Oud Katholiek Seminarie Hoofdorgel
Overgenomen
(Kerk)gebouw
Na de Reformatie vond omstreeks 1580 de eerste pastoor zijn toevlucht in een Muurhuis, waar in 1696 een kapel in gebruik werd genomen: Willibrorduskerk. | |
Het seminarie werd in 1725 opgericht in plaats van de beide Leuvense colleges "de Hooge Hemel" en "Pulcheria"., en was gewijd aan de heiligen Willibrordus en Bonifatius. | |
Restauratie kapel in 1793. | |
Het seminarie was sinds 1832 gehuisvest in een nieuw gebouw,m vermoedelijk op de plaats van de voormalige pastorie. | |
De parochies van de HH Willibrordus en Bonifacius werden in 1835 samengevoegd met die van 't Zand (zie daar). | |
De kerk bleef in gebruik als kapel van het aangrenzende seminarie. | |
In 1957 ging het Seminarie met kapel nogmaals over naar een nieuwe behuizing aan de Koningin Wilhelminalaan, hoek Koningin Sophialaan. Het nieuwe gebouw werd op 28 mei 1957 in gebruik genomen. | |
Het Oud Katholiek Seminarie werd het onderkomen van de Russisch Orthodoxe Kerk (zie daar). | |
Het seminarie is tegenwoordig een woonzorgcentrum met katholieke identiteit: Zorgresidence Het Seminarie. In de kapel bevindt zich de wooneetkeuken voor de bewoners. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Hoofdorgel
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Oud Katholiek Seminarie Hoofdorgel | Amersfoort | - |
Orgelhistorie
b: |
vóór 1834; M I: Man 6 stembeurt in 1834 |
r: |
Abraham Meere, Utrecht 1848; gedeeltelijk vernieuwd, vergroot en aanmerkelijk verbeterd, oude windladen door nieuwe vervangen; M I ap: Man 8 orgel geëxamineerd en goed gekeurd door H.W.G. en J.A. van Eyken, organisten aldaar verkocht in 1865 aan organist G.J. van Eyken |
b: | vóór AMERSFOORT Bisschoppelieke Klerezie; kabinetorgel M II: Links 10-Rechts 12 |
o: |
1865 in de periode 1873 tot 1882 was er regelmatig sprake van gebreken laatste reparatie in maart 1882 |
o: | HAARLEM Baptistengemeente 1873; M II: Man I 6-Man II 6 |
b: |
C.G.F. Witte (Fa. J. Bätz & Co), Utrecht 1870/71; M II ap: Man I 5-Man II 4 het contract is gedateert 20 oktober 1870 orgel voor het eerst openbaar bespeeld op donderdag 19 oktober 1871 door organist J.A. Klerk te Delft, in aanwezigheid van o.a. J.F. Witte orgel op zondag 22 oktober 1871 voor het eerst tijdens een dienst gebruikt orgel gestemd door Fa. J. Bätz & Co te Utrecht tot 1902 |
r: | Fa. J. Bätz & Co, Utrecht 1874/75; aan de orgelkas gewerkt |
r: | Fa. J. Bätz & Co, Utrecht 1889; windverlies verholpen |
r: |
Fa. J. Bätz & Co, Utrecht 1892; schoonmaak orgel (rapport gedateerd 5 februari 1892) onderhoud 1903 tot 1910 G. Spit te 's Gravenhage onderhoud vanaf 1910 J.C. Sanders (Fa. G. Spit) te 's Gravenhage |
r: | J.C. Sanders, 's Gravenhage 1912; schoonmaak, stemmen en intoneren |
r: | J.C. Sanders, Utrecht 1919; kleine reparatie |
r: | Fa. J.C. Sanders, Utrecht 1932, 1936 |
o/r: |
DEN HELDER oud kath kerk Fa. J.C. Sanders, Utrecht 1957; nieuw front in de nieuwe kapel van 1957 werd een harmonium geplaatst, afkomstig uit het oude complex |
b: |
K.B. Blank & Zn., Herwijnen 1959 "Andreas-orgel" EL unit II vp: Man I 4-Man II 4-Ped 2 orgel op 30 november 1959 in gebruik genomen, de plechtigheid werd verricht door aartsbisschop mgr dr A. Rinkel |
Dispositie
disp. voor 1848 (volgens Broekhuyzen): | |
Manuaal | |
Prestant 8 discant, Holpijp 8, Prestant 4, Fluit 4, Quint 3 discant, Octaaf 2 | |
2 Blaasbalgen | |
1848: | |
Manuaal C-f''' | |
Prestant 8 discant, Holpijp 8, Viol di Gamba 8, Prestant 4, Choor Prestant 4, Fluit 4, Gemshoorn 4, Octaaf 2, Treblant | |
Pedaal | |
aangehangen | |
Ventil, 3 Blaasbalgen | |
1865: | |
Links | |
Holpyp 8, Holpyp 8, Prestant 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Prestant 2, Gemshoorn 2, Gemshoorn 1, Mixtuur II | |
Rechts | |
Prestant 8 discant, Holpyp 8, Holpyp 8, Prestant 4, Fluit 4, Nachthoorn 4 discant, Quint 3, Gemshoorn 2, Prestant 2, Octaaf 2, Gemshoorn 1, Mixtuur II | |
Ventiel, Overvloed | |
1870 (volgens het contract met Witte)): | |
Manuaal I C-f''' | |
Bourdon 16, Prestant 8, Octaaf 4, Nasard 3, Woudfluit 2 | |
Manuaal II C-f''' | |
Viola 8, Holfluit 8, Fluit Travers 8 vanaf dº, Fluit 4 | |
Pedaal C-d' | |
aangehangen | |
Koppeling | |
orgel aan de rechterzijde bespeelbaar, aan de achterzijde getrapt worden | |
1959 (Witte-orgel): | |
Manuaal I C-f''' | |
Prestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Nasard 3, Woudfluit 2 | |
Manuaal II C-f''' | |
Viola 8, Céleste 8 vanaf cº, Holfluit 8, Fluit travers 8, (Roer)fluit 4 | |
Pedaal C-d' | |
Subbas 16 | |
Manuaalkoppel, 2 Pedaalkoppels als treden | |
1959 (Blank-orgel): | |
Manuaal I C-g''' | |
Prestant 8, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2 | |
Manuaal II C-g''' | |
Gamba 8, Holpijp 8, Prestant 4, Fluit 2, | |
Pedaal C-f' | |
Gedekt 8 (tr. Holpijp 8), Prestant 4 | |
3 Koppels |
Bronvermelding van het hoofdorgel
Boeken | |
- |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 57(2007)28 | |
de Mixtuur 43(1983)521-525 |
Laatste update: 2015-08-01 12:01:24