Hervormde Grote of St Nicolaaskerk
In gebruik
Kerkplein 3
Brouwershaven

Gemeente Schouwen-Duiveland
Zeeland

(Kerk)gebouw

In de nederzetting Brouwershaven gelegen aan een zeedijk en haven was geen plaats voor een grote kerk.
De kerk werd even buiten het dorp gebouwd ten zuidwesten van de stad, gewijd aan de apostelen Petrus en Paulus.
De kerk is later aan St Nicolaas gewijd.
± 1325 bouw van een schip van zes traveeën en een (ouder) koor. De kerk is een voorbeeld van een overgangsvorm van Schelde-gotiek naar Brabantse gotiek, thans een drie-beukige pseudo-basiliek met dwarsschip en koor.
Sinds 1400 heeft een ware gedaantewisseling plaats gevonden: koor en zijkapellen werden afgebroken, er verschijnt een groot opgezet driezijdig gesloten koor voorzien van een overwelfde omgang met straalkapellen. Een breed transept vormde de schakel met het schip. Het koor, koorkapellen en dwarsschip zijn uit begin van de 15e eeuw
Geleidelijk werd het schip de middenbeuk van een driehallenkerk, zuidbeuk tot stand in het begin van de 16e eeuw en de noordbeuk na 1550.
Het dak van het oude schip werd hergebruikt en omhoog gebracht.
Na de bouw van een zuidportaal, een westportaal, een doopkapel en een nieuwe sacristie was de kerk omstreeks 1550 voltooid.
Schip inwendig 11,76 meter breed. Prachtige houten kap van het schip. Koor en transept hebben houten tongewelven uit de tweede helft van de 15e eeuw.
De 16e eeuwse consistoriekamer heeft een fraai stergewelf. In de koorsluiting zijn in de voet van het tongewelf twee beelden aangebracht van Jacobus Maior en van Nicolaas aan wie de kerk haar naam ontleent.
De avondmaalstafel met bijbehorende banken uit 1600.
Het westportaal was bedoeld om vervangen te worden door een "sluis" met een te bouwen toren, dit is niet gebeurd.
Twee kaarsenkronen zijn uit 1644.
Het vieringstorentje uit de 17e eeuw is meermalen vernieuwd en vervangen.
In 1576 ging de stad over naar de Oranjegezinden.
De rococo-preekstoel dateert uit 1773.
De kap boven het orgel werd in 1774 aangebracht en werd beschilderd door L. Deegen. De kap had meer een beschermende als acoustische functie, omdat het dak van de kerk nogal eens in slechte staat verkeerde.
Zilveren doopbekken uit 1786. Avondmaalszilver uit de periode 1679 en 1786. De voorlezersbank, het doophek en de herenbanken zijn ook uit die tijd.
Banken rond de pilaren uit 1779.
Vele oude grafzerken, waaronder een steen van de moeder van Jacob Cats en de familie van Borsele.
Kerkrestauratie van 1883 tot 1893.
Tengevolge van de Watersnoodramp van 1953 blijft het problematisch de vloer van de kerk egaal en vlak te houden.
Een zeer noodzakelijke restauratie in 1956/67 onder leiding van architect ir H. de Lussanet de Sablonière.
Kerk en orgel werden op 4 september 1968 weer in gebruik genomen.
In de zomer van 1985 is men begonnen met een omvangrijke restauratie.
In december 1990 is een begin gemaakt met de restauratie van de binnen- en buitenmuren en de houten kap van de kerk.
De oplevering was op 7 juni 1994. Op 8 juni 1994 is, in aanwezigheid van H.M. koningin Beatrix, de kerk weer in gebruik genomen.
Tengevolge van de Watersnoodramp van 1953 blijft het problematisch de vloer egaal en vlak te houden. Rollaters en naaldhakken blijven nu niet meer klem zitten.
Op zaterdag 12 mei 2007 is de kerk weer in gebruik genomen.
Van de oude kerk is niet alleen de plattegrond bekend, maar ook de kapconstructie en hoogte.
PKN-kerk.
De kerk wordt behalve voor kerkdiensten ook gebruikt voor muziekuitvoeringen en exposities.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Bos, Han: Geschiedenis en restauratie van het Ibach-orgel in Bergen op Zoom (2011)44*
Brouwer: orgelluiken in ned 7 12 afb. 9* 20 22 23 66
Harst, Hans van der: langs nederlandse orgels IV 9 11 68* 76*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Jongepier, Jan: langs nederlandse orgels III 11, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Kluiver, drs J.H.: historische orgels in Zeeland I 45 n6 III 95-100 105 163 1a/c*
Loon, van: zeeland magazine 3(1977)1* 5-8*
Martijnse: brochure Orgel Grote of Janskerk Schiedam 6 7
Nelissen: foto K 3*, de Mixtuur Schagen
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)123 124, Fryske Akademy Leeuwarden 2003
Tijdschriften en andere uitgaves
Orgels in Zeeland
contactbrief voor kerkenverzamelaars 15(1986)22, 30(1993)38, 33(1995)29, 58(2007)39
de Mixtuur 11(1973)214, 78(1994)918
de Orgelvriend 1(1975)1*, 8(1979)6-7*
het Orgel 9(1960)179* 183, 9(1967)219, 3(1968)76, 6(1968)163*, 7/8(1980)254-255, 2(1988)85*, 1(1995)21
kerkepadgids (1980)80, (84)69-70*
orgels in Ned 35

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Grote of St Nicolaaskerk Brouwershaven -

Orgelhistorie

b: Hendrik Niehoff (± 1495-1561), 's Hertogenbosch 1557; kas gemaakt door de schrijnwerkersfamilie Adriaan (of Jan) Schalken die samenwerkte met de Niehoffs
de Rugwerkkas heeft een aan de laatgotiek ontleend hanggewerf
- de orgelluiken zijn uit 1557
- het orgel moest vanaf 1576 zwijgen
- ± 1589 is het orgel weer in gebruik genomen
r: Jan Roose 1588/89; herstelling
- het eerste orgel wat voor niet-kerkelijke doeleinden in 1588 weer in gebruik werd genomen
r: Anthony Verbeeck, Middelburg 1616; reparatie
r: Jan Jacobsz. en Cornelis Jansz. van Lin, Utrecht 1626/28; werkzaamheden, nieuw register
r: Johannes Pistorius, Middelburg 1658; reparatie
r: Roelof Barentsz. Duyschot 1680, herstelling
r: Hendrick Pescheur, Antwerpen 1727/28; plaatsing nieuwe balg en nieuw register
- in 1744 werd wegens de slechte toestand van het kerkdak een beschermende kap boven het orgel aangebracht, de luiken, die het instrument getuige de nog aanwezige scharnieren oorspronkelijk had, zijn waarschijnlijk in 1746 weggenomen
r: Jacobus Robbers, Sluis 1746; grote reparatie, nieuwe laden en mechaniek
- disp. 1879: M II ap: Hw 10-Rw 8
r: Frederik en Johannes van der Weele, Middelburg 1826; grote reparatie; M II ap: Hw 10-Rw 8
- in 1891 rukte een zware storm het dak van het tegen de westmuur aangebouwde orgelhuis af, waardoor de daarin ondergebrachte balgen onbruikbaar werden en het orgel onbespeelbaar werd
o: AMSTERDAM Rijksmuseum 1892 op voorstel van de Rijksbouwmeester Cuypers, kas met frontpijpen. Het binnenwerk werd gesloopt
- op initiatief van een aantal gemeenteleden onder leiding van notaris J. van der Bent, die zich fel tegen de verkoop van het orgel had verzet, werd de orgelkas al in 1901 op basis van bruikleen door het Rijksmuseum weer afgestaan en teruggeplaatst .
b: Fa. Maarschalkerweerd te Utrecht 1901; nieuw pneumatisch orgel met twee manualen in de oude kas; Pn II vp: 10 registers
r: Fa. Standaart, Schiedam 1928; herstelling
- na de Watersnoodramp in 1953 werd het instrument afgekeurd in verband met de invloed van het zoute water en de vochtige atmosfeer in het gebouw
- bij het begin van de kerkrestauratie in 1958 werd het instrument gedemonteerd, kas en frontpijpen werden bij de Gebr. van Vulpen te Utrecht opgeslagen, het overige pijpwerk is waarschijnlijk gesloopt
b: Gebrs. van Vulpen, Utrecht 1967/68; nieuw Rampenfonds-orgel in bestaande vroeg-renaissancekas uit 1557 op de oorspronkelijke lokatie; de kas met de oude frontpijpen werd onder Monumentenzorg gerestaureerd, de orgelluiken zijn niet opnieuw aangebracht; M I ap: Man 10
r: Gebrs. Van Vulpen, Utrecht 1979/80; Rugwerk toegevoerd in de oude rugwerkkas; M II ap: Hw 10-Rw 9
de opdracht is in 1978 verleend
r: 2018

Dispositie

1557 (Niehoff):
Hoofdwerk contra F-g2 a2
Rugwerk F-g2 a2
 
1879:
Hoofdwerk C-f3
Prestant 16, Prestant 8 basc./discant, Bourdon 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur IV, Sesquialter II, Trompet 16
Rugwerk C-f3
Prestant 8, Prestant 8 discant, Holpijp 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Flageolet 1 1/3, Tertiaan, Cornet IV discant
Pedaal F-a bº
aangehangen
 
1901 (Maarschalkerweerd):
Manuaal I C-f3
Bourdon 16, Prestant 8, Octaaf 4, Doublet 3-2, Cornet V discant, Trompet 8
Manuaal II C-f3
Holpijp 8, Gamba 8, Flute Dolce 4
Pedaal C-d1
Subbas 16 (tr.)
 
1968 (Van Vulpen):
Manuaal C-f3
Prestant 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur V-VI 1 1/3, Scherp IV 2/3, Trompet 8
Rugwerk C-f3
gereserveerd
Pedaal C-d1
aangehangen
Koppel Pedaal-Hoofdwerk
Stemming: evenredig zwevend, Toonhoogte: a1 = 440 Hz
 
1980 (Van Vulpen):
Hoofdwerk C-f3
Prestant 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur V-VI, Scherp IV, Trompet 8
Rugpositief C-f3
Prestant 8 (C-F in Holpijp), Holpijp 8, Octaaf 4, Fluit 4, Octaaf 2, Woudfluit 2, Sesquialter II, Scherp IV, Vox Humana 8, Tremulant
Pedaal C-d1
aangehangen
Koppelingen: Hoofdwerk-Rugwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Rugwerk
Stemming: evenredig zwevend, Toonhoogte: a1 = 440 Hz

Bronvermelding van bovenstaand orgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig
Laatste update: 2018-06-06 15:36:27