Muziekcentrum Frits Philips Hoofdorgel
In gebruik

Geen
foto
beschikbaar

Heuvel Galerie 140
Eindhoven

Gemeente Eindhoven
Noord-Brabant

(Kerk)gebouw

Muziekcentrum Frits Philips is gebouwd in 1989.
Al bij het ontwerp van de Grote Zaal werd rekening gehouden met de plaatsruimte voor een groot symfonisch orgel. Aanvankelijk werden de mogelijkheden onderzocht het Pels-orgel (1962) uit het Groot-Auditorium van de TH Eindhoven na aanpassingen en wijzigingen over te plaatsen naar het nieuwe muziekcentrum. Dankzij een vorstelijke bijdrage van de Rabobank konden in 1990 de orgelbouwplannen een concrete fase ingaan.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig

Hoofdorgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Muziekcentrum Frits Philips Hoofdorgel Eindhoven -

Orgelhistorie

b: Fa. Pels & van Leeuwen, 's Hertogenbosch 1990/93; als uitgangspunt werd het werk van de Franse orgelmaker Aristide Cavaillé-Coll (1811-1899) gekozen. Het frontontwerp werd gerealiseerd in samenspraak met de architect van de zaal, ir. Rob van Aken; M III vp: Hw 10-Pos 12-Zw 9-Ped 7
- In 1990 werd de bouwopdracht gegeven
adviseur drs Hans van der Harst
het orgel werd op 12 maart 1993 in gebruik genomen met een concert door Het Brabants Orkest met de organisten Maurice Pirenne, Tijn van Eijk en Aart Bergwerff

Dispositie

1993 (Pels & van Leeuwen):
Hoofdwerk (I) C-c4
Prestant 16, Prestant 8, Violoncello 8, Flûte harmonique 8, Bourdon 8, Octaaf 4, Octaaf 2, Mixtuur IV-VI 2, Trompet 8, Trompet 4
Positief (II, in zwelkast) C-c4
Bourdon 16, Salicionaal 8, Holpijp 8, Quintadena 8, Salicet 4, Fluit 4, Nasard 2 2/3, Octaaf 2, Terts 1 3/5, Piccolo 1, Trompet 8, Clarinet 8, Tremulant
Zwelwerk (III, in zwelkast) C-c4
Viola di Gamba 8, Voix Célèste 8, Dwarsfluit 8, Flûte oxtaviante 4, Flageolet 2, Basson 16, Trompet 8, Basson-Hobo 8, Vox Humana 8, Tremulant
Pedaal C-g1
Bourdon 32 (vanaf cº tr. van Subb. 16), Contrabas 16, Subbas 16, Open Fluit 8, Fluit 4, Bazuin 16, Trombone 8
Koppelingen: I-II, I-III, II-III, P-I, P-II, P-III
De speeltafel is direct tegen de onderkast geplaatst. De orgelbank is electrisch verstelbaar. Er zijn twee uitwisselbare pedaalklavieren (een Mechels en een radiaal-concaaf) en 256 vrije combinaties, vier instelbare vaste combinaties alsmede een instelbaar Generaal-crescendo en een instelbaar Tutti.
Mechanische tractuur voor de Manualen en het Pedaal. Electrische tractuur voor de registerbediening. Voorts zijn daar acht regulateurbalgen aangebracht.
Het Zwelwerk staat achter het Hoofdwerk. Het Positief daarboven op de 2e etage.
Toonhoogte: a1 = 441,8 Hz. bij 22º C. Winddruk manualen 90 mm., winddruk pedaal 102 mm.

Geen
foto
beschikbaar

Bronvermelding van het hoofdorgel

Boeken
-
Tijdschriften en andere uitgaves
brabants orgelrijkdom (2010)4*, uitgave brabantse orgelfederatie
het Orgel 3(1993)80-81*, 10(1994)366-371 (4 foto’s*)
Laatste update: 2017-02-07 10:07:12