RK klooster en Abdijkerk Rolduc hoofdorgel
In gebruik
Foto: Anton van Daal
Heyendallaan 82
Rolduc
Kerkrade

Gemeente Kerkrade
Limburg

(Kerk)gebouw

Abdij in 1104 gesticht, bouw van een klein kerkje begonnen door de kluizenaar Aalbertus van Antoing (Ailbert) een kanunnik afkomstig uit Doornik. Abdij voor de reguliere kanunniken van Sint Augustinus (Augustijner koorheren).
In 1108 is het het kerkje afgebroken en werd begonnen met de bouw van een heiligdom dat zou bestaan uit een crypte en een bovenkerk. De kerk is bijzonder vanwege het koor, dat een klaverbladvormige plattegrond heeft. Het westelijk deel bestaat uit een verhoogd middenschip, in vier rechthoekige gewelfvlakken verdeeld en twee smalle zijschepen. Ingangen in de noordelijke en zuidelijke zijmuur en in de oostelijke wand van het noordelijk dwarsschip.
In 1108 werd de crypte volledig gebouwd, sporen van twee trappen zijn in de cryptewand aanwezig. De crypte wordt door zuilen of pijlers gedragen, kunstig bewerkt.
In de loop van de eeuwen werd het een machtig complex: zeer grote abdij, een prachtige kloosterkerk en een menigte van bijgebouwen. Abdij Rolduc in Kerkrade is het grootste abdijcomplex in de Benelux en een van de grootste rijksmonumenten van Nederland.
Otbertus, bisschop van Luik wijdde op 13 december 1108 de crypte en het uitgezette kerkterrein ter ere van H. Moeder Gods Maria en H. Aartsengel Gabriël.
In 1130 werd op de fundering van de absiden van de crypte het priesterkoor opgetrokken. In het midden van de 16e eeuw door een gotische constructie vervangen.
In 1138 werden de muren van het dwarsschip hoger opgetrokken en overdekt met drie kruisgewelven zonder ribben.
De westelijke voorbouw werd met het gewelfvlak in ± 1200 aan het kerkschip toegevoegd.
In 1209 kon de kerk, die het hart van het complex vormt, worden ingewijd.
In de eerste helft van de 13e eeuw werd de tegenwoordige vorm met drie rijen kruisgewelven naar het westen verlegd met een westelijke ingang.
In de 16e eeuw werd het koor vervangen door een laat-gotisch koor.
In het koor 17e-eeuwse koorbanken en zetels met houtsnijwerk. De beide losse koorstoelen, rijk versierd, waren de zetels van de abt en de prior van de abdij.
De abdij is ontzaglijk groot: de oostelijke vleugel is honderd meter lang, gebouwd omstreeks 1750.
De vleugel aan de oostzijde met zijn torenachtige paviljoens en een fronton werd in 1751 ontworpen door architect H. Moretti te Aken.
In 1795 werd de abdij verboden en opgeheven. Na de Franse tijd is het complex niet opnieuw als abdij gaan funktioneren.
De ingang is gesloten. Tegen het einde van de 17e eeuw en in 1873 weer vrijgelegd.
In het middenpad een koperen rooster met daaronder de fraai gebeeldhouwde grafzerk van Walram III, hertog van Limburg.
Vóór in de kerk drie trappen, twee gaan omhoog naar het priesterkoor, één voert omlaag naar de crypte.
In 1831 is de abdij als seminarie ingericht (priesteropleiding en internaat voor jongens). Tegenwoordig conferentiecentrum, hotel, grootseminarie in een vleugel van het gebouw. In een andere vleugel het Mijnmuseum.
Restauratie crypte in 1853/55 onder leiding van architect dr P.J.H. Cuypers.
Het romaanse koor werd in 1853 min en meer hersteld door een reconstructie te ontwerpen op basis van de nog aanwezige fundamenten.
De crypte is in 1891/93 hersteld volgens de oude vormen. Reconstructie van het koor door architect dr P.J.H. Cuypers in 1893 en verving toen een authentiek laat-gotisch koor. Voor Cuypers prevaleerde in 1893, bij de tweede restauratie onder zijn leiding, echter het herstel van de stijleenheid. Cuypers’ koorpartij heeft, aansluitend bij de authentieke crypte en funderingen, de vorm van een klaverblad.
Het gewelf van de noordelijke arm, in 1580 door brand opzettelijk vernield, werd in 1895 hersteld. Tegen de oostelijke buitenwand van de zijdelijke arm werd toen een kleine traptoren gebouwd.
De gebrandschilderde ramen in de abdis van de crypte zijn aangebracht in 1898. Gebrandschilderde ramen van René Smeets in de transepten.
Het uitwendige van de kerk ontving bij de restauratie van 1895/1901 onder leiding van architect dr P.J.H. Cuypers zijn oude vorm; onderdelen werden nieuw aangebracht.
Het monument op het voorplein is uit 1904 en is gesticht ter ere van de kluizenaar Aalbertus van Antoing.
In het klooster is in 1974 door bisschop Jo Gijsen een Grootseminatie opgericht.
Na een restauratie van 18 jaar is het abdijcomplex in juni 1989 officicieel heropend door minister Brinkman.
Op 12 december 1996 heeft een oud-directeur van de abdij Rolduc een gedenksteen onthuld als herinnering aan de afronding van de restauratie. Die restauratie van het uitgebreide abdijcomplex heeft 25 jaar geduurd.
Momenteel is een gedeelte van de gebouwen in gebruik als hotel en congrescentrum. Een deel van het kloostercomplex staat leeg nadat het gymnasium van Abdij Rolduc in 2008 zijn deuren heeft gesloten.
Van 24 tot 28 mei 2018 probeerden ± vijftig studenten van verschillende hogescholen en universiteiten een haalbare herbestemming te bedenken en uit te werken voor het leegstaande deel van het leegstaande deel van het kloostercomplex, College Rolduc. De Week van het Lege Gebouw is een initiatief van onder meer de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en enkele architecten en docenten.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig

Hoofdorgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
RK klooster en Abdijkerk Rolduc hoofdorgel Kerkrade -

Orgelhistorie

b: Johann Schade, Keulen 1627; M II ap: Oberwerk-Unterwerk: 16 registers, alle registers gedeeld
r: Johann Heiliger 1750; ingrijpende restauratie en uitbreiding met Echowerk; M III ap:
- orgel gedemonteerd in 1836
o: AKEN Kaiser-Karl Gymnasium na 1836
- geen orgel van 1836 tot 1855
b: Gebrs. Müller, Reifferscheid 1853/55; het front was ontworpen door architect dr P.J.H. Cuypers. Het orgel stond op de westelijke tribune van de kerk; M II vp: 38 registers
- orgel in 1855 ingespeeld door Bernhard Pothast
r: P.J. Vermeulen & Zn., Weert 1902
o: MAARHEEZE RK kerk H Gertrudis 1911
b: 1911
- het orgel is door brand verwoest ± 1930 ??
b: Klais-Pereboom, Bonn/Fa. Pereboom, Maastricht 1932; geïnspireerd op Schnitger; EP III vp: 43 registers
ingespeeld op 6 maart 1932 door Pierre Zeijen
r: Fa. Flentrop, Zaandam 1955; EP III vp: Hw 13-Pos 8-Zw 13-Ped 9
r: Gebrs. Vermeulen, Weert 1996; EP III vp: Hw 13-Pos 7-Zw 13-Ped 9

Dispositie

1955:
Hoofdwerk (I) C-a3
Bourdon 16, Principal 8, Open fluit 8, Nachthoorn 8 bas/discant, Dulciana 8, Prestant 4, Roerfluit 4, Kwint 2 2/3, Gemshoorn 2, Mixtuur IV-VI, Bombarde 16, Trompet 8, Klaroen 4
Positief (II) C-a3
Roerfluit 8, Gemshoorn 8, Zingend Principal 4, Blokfluit 4, Flageolet 2, Spitskwint 1 1/3, Terts 1 3/5, Kromhoorn 8, Tremolo
Zwelwerk (III) C-a3, uitgebouwd tot a4
Zacht ged. 16, Viool Principaal 8, Spitsfluit 8, Salicional 8, Vox Caelistis 8, Octaaf 4, Dwarsfluit 4, Zwitserse Fluit 2, Nachthoorn 1, Sesquialter II, Cymbel IV, Trompet Harmonique 8, Vox Humana 8, Tremolo
Pedaal C-g1
Principal 16, Subbas 16, Echobas 16, Kwintbas 10 2/3, Octaafbas 8, Basfluit 8, Koraalbas 4, Ruispijp III-IV, Bazuin 16
Koppelingen: Hoofdwerk-Positief, Hoofdwerk-Zwelwerk, Positief-Zwelwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Positief, Pedaal-Zwelwerk
 
1996:
Hoofdwerk C-a3
Bourdon 16, Principal 8, Nachthoorn 8, Offenflüte 8, Dulciana 8, Praestant 4, Rohrflüte 4, Quint 2 2/3, Gemshorn 2, Mixture IV-VI, Bombarde 16, Trompete 8, Clairon 4
Positief C-a3
Rohrflüte 8, Gemshorn 8, Blockflüte 4, Sing. Princ. 4, Flageolett 2, Spitzquinte 1 1/3, Krummhorn 8
Zwelwerk C-a3
Liebl. Gedackt 16, Viool Principaal 8, Spitsfluit 8, Salicional 8, Vox Caelistis 8, Octaaf 4, Dwarsfluit 4, Zwitserse Fluit 2, Nachthoorn 1, Sesquialter II, Cymbel IV, Trompet Harmonique 8, Vox Humana 8, Tremolo
Pedaal C-g1
Principal 16, Subbas 16, Echobas 16, Kwintbas 10 2/3, Octaafbas 8, Basfluit 8, Koraalbas 4, Ruispijp III-IV, Bazuin 16
Koppelingen: Hoofdwerk-Positief, Hoofdwerk-Zwelwerk, Positief-Zwelwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Positief, Pedaal-Zwelwerk
Foto: Anton van Daal

Bronvermelding van het hoofdorgel

Boeken
Harst, Hans van der: brochure St Lambertusk Kerkrade 8
Jespers, Frans: Sieur Jacobus Zeemans - d'Hüskes nr 23 13(1992)66
Jespers, Frans: repertorium van orgels en orgelmakers in Noord-Brabant tot omstreeks (1900)192
Quaedvlieg, G.M.I.: Kerkorgels in Limburg (1975)11; uitgave Provinciaal Comit‚ Limburg
Zeijen: brochure Abdijkerk Rolduc**
Tijdschriften en andere uitgaves
250 jaar orgelmaker Vermeulen 45 83
brochure kloostergebouwen Rolduc en foto's
contactbrief voor kerkenverzamelaars 22(1989)27
het Orgel 1(1989)17-18
kerkepadgids (1980)77* 78*, (1989)50-53**
orgelfestival Limburg (2003)9
orgels in Ned 116
Laatste update: 2018-05-31 18:59:32