Hervormde Dorpskerk
In gebruik
Foto: Flip Veldmans
Kerkplein 1
Oostvoorne

Gemeente Westvoorne
Zuid-Holland

(Kerk)gebouw

Het dorp Oostvoorne, ontstaan bij de burcht van de heren van Voorne, had al vroeg de beschikking over twee kerken, te weten de kapel op de burcht en de parochiekerk.
De Oostvoorne dorpskerk is een goed voorbeeld van een eenvoudig kerktype: een eenbeukige kerk, bestaande uit een koor, een schip en een westtoren.
In het jaar 1105 wordt er melding gemaakt van een pastoor van Forhe.
Voor de reformatie was de parochiekerk gewijd aan Sint Lambrecht (Lambertus), zaalkerk oorspronkelijk van vóór 1349. De kerk had toen vier altaren die gewijd waren aan respectievelijk Sint Anna, Sint Catharina, het Heilig Kruis en de maagd Maria.
De toren is ± 1400 gebouwd, tot 1552 met een gewone spits, deze werd in dat jaar afgebroken vanwege de oorlog die Keizer Karel V in 1552/59 met Frankrijk voerde.
In 1559 werd de spits in zijn oude glorie hersteld.
In 1464 schonk Frank van Borsselen als heer van Voorne, de kerk een gebrandschilderd raam.
Op 10 juni 1607, om 12 uur 's middags, brak er een zware brand uit. Vier uur later waren de kerk, de toren en een flink deel van het dorpscentrum in vlammen opgegaan.
Reeds op 19 juli 1607 gaven bailluw en leenmannen toestemming tot de wederopbouw van de oude dorpskerk. Door een subsidie van de Staten van Holland kon de schade aan kerk en toren, inclusief de huidige karakteristieke spits, hersteld worden. Sobere kerk zonder koor met een rechtgesloten muur aan de oostzijde.
Nog voordat deze klaar was moest de toren op last van de Staten van Holland verhoogd worden als baken voor de scheepvaart. Tegen de met een peervormige spits bekroonde toren - ook wel uientoren genoemd, waarvan er in Nederland een drietal bestaan - bevindt zich aan de zuidkant een halfronde traptoren.
In 1617 is een preekstoel aangebracht door de Brielse schrijnwerker Pieter Claeszn. van Vorsten.
Bij de Rotterdamse zilversmid Johannes Jeremias Diepenbrugge werden in 1665 twee zilveren avondmaalsbekers besteld. Beide bekers zijn gekeurd met het stadswapen van Rotterdam.
De kanselbijbel, die op de lezenaar van de preekstoel ligt (de z.g. kanselbijbel), dateert uit 1702.
Het kerkzilver werd in 1707 gestolen, maar men is er gelukkig in geslaagd dit terug te vinden. Het moest echter wel teruggekocht worden.
Tussen 1740 en 1770 modernisering van het interieur: een preekstoel (stijl Lodewijk XV) met koperen doopbekken uit 1768 en een koperen houder voor de zandloper (uit 1766, is helaas niet meer aanwezig)) met omtuining (± 1766) en de thans nog resterende twee herenbanken in Lodewijk XV-stijl (± 1750), twee psalmborden in Lodewijk XV-stijl links en rechts van de preekstoel. Aan de kansel en het doophek zijn twee lezenaars bevestigd, beide uit 1766. De doopbekkenhouder, de zandloper en de beide lezenaars zijn vervaardigd door Pieter Bakker.
Onder de preekstoel liggen een aantal grafstenen uit de 17e en 18e eeuw. De fraaie is die van de Fam. Braet. deze grafsteen is afkomstig uit een grafkelder, die zich aan de zuidzijde van de kerk bevond, onder de balustrade van het oude orgel.
Aan weerszijden van de preekstoel staan de kerkeraadsbanken. Deze banken zijn als "Herenbanken" in september 1750 door Nicolaas Honigh en Daniël Rolandus schonken. Op de luifers van de banken hoort een sierstuk.
Acht gebrandschilderde ramen uit 1744 en 1745.
De schenkers van deze ramen waren ambachtsheer Diederik van Leijden; schout Nicolaes Honigh; secretaris Andriaen Braet, vrijheer van Sevender; predikant Hermannus van den Houte en verder de schepenen van oostvoorne, Rugge en Oosterland. De gebrandschilderde ramen werden vervaardigd door de Rotterdamse glasschilders Joris Loover en Arnoldus van der Wel. Een aantal 17e en 18e eeuwse grafstenen aan de oostkant achter het doophek, een diakoniekist anno 1711 en een avondmaalstafel.
Op 23 april 1779 vindt er wederom een calamiteit plaats: 's avonds slaat de bliksem in de toren en er ontstaat brand. Ondanks een flinke zuidwester storm weten de dorpelingen de brand te blussen.
Het gestuct laat-Empire plafond is uit het begin van de 19e eeuw.
In 1861 werd de huidige consistorie aan de kerk gebouwd. Ontwerp en bouw werden uitgevoerd door architect van den Hoonaard.
In 1865 blijken de kerkmuren in slechte staat te verkeren: de voegen raakten los en vielen uit de muur. Daarom werden ze tot een halve el hoogte afgehakt en bestreken met Portland cement.
Groot onderhoud aan de kerk werd daarna uitgevoerd in de jaren 1893, 1904 en 1924.
In 1907 bevestigde de "Provinciale Zuid-Hollandsche archaëologische Commissie" de slechte staat waarin de kerkramen verkeerden. De ramen werden in 1908 snel hersteld.
In 1922 werd de balustrade verbouwd door Fa. Klok te Tinte, om de inbouw van het nieuwe Standaartorgel te kunnen verwezenlijken, ook werd een houten trekbalk vervangen door een smallere ijzeren trekstang.
Pas na de Tweede Wereldoorlog konden de meest noodzakelijke reparaties worden verricht. In 1948 zijn dat het dak van de kerk en de kerktoren.
In 1953 besluit de kerkvoogdij het gehele leien dak te vernieuwen .
In 1958 zijn de banken vervangen. De 18e eeuwse kerkbanken werden verwijderd en vervangen door banken van een moderner type. De 28 nieuwe eikenhouten kerkbanken en 2 voorschotten werden op 22 mei gekocht van de Scheveningse Duinzichtkerk. Een klein aantal kerkbanken is recent vervangen door geriefijker eikenhouten stoelen. Er is plaats voor ongeveer 200 kerkgangers.
In 1959 is de tuin om de preekstoel verwijderd, daarbij werd het doophek ingekort. De lezenaar op het doophek werd destijds gebruikt door de voorzanger.
De doopvont is in 1959 gekocht en aan de kerk geschonken.
De avondmaalstafel vóór de preekstoel is rond het jaar 1961 handmatig vervaardigd door J. Brouwer te Oostvoorne.
In 1963 volgde een tweede restauratie van de kerkramen en in 1994 zijn zij in een speciale zetting geplaatst, waarbij de horren van kopergaas aan de buitenzijde vervangen werden door gehard glas.
Sinds 1964 staat de kerk op de monumentenlijst. De kerk is eigendom van de Hervormde Gemeente te Oostvoorne, de toren behoort aan de burgerlijke gemeente Westvoorne.
In de toren hing een luidklok, die in 1629 werd gegoten door Cornelius Ouwerogge te Rotterdam.
In de Tweede Wereldoorlog - in 1943 - werd de klok door de Duitse bezetter afgevoerd. Na de oorlog heeft de burgerij van Oostvoorne twee klokken aangeschaft, die in 1948 in de toren zijn gehangen.
De hoofdverlichting van de kerkzaal bestaat uit zes koperen kroonluchters. De voorste twee zijn geschonken door de Familie de Roo. De aanschaf van de overige vier kroonluchters is, naar verluidt, bekostigd uit een of meer collecten die gehouden werden tijdens de door ds de Weerd (1957-1963) geleide kerkdiensten.
In 1979 werden de binnenmuren gerestaureerd. Tijdens deze restauratie kregen de kerkenraadsbanken een opknapbeurt en werd de centrale verwarming in de kerk aangelegd. De elektrische vloerverwarming tussen de banken werd gehandhaafd.
De sierstukken op de luifers van de banken werden verwijderd om het zicht op de gebrandschilderde ramen te verbeteren. Eén van deze stukken siert thans het klankbord van de preekstoel. Het tweede sierstuk bevond zich in de balustrade onder het thans verwijderde Standaart-orgel.
In 1989/90 werd de binnenzijde van de kerk opnieuw onder handen genomen. in de hal kwamen nieuwe toiletten, de keuken werd gemoderniseerd en de consistoriekamer werd opgeknapt en geheel opnieuw ingericht.
In 1993 werd in de toren een carillon geplaatst, geleverd door klokkengieterij Eysbouts te Asten, van 12 klokken. Op 10 juni 1993 werd het carillon feestelijk ingeluid en overgedragen aan de gemeente.
De kerktuin was in vroeger tijden een begraafplaats.
De buitenkant van de kerk en de kapvoet werden in 1993/94 gerestaureerd.
In 1998 is een nieuw orgelbalkon gemaakt. Tijdens het verwijderen van het oude balkon kwamen de contouren van twee ramen en een nis te voorschijn.
De twee achterste ramen zijn in 2000 aangebracht.
Op de avondmaalstafel ligt de Doré-bijbel, afkomstig uit het gebouw Van der Meerweg 6 te Oostvoorne, het kerkgebouw van de voormalige "Evangelisatie" (zie daar).
Met ingang van 2 september 1973 één gezamenlijke zondagmorgendienst van de Ned Hervormde Evangelisatie en de Hervormde kerk in de Hervormde kerk (zie daar).
Op 25 december 1974 is dit kerkgenootschap gefuseerd met de Hervormde Gemeente.
PKN-kerk.
De kerkbanken zijn in 2012 voor een deel uit de kerk verwijderd.
Het kerkgebouw en de kerktoren (eigendom van de burgerlijke gemeente) hebben de status van Rijksmonument; de consistorie uit 1861 heeft de status van gemeentelijk monument.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Zoete, Arnoud de: Oostvoorne en zijn dorpskerk, maart 2000 (veel foto's)*
Tijdschriften en andere uitgaves
contactbrief voor kerkenverzamelaars 35(1996)32, 44(2000)44, 45(2001)30
de Mixtuur 20(1977)436, 21(1977)449*
de Orgelvriend 4(1978)23

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Dorpskerk Oostvoorne -

Orgelhistorie

- harmonium vanaf 1891. In een brief, gedateert 2 november 1891, werd een melodieënboek geschonken naar aanleiding van de installatie van een kerkorgel
- in 1892 is het harmonium uit de kerk gehaald, omdat het te veel van de vocht heeft geleden
- in 1897 werd een nieuw harmonium aangeschaft, wat tot 1923 dienst heeft gedaan
b: Fa. A. Standaart, Rotterdam 1922/23; Pn I ap: Man 10
- het orgel werd onderhouden door de Standaart's Orgelonderhoudsdienst
- het orgel werd op 30 en 31 maart 1998 uit de kerk verwijderd
o: RAAMSDONK Rijtuigmuseum Gerard van Beurden ± 2000
b: Johann Heinrich Hartmann Bätz (1709-1770), Utrecht 1770 voor HAARLEM Doopsgezinde kerk
- het orgel is in 1771 afgemaakt en opgeleverd door zijn twee zonen Gideon Thomas (1751-1820) en Christoffel (1755-1800); M I ap: Man 10
r: Johann Casper Friedrichs, Gouda 1807; uitbreiding, op Manuaal een Bourdon 16, 2e klavier met 10 registers in een zwelkast, de orgelkas werd uitgebreid; M II vp: Man 11-Bov 10
r: In der Mauer en Gabry 1826; frontpijpen vernieuwd
r: 1832; de Open Fluit vervangen door een Viola da Gamba (van Gabry)
o: HAARLEM Ned Hervormde kerk - Janskerk 1883
- in 1931 werd de Janskerk gesloten, in 1934 verbouwd tot Gemeente-archief
o: Haarlem Ned Hervormde kerk - Bakenesserkerk Fa. Spanjaard, Amsterdam 1934; samengevoegd met het Strobel-orgel in de oorspronkelijke orgelkas en veel oud pijpwerk; Pn II vp:
- het orgel is door de Hervormde kerk van Oostvoorne aangekocht en op 17 en 18 april 1996 volgde de demontage
o/r: Orgelmaker de Graaf, Leusden 1998/2000; terugrestauratie naar de situarie van 1807; M II vp: Hw 11-Onderpos 6-Ped 3
adviseurs dr Hans van Nieuwkoop namens de Ned Hervormde kerk en R. van Straten van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg
het orgel is op 12 oktober 2000 in gebruik genomen

Dispositie

1923:
Manuaal
Subbas 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Gamba 8, Celeste 8, Aeoline 8, Octaaf 4, Concertfluit 4, Woudfluit 2, Blokfluit 1 bas/discant, Tremulant
Pedaal
Subbas 16
Octaafkoppel
P - MF - FF, Calcant
 
2000:
Hoofdwerk C-f3
Bourdon 16, Prestant 8, Bourdon 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Gemshoorn 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Cornet IV, Mixtuur III-VI bas/discant, Trompet 8
Onderpositief C-f3
Prestant 8 (C-H in Holpijp 8), Holpijp 8, Fluit 4, Flûte travers 4, Nachthoorn 2, Flageolet 1
Pedaal
Subbas 16, Prestant 8, Fagot 16
Koppels: Hoofdwerk-Onderpositief, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Positief
Tremulant
De windvoorziening voor het Hoofdwerk en het Onderpositief verloopt via twee aparte spaanbalgen
Foto: Hans Vreeman

Bronvermelding van bovenstaand orgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig
Laatste update: 2018-06-02 11:51:23