Hervormde kerk Maria Magdalena
In gebruik
Kerkplein 1
Maasland

Gemeente Midden-Delfland
Zuid-Holland

(Kerk)gebouw

Kerk gesticht in ± 725 dicht bij de rivier ten westen van het tegenwoordige Maassluis.
In 1164 waren er overstromingen in het gebied rond de maasmond. De kerk werd vernield.
Het terrein van de verlaten burcht wordt aangewezen om een nieuwe kerk te bouwen.
Nieuwe kerk gebouwd in 1241, de kerk werd door de Hollandse graaf aan de ridderlijke Duitse Orde te Utrecht geschonken.
In 1247 is de naam Maria Magdalena aan de kerk toegekend.
Tussen 1572 en 1576 hebben Geuzen en Spanjaarden in Maasland huisgehouden. Na de Reformatie in 1567 kwamen de Gereformeerden in bezit van de kerk.
De westtoren is aan het eind van de 14e eeuw gebouwd.
Nieuwe kerk gebouwd in de 15e eeuw. Laat-gotische kerk; schip en zes traveeën, een gesloten smaller en iets hoger koor en langs de toren doorgetrokken noordbeuk van acht traveeën uit de 15e of begin 16e eeuw.
De sacristie is uit dezelfde tijd als het koor.
In 1620 kwam een nieuwe kap in de zuidbeuk en werden een aantal glazen vernieuwd.
In 1662 maakte klokkengieter mr Jan Parijs een nieuwe luidklok.
In 1671 kwam kerkelijke zelfstandigheid voor de Rooms-Katholieken.
In 1712 zijn de zilveren bekers - tot gebruik van het heilig avondmaal - uit de kerkekast gestolen.
Een Ordonnantiebord uit 1724.
In 1758 schenkt Ary Klaasz. Valkenis een aanvulling op het incomplete avondmaalservies: een grote zilveren schotel met broodschalen en schenkkannen.
In 1770 is een catechisatiekamer en een door drie achthoekszijden gesloten kapel aangebouwd. Thans als portaal in gebruikt.
de ingangspartij onder de toren is van 1770
Ten zuiden van de toren is een brandspuithuis en tegen de oostwand een vuurhuis.
In 1770 een vernieuwde ingang in de toren.
Het gebouw is gedekt door zadeldaken, één over het schip, één hoger over het koor en één over de beuk.
De galmgaten in de toren zijn in later tijd bijna 1 meter verlaagd.
Het plafond van het schip bestaat uit een houten tongewelf, het koor heeft een gotische gewelfbeschieting. De kapkonstruktie is van eikenhout, voor de beschieting is vurenhout gebruikt.
De lezenaar is in 1773 vervaardigd.
De torenspits is in 1802 vernieuwd. De toren helt lichtelijk naar het westen over.
Het schip en de beuk zijn inwendig gescheiden door achtkantige pijlers met lijstkapitelen.
De vensters in de zuidwand van het schip zijn in de 19e eeuw gemoderniseerd.
Het koor heeft thans acht beglaasde, en aan de kant van de voormalige sacristie twee gedichte vensters.
In 1837 sluiten vijftien zielen zich aan bij de "Afgescheidenen" te Noordwijk aan Zee.
Op 11 oktober 1850 schenken Arend Noordam en echtgenote Maartje van der Ley een zilveren doopsbekken aan de kerk.
1851 de christelijke afgescheidenen tot de gemeente bevestigd
In 1868 werd de oude pastorie vervangen door een nieuwe pastorie.
In 1888 de Doleantie.
De klokken uit 1493 en 1662 werden door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog gevorderd.
Op 18 juni 1945 brand in de kerk door lichtkogels van enkele jongelui. De oude koorafscheiding, de uit 1635 daterende preekstoel met renaissance doophek en het grootste gedeelte van de eikenhouten banken zijn verloren gegaan. De deur van het doophek en verscheidene borden zijn gered. Toren en kerk brandden goeddeels af. Ook de kroonluchters konden worden gered.
Vanaf 1 juni 1949 tijdelijke kerk in de noordbeuk tot 1954. De kerk is op 18 juni 1954 weer in gebruik genomen.
Herbouw en restauratie in 1947/54 onder leiding van architect A. van Essen uit Voorburg. De restauratie is uitgevoerd door Fa. D. Huurman te Delft.
Vier jaar heeft de gemeente gastvrijheid genoten in de Gereformeerde kerk.
Meubilair uit andere kerken: 17e eeuwse banken, kansel, koorhek en koperen kronen uit de in 1951 gesloopte kerk van Graft.
In de achterwand van het koor drie hoog opgaande ramen. Het middelste is voorzien van gebrandschilderd glas van glazenier Dirk Boode uit Delft. In de beglazing van het schip en koor is voor een deel gebruik gemaakt van glas uit de afgebroken hervormde kerk te Graft.
Het orgel en de galerij komt uit de Nicolaïkerk te Utrecht.
De preekstoel stond voor de brand in het midden tegen de zuidwand, na de restauratie is de preekstoel geplaatst op de afscheiding van schip en koor aan de zuidzijde. De consistorie uit 1780 is verwijderd. De sacristie - weesarm-meesterkamer - is in oude luister hersteld.
Het "stovenhok" evenals het brandspuithuis zijn niet meer teruggekomen.
In de toren drie klokken.
Drie borden met de namen van alle predikanten sinds 1576 en ordonnantie van de graven en gravenmakers in de kerk uit de 17e eeuw in de noordbeuk.
PKN-kerk.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Gierveld: 250 jaar Hinsz-orgel Leens 25
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)287
Hess 34
Jongepier, Jan: langs nederlandse orgels III 22, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Kriek/Zandt: organum novum 47
Moerman: de oude dorpskerk van Schipluiden in "Midden-Delfkrant" 4(1983)15 - 17 (6 foto's)*
Oost, Ger/Wisgerhof, Bert: er staat een orgel 88
Tijdschriften en andere uitgaves
de Mixtuur 20(1977)420 423 442, 34(1981)123 132
de Orgelvriend 9(1976)30-31, 7/8(1978)31, 7(1979)24-28**
de orgelmaker Witte 67
eredienstvaardig 5(1985)249*
het Orgel 3(1954)41, 10(1968)257-258, 9(1972)225, 2(1974)49, 6(1979)229-230
het Orgelblad I(1958)164
kerkepadgids (1983)59-60*
maasland hervormde gemeente (1983) 25 foto's*
orgelnieuws Verschueren kerstmis(1972)
publicam documentaties Hilversum: foto H 2*, de Mixtuur Schagen

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde kerk Maria Magdalena Maasland -

Orgelhistorie

- de kerkmeesters hebben in 1723 eerst onderhanderd met Johannes Duyschot te Leiden, de adviseur was Cornelis Schol te Delft
b: Rudolf Garrels, Leiden 1724/25, het ontwerp is van Andreas Egbertus Veldcamps (1686-1741); M II ap: Hw 10-Bov 8
het contract is op 3 maart 1724 getekend
het orgel is op 18 februari 1726 gevisteerd door Veldcamps, organist te 's Gravenhage
in 1727 is het orgel in gebruik genomen
b: Wander Beekes, Utrecht 1833; met materiaal vorig orgel en oud front; M II ap: Hw 10-Bov 9
r: L. van de Brink, Amsterdam voor 1865
r: Fa. A. Standaart, Schiedam 1907/08; vernieuwing mechaniek
b: Fa. A. Standaart, Schiedam 1913; inwendige vernieuwing in oude kas
r: Fa. A. Standaart, Schiedam 1929 ??; elektrische windvoorziening
r: Fa. Vermeulen, Overschie 1942
- het orgel is na de bevrijding in 1945 tengevolge van het afsteken van vreugdevuurwerk verbrand
b: Johan Frederik Witte, (Fa. Bätz & Co.) Utrecht 1888 voor UTRECHT Ned Hervormde kerk Nicolaï; M II vp: Hw 11-Bov 10-Ped 4
r: Fa. J. de Koff & Zn., Utrecht 1944
- het orgel is op 18 juni 1945 beschadigd
o/r: Fa. J. de Koff & Zn., Utrecht 1955/58; orgel volledig omgebouwd, nieuw front, de zweljalouzieën vervielen; M II vp: Hw 10-Bov 11-Ped 6
adviseur George Stam
r: Fa. L. Verschueren, Heythuysen 1972; herstel van de windladen en mechaniek die door de verwarming waren aangetast; M II vp: Hw 10-Bov 11-Ped 6
orgel voltooid in juni 1972

Dispositie

1724 (volgens het contract):
Onderklavier
Bourdon gedeckt 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Fluyt gedeckt 4, Suyper Octaaf 2, Cornet IV discant, Sexquialter II discant, Mikxtuyr IV-V-VI, Trompet 8
Bovenwerck
Quintaadena 8, Baerpijp 8, Octaef 4, Suyper octaaf 2, Cimbaal III (f-a-c), Sexquialter II discant, Cornet IV discant, Vox humana 8
Pedael
aangehangen (Overgehangen)
Coppeling gehalveert
Tremuland. 2 Afsluytingen. Vier Blaasbalcke. Fluit-douce-toon
 
1888:
Hoofdwerk (I)
Prestant 16, Prestant 8, Violon 8, Roerfluit 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur II-III-IV, Cornet IV discant, Trompet 8
Bovenwerk in zwelkast (II)
Salicet 8, Viola 8, Holfluit 8, Gemshoorn 8, Salicet 4, Fluit 4, Nazard 3, Flageolet 2, Schalmey 8, Dulciaan 8
Pedaal (achter de manuaallade, transmissie van Manuaal I
Prestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Bourdon 8, Fagot 16
Koppels: Pedaal-Manuaal I, Pedaal-Manuaal II, koppeling Manuaal I-Manuaal II
ventiel, calcant
 
1944:
Hoofdwerk (I)
Prestant 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur II-III-IV, Cornet V discant, Scherp V-VI, Trompet 8
Bovenwerk in zwelkast (II)
Prestant 8, Viola 8, Holfluit 8, Gemshoorn 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Gemshoorn 2, Sexquialter II, Mixtuur IV-V-VI, Schalmey 8, Tremulant
Pedaal (achter de manuaallade, transmissie van Manuaal I
Prestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Bourdon 8, Fagot 16
Koppels: Pedaal-Manuaal I, Pedaal-Manuaal II, koppeling Manuaal I-Manuaal II
ventiel, calcant
 
1958:
Hoofdwerk (I) C - f3
Prestant 8, Roerfluit 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur II-III-IV, Scherp V-VI, Cornet V discant, Trompet 8
Bovenwerk (II) C - f3
Prestant 8, Viola 8, Holfluit 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Gemshoorn 2, Sexquialter II, Mixtuur IV-V-VI, Schalmey 8, Tremulant
Pedaal (achter de manuaallade, transmissie van Manuaal I) C - d1
Prestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Bourdon 8, Octaaf 4, Fagot 16
Koppels: Pedaal-Manuaal I, Pedaal-Manuaal II, koppeling Manuaal I-Manuaal II
Ventiel, Calcant
 
1972:
Hoofdwerk (I) C-f3
Prestant 8, Roerfluit 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur II-III-IV, Cornet V, Scherp IV-VI, Trompet 8
Bovenwerk (II) C-f3
Prestant 8, Holfluit 8, Viola 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Gemshoorn 2, Mixtuur IV-V-VI, Sexquialter II, Schalmei 8, Tremulant
Pedaal C-d1
Prestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Bourdon 8, Octaaf 4, Fagot 16
Koppelingen: Hoofdwerk-Bovenwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Bovenwerk

Bronvermelding van bovenstaand orgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig
Laatste update: 2018-06-22 11:46:42