Hervormde Nieuwe kerk - Abdijkerk hoofdorgel
In gebruik
Groenmarkt 1
Middelburg

Gemeente Middelburg
Zeeland

(Kerk)gebouw

In de Middeleeuwen waren er in Middelburg drie kerken: de Westmonster- of St. Maartenskerk, de Noordmonster- of St. Pieterskerk en de Oostmunster- of St. Nicolaaskerk (huidige Abdijkerk of Nieuwe kerk).
Eerste kerk gesticht in de achtste eeuw.
Het oorspronkelijk aan Maria gewijde Norbertijnerklooster (de latere Abdij) werd in de elfde of het begin van de twaalfde eeuw gesticht, mogelijk in 1122. Reguliere Kanunniken van Voormezeele. Het klooster ging in 1127 over naar de orde van de Premonstratenzers.
De belangrijkste toegang tot het besloten plein is de Balanspoort met een gewelfde dubbele doorgang met een zuil met kapiteel van Doornikse steen.
De gevel heeft een zogenaamd boogfries, waarboven vensternissen zitten met kruiskozijnen en luiken. Twee traptorens flankeren het poortgebouw.
Aan de zuidzijde van het plein liggen de verschillende abdijkerken, de Koorkerk, Middenkerk en Nieuwe Kerk, verder 16e eeuwse kanunnikenwoningen en de Munttoren, die toegang geeft tot een kloostergang waar van 1579 tot 1798 de Munt van Zeeland was gehuisvest. De bewoners werden Norbertijnen (Witheren) genoemd naar Norbert van Gennep.
De kloosterkapel is van oorsprong de kapel geweest van de beide Abdijkerken.
± 1240 bouw van Romaanse abdijkerk.
In 1266 wordt de abdijkerk tevens een parochiekerk.
In de loop van de 14e en 15e eeuw is deze oudste abdijkerk vergroot en veranderd met als resultaat dat uit één kerk twee kerken zijn gegroeid: één voor de kanunniken en één voor de parochianen (de koorkerk is de kerk van de kloosterlingen (zie: Gereformeerde kerk in Ned - koorkerk).
Het schip van de oude kerk werd een tweehallenkerk: de Nieuwe- of Oostmunsterkerk bestemd voor de parochianen. De Nieuwe Kerk was aan St. Nicolaas gewijd en ongeveer 21 meter breed.
De toren "Lange Jan" werd geplaatst tegen de zuidgevel van het koor, zodat de zon de schaduw van zijn spits deed strijken over het gehele klooster, 90 meter hoog.
Eerste beeldenstorm op 22 augustus 1566.
Het oorspronkelijk houten tongewelf is bij een grote brand op 24/25 januari 1568 ten gevolge van blikseminslag in de toren verloren gegaan. Het gehele interieur ging verloren op het kostbare altaarkleed van Jan Gossaert na.
Op 9 december 1570 werd de herbouw aanbesteed.
Tijdens het herstel konden de monnikken in de Barbarakapel terecht, de huidige Gasthuiskerk.
Overgave van de stad aan de troepen van Prins Willem van Oranje in februari 1574; de kerk werd toegewezen aan de Hervormden.
De katholieke geestelijkheid verlieten de stad, zij namen het altaarkleed mee naar Breda. Het kleed is in 1850 verworven door de Koninklijke Musea van Brussel.
Abdij en kerken na 1574 aangepast aan het wereldlijke bestuur - de Staten van Zeeland en in 1585 werd voor het eerst de naam Nieuwe Kerk gebruikt (daarvoor werd gesproken over Oostmunster- of Oude Kerk).
In de 19e eeuw werd het abdijcomplex sterk verwaarloosd.
In 1846 liet architect G.H. Grauss het interieur van de Nieuwe Kerk veranderingen ondergaan "erger dan brand en beeldenstorm", de gevel aan de Groenmarktzijde van een neogotische voorbouw voorzien.
In 1885 werd het gehele abdijcomplex (waaronder de Koorkerk) gerestaureerd door J.A. Federiks.
Omstreeks 1905 werd deze voorbouw verwijderd, maar tot herstel van het interieur is men tot 1940 niet gekomen.
Bij het stadsbombardement van vrijdagmiddag 17 mei 1940 is de Nieuwe Kerk met het abdijcomplex geheel vernield. De restauratie en inrichting van de Nieuwe kerk dateert van rond 1950.
De totale restauratie duurde bijna 25 jaar onder leiding van architect prof ir J.F. Berghoef en ir H. de Lussanet de la Sablonière.
In de loop van 1996 besloot de kerkenraad van de Nieuwe Kerk tot renovatie en herinrichting van het gebouw. De oude kerkbanken maakten plaats voor stoelen van hardsteen en edelstaal. De preekstoel, wel eens "de kip op hoge poten" genoemd, is verwijderd. De preekstoel en de avondmaalstafel werden vernieuwd. Stuc- en voegwerk vroegen herstel in verband met optrekkend zout, de oude tegelvloer werd vernieuwd. Het verwarmingssysteem was verwerkt in de banken en werd vervangen om een flexibeler opstelling van stoelen mogelijk te maken. De in het atelier van Joop van Litsenburg in Amsterdam gerestaureerde orgelluiken kregen hun oorspronkelijke glans weer terug door een grondige restauratie.
Rond 2000 was de renovatie gereed. Het gebouw kreeg een multi-culturele functie.
In 2007 werden de ramen van nieuw glas-in-lood voorzien.
PKN-kerk.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig

Hoofdorgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Nieuwe kerk - Abdijkerk hoofdorgel Middelburg -

Orgelhistorie

b: Jan Roose, Middelburg vóór 1668; een of meerdere orgels
de orgels werden vermoedelijk bij de grote kerkbrand in januari 1668 verwoest
b: Jan Roose, Middelburg tussen 1507 en 1603 (1597), orgelkas van schrijnwerker Tieleman Geerbrant
nadat hij genoodzaakt was zich terug te trekken wegens blindheid, werd het orgel voltooid door Johan Morlett II te Arnhem 1603
orgel gekeurd door Jan Pieterszoon Sweelinck te Amsterdam in 1603; zijn oordeel was gunstig
r: Rugwerk uitgebreid met 3 registers, de orgelkas werd verbreed door Tieleman Geertbrant en een hemel werd boven het orgel aangebracht
r: Nicolaas van Hagen 1656/57, na beschadigingen
na een keuring door Johannes van Noord, organist van de Oude Kerk te Amsterdam, werd het orgel opnieuw in gebruik genomen
r: Jacob Cools, Rotterdam 1704/08, binnenwerk vernieuwd, de luiken werden beschilderd, de orgelkas werd verbreed, geschilderd en verguld en er werd nieuw snijwerk aangebracht; M II vp: Hw 11-Rw 7-Ped 5
in 1712 is het orgel beschadigd bij het afbranden van de toren en de Koorkerk na blikseminslag
r: A. Duyschot 1713
r: Thomas en Peter Weidtmann II voor 1740/50
r: Ludovicus de Backer, Middelburg 1754; enige werkzaamheden
r: Johannes van Overbeek, Middelburg 1769 uitbreiding met enkele registers; M II vp: Hw 12-Rw 9-Ped 6
adviseur de Middelburgse regent Daniël Rademacher
r: J.P. Künckel, Rotterdam 1788; Bazuin vernieuwd
r: Frederik van der Weele, Middelburg 1789, beide klavieren vernieuwd
r: Frederik van der Weele, Middelburg 1813 en 1829; reparaties
orgel in 1861 gesloopt
b: W.H. Kam, Rotterdam 1859/61; gebouwd tegen de westmuur, speeltafel vanuit de kerk gezien gesitueerd aan de rechterzijde; M II vp: Hw 13-Bw 8-Ped 7
r: begin 20e eeuw; registers gewijzigd; M II vp: Hw 12-Bov 8-Ped 7
het Kam-orgel is bij het bombardement op Middelburg op vrijdagmiddag 17 mei 1940 geheel verloren gegaan
b: Fa. Willem van Leeuwen, Leiderdorp 1954, in kas Johannes Duyschot 1693 voor AMSTERDAM Oude Lutherse Kerk; M III vp: Hw 12-Rugpos 10-Bov 10-Ped 8
orgel in gebruik genomen op 24 mei 1954, ingespeeld door Jan Rijn
r: Fa. Willem van Leeuwen, Leiderdorp 1966; orgel herzien, zowel de mechaniek als de intonatie
r: Flentrop Orgelbouw, Zaandam 2004; grote onderhoudsbeurt; M III vp: Hw
adviseur prof dr Albert Clement
ingebruikname orgel op 28 augustus 2004
generale stemming 2005

Dispositie

± 1708:
Hoofdwerk C-c3
Prestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Fluit 4, Octaaf 2, Mixtuur IV-VII bas/discant, Cornet VI discant, Scherp IV-VII bas/discant, Vox humana 8, Trompet 8 bas/discant, Tremulant
Rugwerk C-c3
Holpijp 8, Prestant 4, Roerfluit 4, Octaaf 2, Quint 1 1?3, Mixtuur IV, Sesquialter III discant, Tremulant
Pedaal C-c1
Bourdon 16, Prestant 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Trompet 8
Koppel Hoofdwerk-Rugwerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk
 
1769:
Hoofdwerk C-c3
Prestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur IV-VII bas/discant, Cornet VI discant, Scherp IV-VII bas/discant, Vox humana 8, Trompet 8 bas/discant, Tremulant
Rugwerk C-c3
Holpijp 8, Quintadeen 8, Prestant 4, Roerfluit 4, Octaaf 2, Quint 1 1?3, Mixtuur IV, Sesquialter III discant, Dulciaan 8, Tremulant
Pedaal C-c1
Bourdon 16, Prestant 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Bazuin 16, Trompet 8
Koppel Hoofdwerk-Rugwerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk
 
1861:
Hoofdwerk C-f3
Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Gedekt 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur III-IV, Cornet VI discant, Fagot 16, Trompet 8, Echo-Trompet 8
Bovenwerk C-f3
Prestant 8, Holpijp 8, Baarpijp 8, Viola di Gamba 8, Roerfluit 4, Salicet 4, Woudfluit 2, Vox Humana 8
Pedaal C-f1
Prestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Bazuin 16, Trombone 8
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk
 
1885 (volgens van ’t Kruijs):
Hoofdmanuaal
Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Gedakt 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur III-IV, Cornet VI, Fagot 16, Trompet 8, Echo-Trompet 8
Bovenmanuaal
Prestant 8, Holpijp 8, Baarpijp 8, Viola di Gamba 8, Salicet 4, Roerfluit 4, Woudfluit 2, Vox Humana 8
Pedaal
Prestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Bazuin 16, Trombone 8
Koppelingen
Afsluitingen, Ventiel
 
begin 20e eeuw:
Hoofdwerk C-f3
Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Gedekt 8, Salicionaal 8, Octaaf 4, Fluit 4, Octaaf 2, Mixtuur III-IV, Cornet VI discant, Fagot 16, Trompet 8, Basson-Hobo 8
Bovenwerk C-f3
Prestant 8, Holpijp 8, Voix Celeste 8, Viola di Gamba 8, Roerfluit 4, Salicet 4, Woudfluit 2, Vox Humana 8
Pedaal C-f1
Prestant 16, Subbas 16, Violoncel 16, Octaaf 8, Octaaf 4, Bazuin 16, Trombone 8
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk
 
1954:
Hoofdwerk C-g3
Quintadeen 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Nachthoorn 4, Spitsquint 2 2/3, Octaaf 2, Mixtuur V-VIII, Cimbel IV, Trompet 16, Trompet 8, Klaroen 4
Rugpositief C-g3
Holpijp 8, Quintadeen 8, Prestant 4, Speelfluit 4, Octaaf 2, Gemshoorn 2, Quint 1 1/3, Scherp III-VI, Sesquialter III, Dulciaan 8, Tremulant
Bovenwerk C-g3
Baarpijp 8, Spitsgamba 8, Fluit 4, Roerquint 2 2/3, Vlakfluit 2, Sifflet 1, Tertscimbel III, Trompet 8, Vox Humana 8, Trompet 4, Tremulant
Pedaal C-f1
Prestant 16, Octaaf 8, Octaaf 4, Ruispijp IV, Bazuin 16, Trompet 8, Cornet 4, Zink 2
Koppels: Hoofdwerk-Rugpositief, Hoofdwerk-Bovenwerk, Rugpositief-Bovenwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Rugpositief
 
2004:
Hoofdwerk C-g3
Quintadeen 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Nachthoorn 4, Spitsquint 2 2/3, Octaaf 2, Mixtuur V-VIII, Cimbel IV, Trompet 16, Trompet 8, Klaroen 4
Rugpositief C-g3
Holpijp 8, Quintadeen 8, Prestant 4, Speelfluit 4, Octaaf 2, Gemshoorn 2, Quint 1 1/3, Scherp III-VI, Sesquialter III, Dulciaan 8, Tremulant
Bovenwerk C-g3
Baarpijp 8, Spitsgamba 8, Fluit 4, Roerquint 2 2/3, Vlakfluit 2, Sifflet 1, Tertscimbel III, Trompet 8, Vox Humana 8, Schalmey 8, Tremulant
Pedaal C-f1
Prestant 16, Octaaf 8, Octaaf 4, Ruispijp VI, Bazuin 16, Trompet 8, Cornet 4, Zink 2
Koppels: Hoofdwerk-Rugpositief, Hoofdwerk-Bovenwerk, Rugpositief-Bovenwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Rugpositief, Pedaal-Bovenwerk
Foto: Hans Vreeman

Bronvermelding van het hoofdorgel

Boeken
Bouman, mr A.: orgels in Nederland (1943)48 foto 15*; uitgave Allert de Lange, Amsterdam 1943
Brouwer: orgelluiken in Ned 27 29 afb. 34* 30 afb. 35* 34 afb. 41* afb. 43* 35 36 37 38 afb. 43* 40 64 afb. 85* 65
Brouwer: sleutelstad-orgelstad 39 41
Gierveld: het ned huisorgel in de 17e en 18e eeuw 24 100
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)41 91 123 159 172
Jongepier, Jan: langs nederlandse orgels III 15, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Kluiver, dr J.H.: hist orgels in Zeeland I 56 II 30 42 45 50 58-68 82 85 101 113 116 122 n 19 107 8* 9a/e*
Kruijs, M.H. van 't: disposities der verschillende orgels (1885)55, uitgave Frits Knuf, Amsterdam 1972
Luteijn, A.C.M.: de orgelpijp uit (1976)73*; Bosch & Keuning, Baarn
Oost/Wisgerhof: er staat een orgel 100
Zuurdeeg, J.P.B.: kerken op Tholen en Sint-Philipsland 4
Tijdschriften en andere uitgaves
250 jaar orgelmaker Vermeulen 37?
Orgels in Zeeland
contactbrief voor kerkenverzamelaars 40(1998)32, 41(1999)36, 43(2000)40
de Mixtuur 26(1978)627, 34(1981)132, 38(1982)320, 53(1986)150 151*, 80(1995)1009, 82(1996)58
de Orgelvriend 4(1976)6*, 12(1980)1* 26
het Orgel 7/8(1955)92* 98/99, 11(1963)198-199 203*, 11(1966)305, 5(1968)146
kerkepadgids (1980)27
Laatste update: 2018-07-11 16:48:29