RK kerk Onze Lieve Vrouwe - Munsterkerk hoofdorgel
In gebruik
Foto: Flip Veldmans
Munsterplein 1
Munsterstraat 3
Roermond

Gemeente Roermond
Limburg

(Kerk)gebouw

Cisterciënzerabdij gesticht in 1218 door graaf Gerard IV van Gelre samen met zijn moeder, Richardis van Scheyern-Wittelsbach. Twee jaar later werden klooster en kerk gewijd. Richardis von Wittelbach, weduwe van graaf Otto I werd de eerste abdis van dit Cisterciënzer vrouwenklooster.
De Munsterkerk is Abdijkerk van het Onze lieve Vrouweklooster. De bouw van de kerk verliep in fasen. Tussen 1220 en 1244 werd het schip van de kerk gebouwd. Daarvoor moet al begonnen zijn met de bouw van de koorpartij, een precieze datum daarvan is echter niet bekend. Nadat het schip voltooid was, werd begonnen met de westkant van de kerk, deze is, waarschijnlijk door de slechte gesteldheid van de bodem, echter nooit voltooid. De kerk is het enige restant van het Penitentenklooster. De enige kerk in Nederland in laat-romaanse stijl.
Eigenlijk was de kerk veel te groot en weelderig voor de kloosterorde. De reden hiervan was dat de graaf van plan was om de kerk ook als praalgraf voor hem en zijn opvolgers te gebruiken. Uiteindelijk werden alleen de graaf en zijn gemalin rond 1230 in de kerk bijgezet. Laat-romaanse natuurstenen 13e eeuwse graftombe onder de vieringstoren van graaf Gerard IV van Gelre (+ 1229) en zijn vrouw Margarethe van Brabant (+ 1231)
Kapel van de Munsterabdij tot 1791.
Tribunes boven de zijbeuken en gedeeltelijk in het westwerk als herinnering aan de contemplatieve zusters.
De kerk is een in natuursteen opgetrokken laatromaanse kruisbasiliek met een klaverbladvormige oostpartij en een hoog opgaande westbouw. Boven de oostelijke kruising is een achthoekige vieringstoren gebouwd.
Grafmonument van Gerard IV van Gelre (1207-1229) en Margaretha van Brabant (± 1230).
Het schip verrees tussen 1224 en 1244, de westbouw tussen 1244 en ± 1260. Twee poortpilasters bekroond met pijnappels. Het schip heeft boven de zijbeuken galerijen en daarboven een loopgang. Het interieur wordt gedekt met kruisribgewelven. De drie straalkapellen in het koor zijn onderling verbonden.
In 1218 werd door Engelbert, aartsbisschop van Keulen het toen voltooide koor ingewijd. Dit is met het transept het oudste gedeelte, en verraadt veel Keulse invloeden, in ± 1224 werd met de bouw begonnen.
De drie halfronde nissen om het halfronde koor verraden Franse invloeden. Nog romaans maar hoger uitgevoerd, is de tweede bouwfase.
Een houten borstbeeld van H. Brigida van Kildare als reliekhouder uit de 14e eeuw, evenals een kruisbeeld.
Brabants-altaar uit 1500.
Beelden van Onze Lieve Vrouwe Vogelsangh en St. Bernardus, alsmede beelden van een Graflegginggroep uit het begin van de 16e eeuw uit het atelier van de meester van Elsloo.
Een altaarretabel met gesneden middenstuk en beschilderde luiken werd ± 1530 in Antwerpen vervaardigd.
Aan de noordzijde van de voormalige abdijkerk is de vroegere ingang.
Het Marianum toont aan de oostzijde een 16e eeuws Mariabeeld en aan de westzijde een 19e eeuws Mariabeeld.
In 1665 liep de kerk tijdens een stadsbrand ernstige schade op. Bij herstelwerkzaamheden werd een lantaarnvormige barokke klokkentoren aan de kerk toegevoegd en kwam op de koepeltoren een gebogen dak.
Totdat de Fransen in 1796 een verbod op kloosterorden instelden werd de kerk samen met de naastgelegen gebouwen gebruikt door de cisterciënzers. Nadien kreeg de abdij verschillende andere bestemmingen, zoals een kazerne, een gevangenis en een paardenstal. In 1803 werd de kerk weer gebruikt voor de eredienst. Het klooster zelf verpauperde en werd in 1924 gesloopt.
Glas-in-loodramen in de transepten en boven in de westbouw uit de 19e eeuw uit het atelier Frans Nicolas. De gebrandschilderde ramen in het koor werden in 1953 gemaakt door G. Waterschoot van der Gracht.
D. Wildschut schilderde de ramen in schip en westbouw.
Restauratie interieur in 1850 onder leiding van architect dr P.J.H. Cuypers.
De kerk was in de 19e eeuw in slechte staat geraakt, reden voor koning Willem II om na een bezoek aan Roermond geld te schenken voor het benodigde onderhoud.
Zeer ingrijpende restauratie 1864/1891 onder leiding van architect dr P.J.H. Cuypers, waarbij gepoogd is het oorspronkelijke plan te voltooien. De torens en de westbouw zijn ingrijpend gewijzigd. Voorbeeld van negentiende-eeuwse restauratiedwang, waarbij het oorspronkelijke bouwwerk vaak hevig verbouwd werd.
In 1865 werd een begin gemaakt met een grote restauratie van de westbouw van de kerk. De twee torentjes op het oosten ontdeed hij van hun lage achtkantige bovenbouw en liet ze hoger en vierkant de lucht in schieten. De vieringskoepel slankte hij in de hoogste af, terwijl de forse barokke klokketoren op het westwerk werd vervangen door twee grote vierkante torens.
De vloer werd verlaagd tot het oorspronkelijke niveau en oude kalk- en pleisterlagen binnen het interieur moesten plaatsmaken voor nieuwe versieringen.
In 1924 werden de laatste dertien-eeuwse vleugels van de abdij afgebroken.
Restauratie van de kerk in 1959 onder leiding van H. Huisintveld en F. Deltrap.
De aardbeving van 13 april 1992 heeft schade toegebracht aan deze kerk. Het sacramentsaltaar en de gewelven zijn ernstig beschadigd. Aan de oostzijde zal de kerk twee boventorens moeten missen. Na de sloop zijn ze opnieuw opgebouwd.
In begin juni 1993 is met de restauratiewerkzaamheden begonnen. Medio 1994 waren de werkzaamheden afgerond.
In het testament van de in 2003 overleden parochiaan Alphonse Schmitz was een groot bedrag bestemd voor de Munsterkerk. De kerk moest worden opgeknapt met als bijzondere voorwaarde dat de koepel blauw geschilderd wordt met gouden sterren. En de beide niet originele kroonluchters moeten vervangen worden door echte gotische kroonluchters.
De kerk is vanaf september 2004 gerestaureerd. De kerk is volledig schoongemaakt van de vele roetaanslag van de kaarsen.In de koepel is het blauwe plafond aangebracht met gouden sterren.
Tijdens de restauratie zijn ook twee wandschilderingen gevonden die vermoedelijk uit de 13e eeuw dateren.
Op zondag 6 februari 2005 is de kerk weer in gebruik genomen.
Het grafmonument van graaf Gerhard IV van Geldre en zijn vrouw Margarethe van Brabant werd in 2007 gerestaureerd. Het praalgraf is het oudste nog bestaande voorbeeld van een tombe waarop zowel de man als de vrouw zijn afgebeeld. Na het grafmonument van Willem van Oranje te Delft is in Nederland dit monument te Roermond het belangrijkste praalgraf.
In de Munsterkerk is in 2013 een unieke reliekenschat gevonden. Achter een gemetseld muurtje onder een altaar in de galerij van de kerk lagen 55 schedels en botten en twee complete lichamen.Het was al 2 jaar bekend dat op die plek relieken lagen. Dat was met endoscopisch onderzoek aangetoond. Maar dat het zo veel schedels waren, hadden de onderzoekers niet verwacht.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig

Hoofdorgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
RK kerk Onze Lieve Vrouwe - Munsterkerk hoofdorgel Roermond -

Orgelhistorie

b: Jean Baptiste le Picard 17e eeuw (Westfaalse orgelmaker Conradus Ruprecht II tussen 1704 en 1715 ??) vóór ROERMOND RK klooster Minderbroeders - Minderbroederskerk (zie daar). M II ap:
o: Na de sluiting van de Minderbroederskerk kwam het orgel, na een uitbreiding, in 1797 in de RK kerk - Munsterkerk te ROERMOND terecht. Het orgel is in 1798 aan kerkmeester Meyer verkocht en in 1803 door kerkmeester Meyer aan de Munsterkerk geschonken
- onderhoud F. en L. Louvigny te Roermond vanaf 1844
r: F. en L. Louvigny, Roermond ± 1850; orgel vrij ingrijpend gewijzigd
volgens de in 1873 opgemaakte inventarislijst: "een orgel met 27 registers in eenen hoek van het zangkoor"
onderhoud 1888 Gebrs. Franssen, Roermond
o: UTRECHT Gereformeerde kerk - Oosterkerk aan het Maliebaan Gebrs. Franssen, Roermond 1890/91 (1897); het orgel werd drastisch gewijzigd; Pn II vp:
op 20 april 1890 schonk Albert, bruggraaf van Aefferden 10.000 franken tot aankoop van een nieuw orgel
b: Fa. Gebrs. Franssen, Roermond 1890/91; orgelkas ontworpem door architect P. Cuypers; M II vp:
b: Fa. L. Verschueren, Heythuysen 1947; met oud materiaal, het orgel werd uitgebreid en de oorspronkelijke orgelkas werd verwijdigd; EP III vp: Hw 10-Pos 9-Zw 12-Ped 9
ingespeeld 1947 door Nic. Zeyen, Roermond; adviseur dr C. Huigens ofc
er zijn plannen om het orgel terug te restaureren naar de situatie van 1890 in de oorspronkelijke orgelkas van Cuypers (in bezit van Orgelbouwer Verschueren te Heythuysen)

Dispositie

1947:
Hoofdwerk (manuaal I)
Bourdon 16, Prestant 8, Bourdon 8, Salicionaal 8, Octaaf 4, Dwarsfluit 4, Kwint 2 2/3, Octaaf 2, Mixtuur IV-V-VI, Trompet 8
Positief (manuaal II)
Bourdon 8, Gemshoorn 8, Prestant 4, Blokfluit 4, Kwint 2 2/3, Zwitsersepijp 2, Terts 1 3/5, Cimbel IV, Kromhoorn 8
Zwelwerk (manuaal III)
Kwintadeen 16, Hoornprestant 8, Gamba 8, Holpijp 8, Prestant 4, Fluit 4, Piccolo 2, Nachthoorn 1, Scherp IV-V-VI, Dulciaan 16, Solotrompet 8, Hobo 4
Pedaal
Prestantbas 16, Subbas 16, Octaafbas 8, Gedekt 8, Prestantbas 4, Mixtuur III, Bazuin 16, Trompet 8, Klaroen 4
Foto: Anton van Daal

Bronvermelding van het hoofdorgel

Boeken
Dijk, Peter van/Oost, Ger: Utrecht Orgelstad (1981)49*
Janssen: Roermond monumentaal deel 2, kerken, kloosters en kapellen, uitgave stichting open monumentendag (2004)4-5****
Quaedvlieg, G.M.I.: kerkorgels in Limburg (1975)19, uitgave provinciaal comité Limburg monumentenjaar
Tijdschriften en andere uitgaves
contactbrief voor kerkenverzamelaars 28(1992)25, 30(1993)40, 31(1994)45, 33(1995)32, 35(1996)25, 52(2004)37, 53(2005)38, 55(2006)40, 59(2008)36 37
de Mixtuur 19(1976)386, 53(1986)134
de Orgelvriend 7(1980)24-25*
gedenkboek bij gelegenheid van het 60-jarig bestaan Fa. L. Verschueren (1891-1951)9 16 27*
het Orgel 7/8(1985)358
kerken . . . monumenten, uitgave Rijksdienst voor de Monumentenzorg december(1977)*
kerkepadgids (1978)bijlage, (1982)61-62*
Laatste update: 2017-12-19 09:48:27