RK Kerkmuziekschool "St Caecilia" - Ned Instituut voor Katholieke Kerkmuziek (NIK) - Concertorgel 1
Nieuwe bestemming
Foto: Flip Veldmans
Plompetorengracht 3
Utrecht

Gemeente Utrecht
Utrecht

(Kerk)gebouw

De rooms-katholieke kerk werkt na de nieuwe grondwet van 1853 in Nederland weer aan volledig herstel. Ook het kerkkoor gaat bloeien als nooit te voren, al blijft het een mannenzaak. De professionaliteit van de koorzang is een zorg, goede dirigenten zijn er nodig. De katholieke organisatie richt de Stichting Roomsch Katholieke Kerkmuziekschool op.
Met geld uit inzamelingen koopt ze in Utrecht in 1925 het pand Plompetorengracht 1-3. In dit pand begint de vereniging de RK Kerkmuziekschool Sint Caecilia, de school en een internaat voor de studenten.
De school is opgezet voor de opleiding van kerkmusici: dirigenten, organisten en zangers. Pater Dr. Caecilianus Huygens is de eerste directeur en verguld met het gebouw, hij vindt het geknipt voor de school. Hij is docent aan het conservatorium van Amsterdam en het Koninklijk Conservatorium van Den Haag. Met de muziekschool te Utrecht is een grote wens van hem in vervulling gegaan. Het nieuwe toonkunst conservatorium, zoals het bekend zal worden, combineert hij met zijn twee andere docentschappen.
Plompetorengracht 3 wordt geschikt gemaakt voor de opleiding, tot die tijd is het een woonhuis geweest. Plompetorengracht 1 was verhuurd als kantoor van notaris C.J. Simons.
November 1925 is het zover: de aartsbisschop van Utrecht mgr H. van de Wetering verricht de officiële opening van de Kerkmuziekschool.
De zolder van Plompetorengracht 1 en 3 wordt ingericht als verblijf voor de studenten: 20 kamers zijn er afgescheiden op twee verdiepingen. Van die studenten gaat maar een deel naar de R.K. Muziekschool, het onderwijs is tot 1940 exclusief voor circa 12 studenten. De studenten worden streng liturgisch opgeleid, naast de schone beoefening van kerkmuziek en kerkzang. Van 1925 tot 1939 hebben circa 110 studenten gewoond op de zolderkamers, waarvan de meesten 3 jaar.
In 1939 koopt het RIKK Plompetorengracht 5. Een doorbraak wordt in 1946 gemaakt op de verdiepingen aan de voorzijde van Plompetorengracht 5 voor een concertzaal met orgel. Kardinaal De Jong verricht op 11 december 1946 de opening.
Het is ook nu nog een grote zaal met een hoogte van twee verdiepingen, een tongewelf en vide. De concertzaal is zeer geschikt voor uitvoeringen en heeft 200 zitplaatsen. Vanaf die tijd vinden er regelmatig uitvoeringen plaats.
De school is in 1959 door het rijk erkend als beroepsopleiding voor kerkmuziek en omgedoopt tot Nederlands Instituut voor Katholieke Kerkmuziek (NIKK).
In 1978 fuseert zij met soortgelijke lutherse en hervormde opleidingen tot de Stichting Nederlands Instituut voor Kerkmuziek (NIK). In 1987 tenslotte gaat de opleiding op in de Hogeschool voor de Kunsten te Utrecht (HKU), het huidige conservatorium.
Het pand heeft nog jaren dienst gedaan als kantoor voor eigenaar NIKK en de huurders: Stichting Samenwerkende Nederlandse Korenorganisaties SNK, Nederlandse Organisatie voor Koordirigenten, Platform voor Amateurkunst, Stichting IKF, Vereniging Landelijk Overleg Amateur Muziekorganisaties en Stichting Unisono. Na de fusie tot Kunstfactor zijn ze verhuisd.
De voormalige internaatkamertjes op de zolder zijn pas bij de verbouwing in 2010 gesloopt.
Silverijn verhuurt nu de diverse ruimten in pand Plompetorengracht 1-3 voor vergaderingen en congressen. Aan de achterzijde van het pand is het schoolplein van de Kathedrale Koorschool te vinden.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig

Concertorgel

Orgelhistorie

b: Fa. Bernard Pels & Zn., Alkmaar ± 1940 voor concertzaal; EP III vp: Hw 10-Nw 8-Zw 12-Ped 6
o:
b: Flentrop Orgelbouw, Zaandam 1973/74 (zie daar).

Dispositie

1943 (volgens dr A. Bouman):
Hoofdwerk (manuaal I)
Holquintadeen 16, Praestant 8, Zingend gedekt 8, Spitsgamba 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Mixtuur IV-VI 1 1/3, Trompet 8
Positief (manuaal II)
Baarpijp 8, Quintadeen 8, Praestant 4, Koppelfluit 4, Blokfluit 2, Sesquialtera II 1 1/3, Scherp IV 1, Kromhoorn 8
Zwelwerk (manuaal III)
Praestant 8, Roerfluit 8, Salicionaal 8, Vox caelestis 8, Tolkaan 4, Fluit gedekt 4, Nasard 2 2/3, Nachthoorn 2, Larigot-Terts 1 1/3-1 3/5, Cymbel IV 1-1/5-1/6-1/8, Dulciaan 16, Hobo 8, Vox humana 8, Regaal 4
Pedaal
Praestantbas 16, Subbas 16, Octaafbas 8, Gedektbas 8, Praestant 4, Ruischpijp IV 2, Bazuin 16, Trombone 8, Cinck 4
 
± 1960 (volgens Bouman):
Hoofdwerk (manuaal I)
Holquintadena 16, Praestant 8, Zingend gedekt 8, Spitsgamba 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Mixtuur IV-VI 1 1/3, Trompet 8
Positief (manuaal II)
Baarpijp 8, Quintadeen 8, Praestant 4, Koppelfluit 4, Blokfluit 2, Sesquialtera II 1 1/3, Scherp IV 1, Kromhoorn 8
Zwelwerk (manuaal III)
Praestant 8, Roerfluit 8, Salicionaal 8, Vox caelestis 8, Tolkaan 4, Fluit gedekt 4, Nasard 2 2/3, Nachthoorn 2, Larigot-Terts 1 1/3-1 3/5, Cymbel IV 1, Dulciaan 16, Hobo 8, Vox humana 8, Regaal 4
Pedaal
Praestantbas 16, Subbas 16, Octaafbas 8, Gedektbas 8, Praestant 4, Ruispijp IV 2, Bazuin 16, Trombone 8, Cinck 4

Bronvermelding van het concertorgel

Boeken
Bouman, mr A.: Nederland Orgelland 135, uitgave Spruyt, van Mantgem & de Does, Leiden 1964
Bouman, mr A.: Orgels in Nederland (1943)97 foto 55* 125-126; uitgave Allert de Lange, Amsterdam 1943
Dijk, Peter van/Oost, Ger: Utrecht Orgelstad (1981)42*
Tijdschriften en andere uitgaves
75 jaar Flentrop Orgelbouw 44 62
de Orgelvriend 5(1975)inlegblad 5*, 3(1976)1* 10, 1(1979)22-23**
foto Fa. Bern. Pels & Zn., Alkmaar*
foto Reunie NIK
het Orgel 12(1971)343, 4(1974)147-150 152*
Laatste update: 2014-09-02 15:07:18