RK kerk - Broederenkerk Hoofdorgel - parochie H Lebuïnus
In gebruik
Foto: Flip Veldmans
Broederenstraat 18
Minderbroeders
Deventer

Gemeente Deventer
Overijssel

(Kerk)gebouw

Kerk gebouwd ± 1380/84 in opdracht van prinses Eleonare van Engeland, destijds hertogin van Gelre, bij het klooster uit ± 1335/38 van de Minderbroeders Franciscanen (zie daar). De naam van de kerk, gewijd aan Lebuinus is afgeleid van dit klooster. Eleonare vond in de kerk haar laatste rustplaats. Haar grafzerk is te zien rechts van de ingang.
De kerk dateert voor het grootste deel uit de 15e eeuw en werd in de late middeleeuwen van eenbeukige kerk met een noorder dwarspand verbouwd tot tweebeukige hallenkerk..
In 1578, 1759 en 1580 plunderingen in de kerk.
Voordat de kerk in 1594 aan de hervormden werd toegewezen, was de kerk lange tijd een belangrijke plaats van het middeleeuwse katholieke geloof. De bekende Deventenaar Geert Grote (1340-1384) stichter van de beweging van Broeders en Zusters des Gemenen Levens, had in het klooster naast de kerk een kamer met een raampje waardoor hij zicht had op het altaar. Ter nagedachtenis op zijn 600e geboortedag werd in 1940 een gedenkplaat aangebracht in de voorgever naast de ingang.
De kerk kwam, nadat deze acht jaar in handen was van de calvinisten, in 1587 weer voor korte tijd in handen van de katholieken. Hier kwam een eind aan nadat Deventer in 1591 werd veroverd door Prins Maurits. Hiermee kregen de protestanten de kerk weer in handen. Onder andere de Waalse Gemeente heeft de kerk vanaf 1703 gebruikt voor haar diensten. In 1795 werd de kerk geruïneerd en achtereenvolgens gebruikt als militair magazijn en Franse kazerne. Tijdens de Franse Tijd in Nederland werden de kerken in Deventer opnieuw onderverdeeld tussen de verschillende geloven. In 1799 kwam de Broederenkerk na twee eeuwen weer in handen van de katholieken. Op Hemelvaartsdag 26 mei 1803 werd de kerk na provisorische voorzieningen getroffen, weer in gebruik genomen.
Omvangrijke verbouwing en uitbreiding in neo-gotische stijl van 1865 tot 1868 onder leiding van architect Herman Jan van den Brink (1816-1883). Hij gold als belangrijke vertegenwoordiger van de z.g. "stukadoorsgotiek". Hij werd geassisteerd door de jonge opzichter G. van Riele (1833-1911), die later de hoge neo-gotische dakruiter zou ontwerpen. Bij die gelegenheid werd aan het eind van de noordbeuk een koorsluiting aangebracht en ontstond het huidige westportaal. Ook enig meubilair dat nu nog aanwezig is, dateert uit deze tijd.
De beide zesarmige kandelaars gingen naar de Onze Lieve Vrouw of Mariakerk te Apeldoorn.
De parochie kreeg in 1854 bij haar oprichting, de relieken van Lebuïnus in bezit. Hiervan zijn in 1878 kleine delen aan de parochianen weggegeven. Door een edelsmid is een nieuwe reliekschrijn gemaakt, waarin volgens de overlevering beenderen ingesloten zijn van Lebuïnus, de heilige Marcellinus, de voormalige bisschop Radbouw en Mildreda. Verfraaïng van het interieur, waarvan het gesmede altaar van Brom in de noordelijke absis een fraai voorbeeld is.
Het orgel is in 1868 opgesteld op een galerij tegen de westgevel, die over de gehele breedte van zuidbeuk en noortdbeuk is aangebracht. Het front is zodanig vorm gegeven dat het venster in de westgevel grotendeels zichtbaar is gebleven.
Polychromering en verdere beschildering van het interieur van 1926 tot 1931. Tussen 1950 en 1954 werd de polychromeerwerk ongedaan gemaakt, en werden de gewelven afgebikt.
In 1972 herindeling van het interieur.
Tussen 1981 en 1984 constructief herstel van de kerk: een deel van de gewelven werd opnieuw bepleisterd (globaal overeenkomend met de oudere bouwdelen). De inrichting van de kerk veranderde ingrijpend. De bankenblokken in de zuidbeuk, gericht op het hoogaltaar kwamen te vervallen. In plaats hiervan kreeg de kerk een blikrichting overdwars, rond een celebratie-altaar, opgesteld midden in de zuidbeuk. In de zuidelijke absis werden neogotische wandschilderingen, die later overgewit waren, blootgelegd en hersteld.
In 1992 is bij de entree van de kerk een stiltecentrum aangebracht. Dit wordt dagelijks door vele mensen bezocht om in de drukte van de stad tot rust en gebed te komen.
In 2012 werd een begin gemaakt met de restauratie van de Broederenkerk.
Op 28 september 2014 is de kerk, na bijna drie jaar restauratie, plechtig heropend in een eucharistieviering waarin kardinaal Eijk, aartsbisschop van Utrecht en Joachim Skiba, pastoor van de Heilige Lebuinus Parochie voorgingen.
Vanaf 1 januari 2009 vormen de stadsparochies één parochie van de H Lebuinus. Tot de Lebuïnusparochie behoren de Broederenkerk, de H Hartkerk, de Maria Koninginkerk, de Radboutkapel en de Vianneykerk. Die parochies zijn per 1 januari 2010 geheel fuseren. Daarbij werd dat de parochie Zuidwest-Salland. Onduidelijk is nog wat dit allemaal voor consequenties heeft voor de gebouwen.
De Broerenkerk blijft als enige RK kerk in Deventer over.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig

Hoofdorgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
RK kerk - Broederenkerk Hoofdorgel - parochie H Lebuïnus Deventer -

Orgelhistorie

b:
r: Lohman ??
b: Orgelfabriek Carl en Richard Ibach, Barmen (D) 1868; de twee neogotische orgelkassen werden ontworpen en vervaardigd door Wilhelmus Gerardus van Poorten (1804-1874), beeldhouwer te Deventer, die in 1838 ook de preekstoel had geleverd. De kassen zijn verbonden door een baldakijn; M II vp: Hw 13-Pos 11-Ped 8
r: Fa. Maarschalkerweerd & Zn., Utrecht 1928; herstelwerkzaamheden, Fugara 4 opgeschoven tot Voix Céleste 8 en de Fagot & Oboe vervangen door een nieuwe Hobo
r: Fa. L. Verschueren, Heythuysen 1953/55; ingrijpende verbouwing: nieuwe elektro-pneumatische tractuur en een nieuwe vrijstaande speeltafel naar het Amerikaans-Engelse model, dispositie gewijzigd en uitgebreid tot 39 registers over 3 manualen en pedaal, klavieromvang uitgebreid van f3 tot g3, de pedaalomvang van d1 tot f1 er werden naast alle oude laden, naast de hoogste toon, aanvullinglaatjes geplaatst. De beide kassen werden tot één geheel verbonden door toevoeging van een middenfront; EP III vp: Hw 13-Pos 7-Zw 11-Ped 8
adviseur dr P.J. de Bruyn namens de KKOR
Op 17 april 1955 vond de ingebruikneming plaats met een bespeling door Albert de Klerk
- de kerkrestauratie in het begin van de 80-er jaren, maakte demontage van het gehele orgel noodzakelijk in verband met herstellingen aan het pleisterwerk van muren en gewelven rond het orgel
- De Fa. Verschueren te Heythuysen deed in 1981 offerte voor de- en re-montage van het orgel met wat aanvullend herstel.
r: Fa. Verschueren, Heythuysen 1982; veel meer aan het werk gerestaureerd, de windladen bleken lek,, ook aan bedrading en trekbalgjes werd veel hersteld. De dispositie omnderging enkele kleine wijzigingen: de Terts 1 3/5 van het Positief werd veranderd in een Nasard 2 2/3, bij de Sexquialter van het Zwelwerk werd het 1 1/7 koor verwijderd
r: 2012

Dispositie

1868 (Ibach volgens Van 't Kruijs):
1e Manuaal C-f3
Praestant 16, Praestant 8, Holpijp 8, Fluit major 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Holfluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Mixtuur V 2, Cornet IV 4, Fagot 16, Trompet 8
2e Manuaal C-f3
Bourdon 16, Bassethoorn 8, Salicionaal 8, Fluittravers 8, Roerfluit 8, Fernfluit 8, Gemshorn 4, Fugara 4, Fluit douce 4, Flageolet 2, Fagot & Oboe 8
Pedaal C-d1
Praestant 16, Subbas 16, Octaafbas 8, Violoncel 8, Octaafbas 4, Bazuin 16, Trompet 8, Clairon 4
Manuaal Koppel, Pedaal Koppel
Calcantenklok, Ventiel
 
1955 (Verschueren):
Hoofdwerk (I)
Prestant 16, Prestant 8, Gamba 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Kwint 2 2/3, Octaaf 2, Sesquialter II, Mixtuur III-V, Cornet V vanaf gº, Fagot 16, Trompet 8
Positief (II)
Roerfluit 8, Prestant 4, Dwarsfluit 4, Octaaf 2, Terts 1 3/5, Scherp III-IV, Dulciaan 8
Zwelwerk (III)
Bourdon 16, Viool Prestant 8, Tolkaan 8, Fernfluit 8, Roerfluit 8, Zing Prestant 4, Gemshoorn 4, Flageolette 2, Sesquialter II-III, Mixtuur III-IV, Hobo 8
Pedaal
Prestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Octaaf 4, Mixtuur II-III, Bazuin 16, Trompet 8, Klaroen 4
 
1982 (Verschueren):
Hoofdwerk (I) C-g3
Prestant 16, Prestant 8, Holpijp 8, Gamba 8 (C-H gec. met Holpijp), Octaaf 4, Roerfluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Cornet IV vanaf gº, Sesquialter II 1 1/3, Mixtuur V 2, Fagot 16, Trompet 8
Positief (II) C-g3
Roerfluit 8, Prestant 4, Dwarsfluit 4, Nasard 2 2/3, Octaaf 2, Scherp III-IV 1, Dulciaan 8
Zwelwerk (III) C-g3
Bourdon 16, Vioolprestant 8, Tolkaan 8, Fernfluit 8, Roerfluit 8, Zingend prestant 4, Gemshoorn 4, Flageolet 2, Sesquialter II 1 1/3, Mixtuur III-IV 1 1/3, Hobo 8
Pedaal C-f1
Prestant 16, Subbas 16, Octaafbas 8, Octaaf 4, Mixtuur II-III 2 2/3, Bazuin 16, Trompet 8, Klaroen 4
Koppels I-II, I-III, II-III, Ped-I, Ped-II, Ped-III, Ped-III 4
Vaste en vrije combinaties. Automatisch pianopedaal.
Vrijstaande speeltafel. Zwelwerk met reeksen korte jaloezieën boven alkaar.

Geen
foto
beschikbaar

Bronvermelding van het hoofdorgel

Boeken
Dijk, Rogér van: Geschiedenis en restauratie van het Ibach-orgel in Bergen op Zoom (2011)119-120*
Gierveld: het ned huisorgel in de 17e en 18e eeuw 266
Kruijs, M.H. van 't:disposities der verschillende orgels (1885)47, uitgave Frits Knuf, Amsterdam 1972
Tijdschriften en andere uitgaves
150 jaar Adema Orgelbouw sinds 1855 (2006)82
contactbrief voor kerkenverzamelaars 61(2009)24
de Mixtuur 17(1975)337
het Orgel 6(1991)217-226 (7 foto's*)
kerkepadgids (1979)11
Laatste update: 2016-11-08 11:02:48