RK kerk H Petrus
In gebruik
Foto: Flip Veldmans
Kloosterdreef 29
Woensel zuid - Mensfort
Eindhoven

Gemeente Eindhoven
Noord-Brabant

(Kerk)gebouw

Het dorp Woensel was het grootste dorp rond Eindhoven, Woensel betekent eigenlijk Wodansel. Het was oudtijds een offerplaats voor de Germaanse god Wodan. Vanouds staat de parochiekerk van Woensel onder bescherming van de H. Petrus, onder de titel van Sint Petrus’ Stoel te Antiochië. Antiochië was de eerste bisschopszetel (stoel) van Petrus, nadat deze uit Jeruzalem was vertrokken. Moederparochie van verschillende dorpen in de omgeving. Zelfs de moederparochie van de stad Eindhoven, die in 1232 stadsrechten kreeg.
In 1419 stond in de Oude Torenstraat al een Sint-Petruskerk, waarvan alleen de Oude Toren over is. De toren staat op het Oude Kerkhof. Aan die toren is nu een aula gebouwd.
Nadat in 1800 de spits van de Oude Toren waaide en de bijbehorende kerk in 1815 werd gesloopt, ontstond er een jarenlange discussie over de plaats van herbouw van de kerk. Om een eind te maken aan de touwtrekkerij wees Mgr. Zwijssen in 1873 de plaats aan waar men een nieuwe kerk zou gaan bouwen: aan het toenmalige Fellenoordse kerkepad (nu: Kloosterdreef).
Nieuwe kerk gebouwd in 1874/75 naar ontwerp van architect Hendrik J. van Tulder (1819-1903) aan de Kloosterdreef. De kerk is een neogotische kruisbasiliek met ruim 700 zitplaatsen.
De altaren, communiebanken, preekstoel en biechtstoelen zijn gemaakt door de beeldhouwers C. Jansen en H. Jonkers.
De kruisbasiliek heeft als karakteristieke elementen in het interieur de bundelpijlers en de versieringen boven de scheibogen. De oorspronkelijke toren stortte bij de bouw in 1875 in, terwijl later dat jaar tijdens een zware storm het dak werd beschadigd.
Alle tegenslagen ten spijt werd de nieuwe kerk - zonder toren - op 26 april 1880 ingewijd.
De bouw van de huidige toren begon in 1913. In de toren hangen 3 luidklokken: Petrus 1916 (2250 kg.), Maria 1915 (1500 kg.), hergoten in 1959 en Gerardus 1959 (850 kg.). Van buiten oogt de monumentale kerk sober, van binnen is ze rijkelijk op neogotische wijze versierd.
De Mariakapel is links achter in de kerk. Het beeld van Maria is bijzonder omdat het omstreeks 1850 uit de Dommel werd gevist. De houten beelden dateren uit de periode 1877-1894. Sommige beelden zijn ouder dan de kerk en afkomstig uit de schuurkerk van Woensel.
In 1920 kregen de kerkgangers in de Woenselse Sint Petruskerk te horen dat er een vijfde Woenselse parochie gesticht zou worden met een eigen kerk op de hoek van de Boschdijk en de Frankrijklaan. Het werd de Sint Pauluskerk (zie daar).
De altaren met houtsnijwerk zijn ter gelegenheid van het priesterjubileum van pastoor Suetens in de jaren veertig vervaardigd door de Fa. Jonkers te 's Hertogenbosch. Aan weerszijden van de sacristiedeuren hangt een houtsnijwerk bustereliëf van HH Petrus en Paulus, afkomstig van de preekstoel uit de voormalige St Pauluskerk.
Het beeld van de geknielde Pastoor van Ars is afkomstig uit de voormalige Pastoor van Arskerk. De doopvont is afkomstig uit de voormalige Rozenkranskerk van Tongelre, het koperen deksel en de sierarm zijn uit de St. Petruskerk en dateren uit 1907.
De kerk is een rijksmonument en behoort met de toren van 76 m tot de hoogste kerken in Nederland. De kerk is vanaf 2012 de parochiekerk voor Eindhoven Noord.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Jespers, Frans & Sleuwen, Ad van: tot roem van zijn makers (1978)27 33 51 160 175-176 192
Jespers, Frans: brabants orgelbezit (1975)134, uitgave prov. genootschap van kunsten en wetenschappen in noord-brabant, 's-hertogenbosch
Jespers, Frans: repertorium van orgels en orgelmakers in Noord-Brabant tot omstreeks (1900)333-334 aanv III 121, het Noordbrabants Genootschap 1983
Tijdschriften en andere uitgaves
contactbrief voor kerkenverzamelaars 48(2002)39, 57(2007)39, 66(2011)35, 68(2012)38
gedenkboek Houët 62 66, het Noordbrabant Genootschap, 's Hertogenbosch 1980
gegevens van Gerrit van de Waal
orgelmaker Van Hirtum 10

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
RK kerk H Petrus Eindhoven -

Orgelhistorie

b: ?? vóór ??; kabinetorgel M I:
o: Van Hulst, Nijmegen 1836
b: J.J. Vollebregt & Zn., 's Hertogenbosch 1852, in kas van Van Hulst (??); Het orgel had twee klavieren en geen pedaal, het tweede klavier was echter niet aangesloten. Blijkbaar was men van plan het orgel ooit te voltooien, maar dit is nooit gebeurd; M I: Man 8
r: F. Franssen, Roermond 1871/72; herstel
o: in 1876 naar de nieuwe neogotische kerk
- Het orgel werd gesloopt
b: Fa. E.F. Walcker, Ludwigsburg 1896/97; Pn II vp: 22 registers
Het orgel werd in het voorjaar van 1897 in gebruik genomen
- Het orgel bleef hierna lange tijd ongewijzigd
- In 1954 was een restauratie noodzakelijk. Hubert Schreurs stelde een rapport op, en diende een bestek in met wijzigingen en uitbreidingen
r: Fa. Adema-Schreurs, Amsterdam 1955; het orgel werd uitgebreid van 21 naar 29 registers. Hoewel nieuwbouw in de oude kas eigenlijk het meest wenselijk werd geacht, diende een groot deel van het bestaande pijpwerk opnieuw te worden gebruikt. Wel werd het aangepast, ingekort en opgeschoven. De pneumatiek werd vervangen door een electrische tractuur. Het zwelwerk werd uitgebreid met een nieuwe windlade. Schreurs plaatste op het zwelwerk een Hobo 4. Het front werd ook hoger geplaatst; EP II vp: Hw 10-Zw 12-Ped 7
Op 10 en 11 april 1955 werd het instrument opnieuw in gebruik genomen
- Fa. Adema-Schreurs te Amsterdam, onderhoud tot 2014
- Na ruim dertig jaar was een nieuwe restauratie noodzakelijk, wegens houtworm en slijtage van leren onderdelen
r: Fa. Adema, Amsterdam 1992, groot onderhoud geholpen door vele vrijwilligers. De Hobo 4 werd opgeschoven tot een Hobo 8, en het groot octaaf werd bijgemaakt. De originele handbediende windvoorziening is buiten werking maar nog wel aanwezig; EP II vp: Man I 10-Zw 12-Ped 7
Met Pasen 1992 kon het orgel weer in gebruik worden genomen
- Gerrit van der Waal, onderhoud en stemmen mede uit naam van de Stichting Orgel Behoud

Dispositie

1852 (Vollebregt volgens Broekhuyzen):
Manuaal
Prestant 8, Bourdon 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Octaaf 2, Cornet V discant, Dulciaan 8, Tremulant
Geen pedaal
Het orgel was ingericht voor twee Clavieren
Twee blaasbalgen, Ventil
 
1897 (Walcker):
Hoofdwerk
Bourdon 16, Principal 8, Bourdon 8, Viola di Gamba 8, Doppelflote 8, Stentor solo flote 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Mixtuur 2 2/3, Trompet 8
Zwelwerk
Geigenprinzipal 8, Lieblich Gedeckt 8, Salicional 8, Aeoline 8, Voix Celestes 8, Stentor flote 8, Flauto dolce 4, Vox humana 8
Pedaal
Subbas 16, Violonbas 16, Octavbass 8, Posaunenbas 16
 
1955 (Walcker/Adema-Schreurs):
Manuaal I C-g3
Bourdon 16, Praestant 8, Fluit Harmoniek 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Doublette 2, Mixtuur III 2, Sexquialter II, Trompet 8
Zwelwerk C-g3
Principaal 8, Salicionaal 8, Vox Coelestis 8 vanaf fº, Roerfluit 8, Praestant 4, Open Fluit 4, Quint Fluit 2 2/3, Flagiolet 2, Terts 1 3/5, Ripiëno II, Trompet Harmoniek 8, Hobo 4
Pedaal C-f1
Contrabas 16, Subbas 16, Open Bas 8, Gedekt 8, Open Fluit 4, Zwegel 2, Bazuin 16
 
1992 (Walcker/Adema-Schreurs):
Manuaal I C-g3
Bourdon 16, Praestant 8, Fluit Harmoniek 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Doublette 2, Mixtuur II-III 2, Sexquialter II, Trompet 8
Zwelwerk C-g3
Principaal 8, Salicionaal 8, Vox Coelestis 8 vanaf fº, Roerfluit 8, Praestant 4, Open Fluit 4, Quint Fluit 2 2/3, Flagiolet 2, Terts 1 3/5, Ripiëno II, Trompet Harmoniek 8, Hobo 8
Pedaal C-f1
Contrabas 16, Subbas 16, Open Bas 8, Gedekt 8, Open Fluit 4, Zwegel 2, Bazuin 16
Koppelingen: Hoofdwerk - Zwelwerk, Hoofdwerk - Zwelwerk 16', Pedaal - Hoofdwerk, Pedaal - Zwelwerk.
Speelhulpen: Vrije combinatie, Vaste combinaties (pp - p - f - ff - t), Generaal crescendo, Automatisch pedaal, Tongwerken af
Temperatuur: evenredig zwevend. Tractuur: electrisch. Kegelladen
Foto: Michiel van 't Einde

Bronvermelding van bovenstaand orgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig
Laatste update: 2017-11-10 10:15:12