, Peter van/Oost, Ger: Utrecht Orgelstad (1981)9*
Tijdschriften en andere uitgaves
brabants orgelrijkdom (2010)50, uitgave brabantse orgelfederatie
contactbrief voor kerkenverzamelaars 22(1989)20, 29(1993)22
het Orgel 9(1977)237-238
stichting Utrecht Orgelland: orgelfronten in de prov Utrecht (1850-1914)17-18* 25

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
RK kerk H Jozef - St Josephkerk Utrecht -

Orgelhistorie

b: voor UTRECHT RK Schuilkerk H Catharinakathedraal
o: 1902
b: Friedrich Bernard Meyer, Herford (D) tussen 1871 en 1875 voor BARMEN (thans Wuppertal) Evangelische Johanneskirche; het front bestaat uit drie vlakke spitsbogige velden, waarvan het middelste is verhoogd met een wimberg en de andere twee horizontaal zijn afgesloten, aan weerszijden zijn gedeelde overhoeks geplaatste torens toegevoegd. In de centrale wimberg een rozet met vierpas, de wimberg wordt geflankeerd door pinakels en is voorzien van hogels en een kruisbloem
r: ?? Lieblich Gedackt 8 van het Onderpositief door een Viola d'amore 8 (vanaf º) vervangen. Mogelijk is bij die gelegenheid ook een tremulant aangebracht
r: ?? In een latere fase verving met het tongwerk (vanaf cº) van het Onderpositief door een volledige Aeoline 8 en voegde men op een kantsleep een Vox coelestis 8 (vanaf cº) toe. Voor de bediening van de kantsleep gebruikte men de trekker van de tremulant.
- Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de tinnen frontpijpen gevorderd. Kort daarna is het orgel in verband met een ingrijpende renovatie van het kerkgebouw verkocht
o/r: Fa. J.J. Elbertse, Soest 1919/20; nieuwe frontpijpen; M/Pn II vp: Hw 11-Opos 9-Ped 5
De feestelijke inwijding van het ‘nieuwe’ orgel vond plaats op Eerste Paasdag 1920
- een jaar na de ingebruikname vond een eerste kleine ingreep plaats. Om de klankuitstraling van het Onderpositief te bevorderen, werd het paneelwerk van de onderkas aan de voorzijde uitgezaagd
r: Fa. J.J. Elbertse, Soest 1922; het orgel kreeg een windmotor. De windvoorziening, oorspronkelijk achter het orgel gelegen, onderging een enkele wijziging en vrijwel zeker werd het orgel op het bestaande oksaal verplaatst. Elbertse paste de windkanalen aan de nieuwe situatie aan en de oude magazijnbalg werd boven op het orgel geplaatst; de trapinstallatie verdween
r: Fa. J.J. Elbertse, Soest 1925/26; het orgel kreeg een nieuwe Trompet 8 (Hoofdwerk) en van de doorslaande Bazuin werden de bekers vervangen. Tevens werd op het Onderpositief een Hobo 8 toegevoegd op een aparte pneumatisch bediende lade.
r: Fa. J.J. Elbertse, Soest 1974; beperkt herstel. De tractuur van de in 1925 geplaatste Hobo werd weer verwijderd. De bijbehorende windlade en het pijpwerk waren sindsdien onder in de kas opgeslagen
r: Fa. Gebr. van Vulpen, Utrecht 2008/10; algehele restauratie: het instrument weer zoveel mogelijk in de oorspronkelijke toestand teruggebracht. De ontbrekende registers zijn gereconstrueerd en het orgel kreeg nieuwe tinnen frontpijpen; M II vp: Hw 12-Bov 7Ped 5
adviseur dr. A.A.M.J. van Eck namens de KKOR
De feestelijke ingebruikneming vond plaats op 30 mei 2010

Dispositie

1920 (Meyer/Elbertse):
Hoofdwerk (I)
Bordun 16, Holflaute 8, Gedackt 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Holflaute 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur IV, Cornet IV, Trompet 8
Positief (II)
Geigenprincipaal 8, Salicionaal 8, Gedekt 8, Flute-Travers 8, Viola d'amour 8, Aeoline 8, Vox Celestis 8, Flauto Amabile 4, Basson Hobo 8
Pedaal
Soubasse 16, Violon 16, Octaafbas 8, Violoncello 8, Posaune 16
 
2010 (Meyer/Van Vulpen):
Hauptmanual (I) C-f3
Bordun 16, Principal 8, Hohlflöte 8, Gedackt 8, Viola di Gamba 8, Octav 4, Hohlflöte 4, Quinte 2 2/3, Octav 2, Mixtur IV, Cornett IV, Trompete 8
Obermanual (II) C-f3
Gedackt 16, Geigenprincipal 8, Salicional 8,
Flöte Traverse 8, Lieblich Gedackt 8, Flauto Amabile 4, Oboe 8 (vanaf cº doorslaand), Tremulant
Pedal C-d1
Subbass 16, Violon 16, Octavbass 8, Violon 8, Posaune 16 (doorslaand)
Manualcoppel. Pedalcoppel
Calcant

Bronvermelding van bovenstaand orgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig
Laatste update: 2018-01-25 14:19:17