Hervormde Dorpskerk Clemens
In gebruik
Foto: Hans Vreeman
Uffelterkerkweg 1
Havelte

Gemeente Westerveld
Drenthe

(Kerk)gebouw

Op deze historische plaats werd rond 1200 een Romaanse kapel gebouwd. Hierbij werd gebruik gemaakt van kloostermoppen en zwerfstenen. Het dak was van riet. De kerk ligt halverwege de dorpen Havelte en Uffelte.
Vanwege de moeilijke bereikbaarheid van de parochiekerk te Steenwijk werd in 1300 door de deken van Steenwijk en de deken van Drenthe vergunning verleend om de bewoners van Hesselte (het oude dorp Darp), Hesselterveen (nu Nijeveen) en Uffelte voor de bouw van een eigen kerk. Het dorp Havelte bestond toen nog niet.
De bouw begon in 1310. Met behoud van het Romaanse karakter werden de muren van de kapel verhoogd en tevens verlengd tot ongeveer de huidige omvang. De kerk had drie gewelfvakken, ook wel traveeën genaamd. De kerk werd gewijd aan de heilige Clemens. Zowel in de noord- als in de zuidgevel zijn de wijdingskruizen nog zichtbaar.
Aan de westzijde werd in 1410 begonnen met de bouw van de toren.naar ontwerp van architect Johan die Werkmeister.
Rond 1450 werd het grootste deel van de Romaanse kerk voorzien van een gotische bovenbouw. Het koor werd vervangen door een overwelfd gotisch priesterkoor. Tussen het schip en het koor werd een forse triomboog gemetseld. Naderhand werd ook de kerk voorzien van gewelven.
In de toren bevindt zich een wijwaterbak. Deze werd in 1516 gebruikt door Gerardus van Wou te Kampen als smeltkroes voor het gieten van de torenklok.
Na de Reformatie werden omstreeks 1598 op gezag van de overheid de altaren en de beelden uit de kerk verwijderd. Herstelwerkzaamheden waren nodig als gevolg van de 80-jarige Oorlog, die in deze omgeving heeft gewoed van 1568 tot 1594. De leien op het dak werden vervangen door dakpannen.
In 1660 viel tijdens een hevige storm een deel van de toren op de kerk. De schade was enorm. Alle balken werden verpletterd. Er kwam in 1663 een andere preekstoel mogelijk van oudere datum gelet op de panelen met zogenaamde laatgotische Tudorbogen en de staande eikels. Ook de herenbanken moesten vervangen worden.
Onder de orgelgalerij staat de grafzerk van Johann Struuck en zijn vrouw. Struuck was de eerste schulte van Havelte van 1595 tot aan zijn dood in 1605.
Naast de preekstoel is een altaarsteen opgesteld, die reeds in gebruik was in de kerk van 1310. Het is een sarcofaagdeksel uit de 11e eeuw.
In het koor een herenbank van het geslacht Lindhorst Homan. Gedurende lange tijd waren de de bewoners van het landgoed "Overcinge".
Restauraties in 1920-1926 en 1960.
In februari 1992 is een begin gemaakt met de restauratie van deze kerk. De geplande uitbreiding was omstreden.
In de toren is in 1996 een chamadron aangebracht. Dat is een dubbele rij van 50 trompetten, die door middel van een klavier worden bediend. Het is een idee van het herstellen van de functie van de herauten. Udi de Wit, orgelbouwer te Nieuw Vennep, is de bouwer van het chamadron.
Kerkrestauratie in 2000/22.
Op 30 augustus 2002 werd de PKN-kerk weer officieel in gebruik genomen.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 52, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Tijdschriften en andere uitgaves
contactbrief voor kerkenverzamelaars 27(1992)16, 29(1993)19, 32(1994)5, 36(1996)26
de Mixtuur 82(1996)75-80 (3 foto's*)
groninger orgelagenda (2012)24
het Orgel 3(1985)107, 11(1995)387, 9(1996)28
kerkepadgids (1979)27

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Dorpskerk Clemens Havelte -

Orgelhistorie

b: Petrus van Oeckelen, Groningen 1819 (in samenwerkingsverband met J.W. Timpe) voor de Hervormde kerk - Abdijkerk aan de Brink te ASSEN; M I ap: Man 11 (met ouder materiaal van H.H. Freytag)
r: Matthias Martin, Groningen 1823; grote reparatie als er door een lekkage in het dak van de kerk regenwater in de windlade gekomen is
r: D.H. Lohman, Groningen 1834, kleine reparatie
r: G.W. Lohman, Groningen 1842/43; grote herstelling
o/r: ASSEN Ned Hervormde Grote of Jozefkerk op het Kerkplein Petrus van Oeckelen, Groningen 1847/48; Quint 6 ingekort tot Nachthoorn 4
r: Petrus van Oeckelen 1855; orgel uitgebreid met een tweede manuaal; M II ap: Man I 11-Man II 6
adviseur jhr S.W. Trip te Groningen 1854
o/r: Fa. L. van Dam, Leeuwarden 1896/97; Flageolet 1 en Holpijp 8 verwijderd, de Nachthoorn 4 werd een Quintadeen 8 met gebruikmaking van het bestaande materiaal. Alle sprekende frontpijpen werden door nieuwe vervangen
het orgel werd op 18 april 1897 in gebruik genomen met een bespeling door een familielid van Van Dam
r: in de 1920-er jaren werd in het kader van een kerkrestauratie het orgelbalkon zodanig verkleind dat de balgen op de gewelven moeten worden geplaatst
r: Mense Ruiter, Groningen 1941, onder advies van A. Bouman namens de Nederlandsche Klokken- en Orgelraad; de nog oorspronkelijke Mixtuur werd in de discant vernieuwd en van samenstelling veranderd, de frontpijpen werden met aluminiumverf tijdelijk opgefrist. De oude balgen moesten het veld ruimen voor een kleine nieuwe magazijnbalg
adviseur A. Bouman namens Ned. Klokken- en Orgelraad
- Aart van Beek en Rudi van Straten (medewerking onderzoek en opstellen restauratierapport in 1984)
r: Gebrs. van Vulpen, Utrecht 1984 (in regie voor Mense Ruiter) met als uitgangspunt de situatie van 1855. Reconstructie van de kas en windvoorziening naar de oude situatie bleef achterwege
adviseur Aart van Beek
r: Mense Ruiter Orgelmakers, Zuidwolde 1989; restauratie hoofdwerk-pijpwerk, mechanieken en klaviatuur
r: Mense Ruiter Orgelmakers, Zuidwolde 1992; bij de laatste restauratie bleek dat het orgel vrij veel pijpwerk van H.H. Freytag bevat. Hoogstwaarschijnlijk is ook de frontzijde van de huidige kas van Freytag; restauratie bovenwerklade en -pijpwerk en de orgelkas, het schilderwerk werd in eigen beheer ondernomen, de ongeveer 50 jaar oude verflaag van donkergroen en grijsbruin werd daarbij vervanderd in ivoor en lelieblank, afgezet met donker bordeaux-rood; M II ap: Hw 10-Bov 7
adviseurs vanaf 1985 Aart van Beek en Rudi van Straten namens Orgelcommissie NH-Kerk en O.B. Wiersma namens Monumentenzorg
ingebruikneming orgel op 20 november 1992
r: De Wit 1996; oplevering van een Chamadron, bestaande uit 50 Trompetpijpen (contra B-g3), vanaf cis1 repeterend naar tweegestreept octaaf. Electro-pneumatisch geregereerd en op 16 meter hoogte horizontaal opgesteld. Winddruk 185 mm.
Het Chamadron werd op 15 juni 1996 in gebruik genomen door Kees Roubos
r: 2013/14
adviseur Stef Tuinstra in samenwerking met de rijksconsulenten Rudi van Straten en Wim Diepenhorst
orgel op 24 mei 2014 weer in gebruik genomen

Dispositie

1819 (Van Oeckelen):
Manuaal C-f3
Bourdon 16, Praestant 8, Viool di Gamba 8, Holpijp 8, Quint 6, Octaaf 4, Roerfluit 4, Super Octaaf 2, Flageolet 1, Mixtuur III-IV, Trompet 8
Pedaal C-aº
aangehangen
Drie spaanbalgen
 
1854 (Van Oeckelen):
Manuaal C-f3
Bourdon 16, Praestant 8, Viool di Gamba 8, Holpijp 8, Salicionaal 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Quint 3, Super Octaaf 2, Mixtuur III-IV, Trompet 8
Tweede klavier C-f3
Prestant 16 discant, Holfluit 8, Nachthoorn 4, Fluit 4, Fluit 2, Flageolet 1, Dulciaan 8 (geres.
Pedaal C-aº
aangehangen
3 Blaasbalgen
Stemming gelijkzwevend, toonhoogte Orkesttoon
 
1992 (Van Oeckelen/Ruiter):
Hoofdwerk C-f3
Praestant 16 discant, Bourdon 16, Praestant 8, Salicionaal 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Fluit 4, Octaaf 2, Mixtuur III-IV, Trompet 8
Bovenwerk C-f3
Holpijp 8, Holfluit 8, Viola di Gamba 8, Nachthoorn 4, Fluit 4, Fluit 2, Dulciaan 8
Pedaal C-aº
Aangehangen
Koppeling bas, koppeling discant
Afsluiter Manuaal, afsluiter Bovenwerk

Bronvermelding van bovenstaand orgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig
Laatste update: 2018-06-02 11:58:11