Hervormde Dorpskerk - Cunerakerk
In gebruik
Foto: Flip Veldmans
Kerkplein
Rhenen

Gemeente Rhenen
Utrecht

(Kerk)gebouw

Laat-gotisch kerk gebouwd in 1428. Mogelijk is aan de kerk de pronkziekte van David van Bourgondië, bisschop van Utrecht af te lezen.
de gotische toren - verwantschap met de Domtoren te Utrecht en de Onze Lieve Vrouwetoren in Amersfoort - kwam tot stand tussen 1492 en 1531. De toren is 82 meter hoog. Nederrijns is het hallenkarakter van de kerk.
Begonnen werd met de bouw van het gotische koor en het transept in de 15e eeuw. Iets later werd gestart met het vergroten van het schip en de zijbeuken.
Men besloot in hoogte vier gelijke beuken te bouwen, hun onderlinge breedte verschilt. Het koor is van het schip afgescheiden door een oxaal (laat 15e eeuws), een galerij die ook dienst kon doen als zangerstribune, het dateert rond 1550-1560.
De kerk is de bedevaartkerk voor de heilige Cunera en nam als grenskerk tussen het Sticht en Gelre in de late middeleeuwen een belangrijke positie in.
Na 1581 wordt de Cunerakerk alleen nog maar voor de Hervormde eredienst gebruikt.
De kerk heeft ± 1580 niet erg geleden onder de Beeldenstorm
In 1672 begint de Franse overheersing, de kerk wordt weer gevorderd voor de Katholieke eredienst. In 1673 moesten de Franssen zich weer terugtrekken, dit laatste gaat vergezeld van vele vernieingen en ook het orgel wordt beschadigd.
De spreekstoel is uit 1676.
Bij restauraties aan de toren werden in de loop der tijd veranderingen en toevoegingen aangebracht, zoals pinakels en kruisbloemen in 1897.
De kerk en de toren zijn vaak getroffen door rampspoed.
In 1897 brandde de toren uit
Tijdens reparatiewerkzaamheden in 1934 aan het dak van de kerk vatte de kap vlam en tijdens het blussingswerk liep het orgel waterschade op.
In 1938 begaaf de noordoostelijke pijler van het schip het en sleept in zijn val een deel van de gewelven mee. Ook het orgel liep hierbij schade op. Het gehele kerkgebouw werd nu gerestaureerd.
Rhenen werd tijdens de Duitse inval in 1940 zwaar getroffen door oorlogshandelingen en op dinsdag 24 april 1945 nogmaals. De Cuneratoren werd gebombardeerd door de Engelse luchtmacht. De kerk is weer een puinhoop en het orgel werd hierbij volledig verwoest.
De kerk is na 1945 gerestaureerd. De kerkdiensten waren tijdelijk in gebouw Irene. De kerkdiensten werden vanaf 1950 weer in de Cunerakerk gehouden.
Op 30 maart 1992 is een begin gemaakt met de restauratie van deze PKN-kerk. De Ettringer tufsteen, waarvan de pinakels en de ballustraden zijn gemaakt zijn vervangen. Erosie heeft de steen aangestast. De restauratie staat onder leiding van het architectenbureau ir T. van Hoogevest te Amersfoort.
De gemeente Rhenen heeft maandag 14 mei 2013 hekken rondom de Cuneratoren geplaatst, nadat uit onderzoek was gebleken dat grote brokken steen in de toren loszitten. De toestand bleek zo alarmerend dat onmiddellijk een flink gebied rondom de toren is afgezet. Deskundigen beginnen maandagmiddag met het verwijderen van de loszittende brokken steen uit de kerktoren, aldus de gemeente. De hekken blijven daarna nog zeker enkele weken staan, totdat aan restauratie van de toren kan worden begonnen.
Na 4 jaar zijn de steigers verdwenen en er is grondig gerestaureerd. De toren uit 1531 is een rijksmonument. Maximaal 20 dagen per jaar wordt de toren verlicht door speciale kleuren.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig

Hoofdorgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Dorpskerk - Cunerakerk Rhenen -

Orgelhistorie

b: Johannes Jacobsz., Rhenen rond 1500
b: mr Jan van Covelen (Johan Kavelens), Amsterdam 1521/23; gotisch orgel op de westelijke galerij. Het orgel was een geschenk van de (Nederlandse) paus Adrianus VI.
Het orgel had een springlade
Het orgel is voltooid door Mr. Cornelis in 1571
- tijdens de beeldenstorm ± 1580 heeft het orgel enige schade opgelopen
r: Peter Jansz. De Swart, Utrecht 1581/82; het grote en het kleine orgel
r: Jeronimus ter Hoeft, orgelmaker te Arnhem 1589/90; gebreken verholpen waaronder de Trompetten
- in 1592/93 kwam Hendrik Cornelisz. Hollander, organist St. Jacob te Utrecht naar Rhenen om de gebreken te bezichtigen. Er waren dus klachten
r: Albert Kiespenninck, Nijmegen 1611; ingrijpende reparatie, nieuwe blaasbalgen
- het orgel werd gekeurd door Peter Augustijnsz. Uuten Boogaard, organist te Utrecht
- jaarlijks onderhoud door Albert Kiespenninck vanaf 1612 tot 1636
Het contract werd op 19 juli 1611 getekend
r: Albert Kiespenninck, Nijmegen 1523; Rugpositief
r: in 1581 of 1611 is het orgel vermeerderd in stemmen
- Jan Pieterszoon Sweelinck te Amsterdam bracht in 1616 advies uit over de staat van het orgel
vernield 1673
r: Matthijs van Deventer 1734/35; omvangrijke reparatie en het orgel in stemmen vermeerderd; M III: Hw-Rw-Bov 18 registers
- dispositie in 1734 volgens een vroeg 19e eeuws handschrift; M Hw 7-Rw 5-Bov 6
- jaarlijks onderhoud Matthijs van Deventer vanaf 1735
r: Johan Warner (of J. Paradijs) 1760; houten bussen voor Trompet en Voxsemaan, hij reparatie en stemde het orgel
r: Johan Werner 1777 (Warner/Werner dezelfde ??); reparaties en schoonmaakwerk, nieuwe wintcarnaalen en nieuwe koppel van dee Clavieren
- onderhoud Johan Henrich Pothmann in 1780
- onderhoud G.T. Bätz, Utrecht 1784
- onderhoud Johannes Werner 1787
r: Abraham Meere, Utrecht 1794; grote reparatie: Blaasbalgen, Holpijp 8 en Roerfluit 8 kregen losse deksels, de Trompet kreeg nieuwe “koppe” en nieuwe stemkrukken, sommige pijpen werden vernieuwd, de Vox Humana kreeg ook nieuwe “koppe”. Hij voerde uit reparaties uit buiten het bestek
het orgel is op 17 november 1794 gekeurd door F. Nieuwenhuijsen
- jaarlijks onderhoud door Meere van 1794 tot 1816
r: Johan Caspar Friederichs, Gouda 1817; Cimbel III Bovenwerk werd een Quintadena 8
- het contract werd op 22 april 1817 getekend
- organist A. Lijster meld op 6 september 1817 dat Friederichs het contract exact is nagekomen
- jaarlijks onderhoud J.C. Friederichs van 1818 tot 1825 (Friederichs overleed in 1825)
- jaarlijks onderhoud B.J. Gabry en J.F. in der Maur, Gouda vanaf 1826 tot 1869
r: B.J. Gabry, Gouda 1857 en 1858; extra (buitengewone) werkzaamheden
- dispositie volgens G.H. Broekhuyzen tussen 1850 en 1862 in zijn “Orgelbeschrijvingen” M III: Man 7-Rugpos 5-Bov 6
r: Johan Caspar Friederichs, Gouda 1817
- het orgel is in 1872 verdwenen
b: F. Leichel, Düsseldorp 1873/74, met oud materiaal uit het vorige vorige orgel
Inwijding orgel op 10 mei 1874
- dispositie in 1885 volgens M.H. van ’t Kruijs: M III vp: Hw 12-Rw 7-Bw 6-Ped 6
- op 4 september 1897 slaat de bliksem in de kerktoren, de kerk brandt volkomen uit en het orgel wordt door de vlammen volledig vernietigd
b: Fa. Leichel, Düsseldorf 1899/1900; nieuw oksaal, frontpijpen verguld; Pn III vp: Hw 12-Man II 10-Man III 8-Ped 7
het orgel werd gebouwd onder auspicïen van de Hervormde Orgelcommissie
- het orgel werd door Johan Wagenaar te Utrecht geïnspecteerd op verzoek van de kerkvoogdij
op zondag 18 februari 1900 werd het orgel ingewijd
- onderhoud Fa. Leichel te Lochem na 1900
- het orgel loopt in 1934 waterschade op tijdens blussingswerk aan het dak van de kerk
r: Fa. J. de Koff & Zn., Utrecht 1935; het orgel werd verbeterd: op Manuaal II werd de Harmonica omgeïntoneerd tot Roerfluit en de Piccolo krijgt een Fluit-timbre. Tremulant toegevoegd op Manuaal III, Fugara 4 werd Fluit 2 en de pneumatische zwelkast wordt omgebouwd tot een kast met staande vóórjaloezieën met mechanische zweltrede. Cello 8 pedaal vervangen door Koraalbas 4
- In 1938 liep het orgel schade op door het begeven van een pijler
o/r: Fa. Sanders, Utrecht 1938, orgel gerestaureerd en uitgebreid, Elektro-Pneumatische tractuur, IV manuaal toegevoegd, de speeltafel werd beneden in de kerk geplaatst. Het front werd ingrijpend gewijzigd en het orgel werd geplaatst onder de toren
- Op dinsdag 24 april 1945 werd het orgel volledig verwoest als gevolg van een Engels bombardement en werd kort daarop gesloopt
b: voor gebouw Irene
o: 1949
- lange tijd speelde in de na-oorlogse jaren een conflict tussen kerkvoogde en de Fa Sanders over de vraag wie de reparaties van 1944/45 moest betalen
b: Gebr. van Vulpen, Utrecht 1954/57, de orgelkas werd vervaardigd door Fa. Verwoert te Rhenen; M III vp: Hw 9-Rw 8-Ped 5
het orgel is op 2 oktober 1957 in gebruik genomen
r: Gebr. van Vulpen, Utrecht 1980; voltooïng orgel; M III vp: Hw 10-Rw 11-Borstw 6-Ped 8
adviseur Willem Hülsmann
ingebruikneming orgel op 15 oktober 1980
r: Gebr. van Vulpen, Utrecht 2010
heringebruikneming orgel op zaterdag 24 april 2010

Dispositie

1734 (Van Covelen/Van Deventer):
Hoofdmanuaal F G A B H –
Prestant 12 (is 8), Octaav 6 (is 4), Quint 4 (is 3), Octaav 3 (is 2), Cornet III discant,Mixtuur IV, Trompet 8
Onder Clavier of Rugwerk
Prestant 6 (is 8), Octaav 3 (is 4), Roerfluyt 4, Mixtuur III, Cornet III discant
Bovenclavier. Kort F G A B H –
Roerfluyt 8, Fluyt 3 (4), Fluyt 1 ½ (is 20, Sifflet ¾ (IS 1), Cimbel III, Voxhomana 6 (is 8)
Vier Blaasbalgen
 
1850 (volgens Broekhuyzen):
Manuaal C-f3
Prestant 8, Octaaf 4, Quint 3, Octaaf 2, Cornet IV discant, Mixtuur IV, Trompet 8
Rugpositief C-f3
Prestant 8, Holpijp 8 discant, Octaaf 4, Roerfluit 4, Sexquialter III
Bovenclavier C-f3
Roerfluit 8, Quintadena 8, Fluit 4, Fluit 2, Siflet 1, Voxhumana 8
Pedaal C-fº
aangehangen
Twee koppelingen
Twee afsluitingen, Tremulant, Ventil, Calcanteschel
Vier Blaasbalgen
 
1885 (volgens M.H. van ’t Kruijs):
Hoofdmanuaal
Prestant 16, Bourdon 16, Octaaf 8, Holpijp 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur IV, Cornet IV, Trompet 8
Rugwerk
Liefel. Ged. 16, Prestant 8, Salicionaal 8, Octaaf 4 , Gedackt 4, Roerfluit 4, Fluit 2
Bovenmanuaal
Flûte Trav. 8, Gemshoorn 8, Liefel.Ged. 8, Vioolprest. 4, Flute d’Am. 4, Clarinet 8
Pedaal
Prestant 16, Subbas 16, Violon 16, Octaaf 8, Cello 8, Bazuin 16
Koppelingen
Ventiel, Tremulant, Calcant
 
1900 (Leichel):
Hoofdmanuaal
Prestant 16, Bourdon 16, Octaaf 8, Fugara 8, Holfluit 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Mixtuur IV 2 2/3, Cornet IV 8, Tuba Mirabilis 8
2de Manuaal
Viola di Gamba 16, Prestant 8, Gamba 8, Salicionaal 8, Flute Harm. 8, Viool Ptrestant 4, Flute Harm. 4, Piccolo 2, Harmonica III 2 2/3, Clarinet 8
3de Manuaal (Zwelwerk)
Lieflijk Gedekt 16, Viool Prestant 8, Aeoline 8, Voix Celeste 8, Lieflijk Gedekt 8, Fugara 4, Flute d’amour 4, Vox Humana 8
Pedaal
Prestant-bas 16, Subbas 16, Violonbas 16, Octaafbas 8, Cello 8, Bazuin 16, Trompet 8
Zes Koppelingen: I-II, II-III, I-III, Pedaal-I, Pedaal-II, Pedaal-III
Combinatieknoppen voor ieder klavier
Tongwerkuitlosser, Ventil, Calcant
Windaanvoer: reservoir met 4 schepbalgen, welke door twee balansen in beweging worden gebracht, twee regulateurs
 
1938 (Leichel/Sanders):
Manuaal I
Prestant 16, Octaaf 8, Holfluit 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2 Mixtuur IV-VI, Cornet V, Trompet 8
Manuaal II
Bourdon 16, Prestant 8, Octaaf 4, Flute harmon. 4, Nasard 2 2/3, Sifflet 2, Sexquialter II, Scherp IV, Schalmei 8, Tremulant
Manuaal III
Quintadena 8, Dwarsfluit 4, Prestant 2, Larigot 1 1/3-1, Cymbel III, Regaal 4
Manuaal IV
Gedekt 8, Viola di Gamba 8, Voix Celeste 8, Prestant 4, Flute d’amour 4, Gemshoorn 2, Tertsmixtuur III-IV, Clarinet 8, Tremulant
Pedaal
Prestantbas 16, Subbas 16, Octaaf 8, Gedektbas 8, Quint 5 1/3, Koraalbas 4, Fluit 4, Ruischpijp, Bazuin 16, Trompet 8, Klaroen 4
Koppelingen: I-II, I-III, I-IV, II-III, II-IV, III-IV, III-II, Ped-I, Ped-II, Ped-III, Ped-IV, Ped-III Super
Compinatietreden en knoppen
 
1957 (Van Vulpen):
Hoofdwerk
Quintadeen 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Spitsgamba 8*, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Spitsquint 3, Octaaf 2, Cornet V, Mixtuur VI-VIII, Trompet 8
Rugwerk
Holpijp 8, Quintadeen 8*, Prestant 4, Roerfluit 4, Octaaf 2, Woudfluit 2, Quint 1 1/3*, Sexquialter II vanaf aº, Scherp IV, Dulciaan 16*, Kromhoorn 8
Borstwerk*
Holpijp 8, Roerfluit 4, Nasard 3, Nachthoorn 2, Sifflet 1, Vox humana 8, Tremulant
Pedaal
Prestant 16, Octaaf 8, Octaaf 4, Mixtuur IV, Bazuin 16*, Trompet 8*, Trompet 4*, Trompet 2*
Koppels: Hoofdwerk-Rugwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Rugwerk
* gereserveerd
 
1980 (Van Vulpen):
Hoofdwerk
Quintadeen 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Spitsquint 3, Octaaf 2, Cornet V, Mixtuur VI-VIII, Trompet 8
Rugwerk
Holpijp 8, Quintadeen 8, Prestant 4, Roerfluit 4, Octaaf 2, Woudfluit 2, Quint 1 1/3, Sesquialter II vanaf aº, Scherp IV, Dulciaan 16, Kromhoorn 8
Borstwerk
Holpijp 8, Fluit 4, Nasard 3, Nachthoorn 2, Flageolet 1, Vox Humana 8, Tremulant
Pedaal
Prestant 16, Octaaf 8, Octaaf 4, Mixtuur VI, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4, Trompet 2
Koppels: Hoofdwerk-Rugwerk, Hoofdwerk-Borstwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Rugwerk

Bronvermelding van het hoofdorgel

Boeken
Kruijs, M.H. van 't: disposities der verschillende orgels (1885)50, uitgave Frits Knuf, Amsterdam 1972
Tijdschriften en andere uitgaves
brochure-Oost Gebr. Bätz 3
contactbrief voor kerkenverzamelaars 28(1992)16, 64(2010)31, 65(2011)24, 70(2013)22, 123(2018)8
de Mixtuur 11(1973)202, 34(1981)123 134, 35(1981)190 194, 36-37(1982)259
de Orgelvriend 6(1981)4-5*
het Orgel 9(1954)138, 2(1955)8-9*, 10(1957)142, 1(1966)20*, 2(1988)88*, 5(1992)162-169**, 7/8(1992)270-275**, 2(1995)58*
het Orgelblad V(1962)148
kerken . . . monumenten, uitgave Rijksdienst voor de Monumentenzorg december(1977)*, (1983)*
kerkepadgids (1978)bijlage (1980)80, (82)69-70**
orgels in Ned 105

Koororgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Dorpskerk - Cunerakerk Rhenen -

Orgelhistorie

b:

Dispositie

Het koororgel is in bruikleen verkregen van het Marnix Academie Pabo te Utrecht
Foto: Anton van Daal

Bronvermelding van het koororgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig
Laatste update: 2018-10-19 16:03:23