RK kerk H Dionysius
In gebruik
Hoefstraat 39
Heijen

Gemeente Gennep
Limburg

(Kerk)gebouw

In de 9e eeuw stond reeds een kerk in Heijen. De naam van de heilige Dionysius is gerelateerd aan de huisheilige van de Karolingers.
In de registers van het landdekenaat Gelderen uit de tijd van 1258 tot 1291 werd de kerk van Heijen genoemd. Tussen 1300 en 1450 werd een nieuwe kerk gebouwd, waarvan het priesterkoor, dat in 1944 nog bestond, als afkomstig uit circa 1450 werd gedateerd. Georiënteerde bakstenen kruiskerk met fronttoren in gotische vormentaal. Onduidelijk is, uit welke periode het schip kwam, aangezien er in de 15e en 16e eeuw verdere vernieuwingen aan de kerk zijn toegevoegd. Het schip werd in 1852 gesloopt om plaats te maken voor een ruimer opgezet schip in "waterstaatsstijl". De kerk is opgetrokken in rode baksteen in Vlaams verband en platvol gevoegd. Rondom de kerk loopt een trasraam van iets donkerder baksteen. De ongelede klokkentoren staat links van de voorgevel. De toren wordt afgedekt door een ingesnoerde spits, die bekroond wordt met een kruis. Centraal in de gevel staat een groot roosvenster met maaswerk in de vorm van een slangenkruis. Het transept steekt duidelijk buiten de zijbeuken uit.
Een gedrukte spitsboog biedt toegang tot een ondiep voorportaal, dat in natuursteen is uitgevoerd. Een dubbele houten deur biedt toegang tot de kerk.
In de hoek van de zijbeuken en de transeptarmen staan twee van lessenaardaken voorziene uitbouwsels ten behoeve van de biechtstoelen.
Het priesterkoor is even breed en hoog als het schip en heeft een polygonale sluiting. Op het eind van de nok staat eveneens een gesmeed kruis. Twee spitsboogvensters doorbreken het muurvlak. In de hoek van koor en transept staat de sacristie.
Rechts van het hoofdportaal ligt de voormalige Mariakapel, die thans dienst doet als dagkapel.
Het middenschip telt drie traveeën. Kruisvormige pijlers met zware, op teerlingen gelijkende kapitelen dragen de schei- en gordelbogen, alsmede de kruisgraatgewelven van processiegangen en middenschip.
De toren verloor in 1889 in een storm zijn spits. In 1890 werd naar ontwerp van architect C. Franssen een nieuwe toren en een doopkapel gebouwd. Het priesterkoor werd bij die gelegenheid gerestaureerd.
De tweede Wereldoorlog heeft grote delen van de oude kerk verwoest. Op het einde van oktober 1944 namen de Engelsen vanuit Boxmeer de torenspits van Heijen onder vuur en schoten deze met 128 treffers omver. In haar val beschadigde ze zeer zwaar het dak en de gewelven van het schip. Toen de Engelsen in februari daaropvolgend vanuit Goch een omtrekkende beweging maakten om de Duitsers aan de Maas in te sluiten, ontwikkelde zich een artilleriegevecht, waarbij de kerk opnieuw verschillende voltreffers kreeg. Dak en zoldering werden nu volledig verwoest. Ook het priesterkoor kreeg bij die gelegenheid een voltreffer en wel achter het hoofdaltaar.
Aan oude kunst ging een zilveren stralenmonstrans verloren, die vermoedelijk uit 1711 dateerde.
Toen bekend werd dat de roof van de klokken zou plaatsvinden, kwamen de dorpelingen op beurt allen luiden, zodat ze de hele dag beierden. Voor het laatst. Er is geen spoor meer van teruggevonden.
Architect Stoks stelde in april 1946 vast dat alleen de sacristie van de oude kerk nog te herstellen was.
Noodkerk gebouwd in 1946.
De noodkerk heeft nu een horecabestemming.
Een nieuwe kerk naar ontwerp van architect Frans Stoks verrees op een nieuwe locatie in de nieuw geplande dorpskern. Pas in september 1954 werd de eerste steen gelegd.
Op 26 november 1956 werd de kerk in gebruik genomen, hoewel het interieur nog niet geheel af was. De kerk is tot op heden niet geconsacreerd. De toren fungeert als landmark.
De banken zijn axiaal opgesteld. Het marmeren altaar is van broeder Carolus Koenen uit 1955. De mensa rust op twee kolommen met in het midden daarvan een vierkante blok. Op de voorzijde van de blok is een gestileerde, geelkoperen pelikaan aangebracht. Doopvont, zandsteen en koper uit de XIX eeuw. De neogotische zeszijdig, zandstenen vont is versierd met maaswerk en bladmotieven. De vont wordt gesloten door een koperen deksel.
De twee natuurstenen communiebanken staan nog op hun originele plaats. Drie treden leiden naar de altaarruimte. Op de hoeken daarvan waren twee ambones. De linkerambo is nog in gebruik. Het is een van een ijzeren hekwerk voorzien constructie op een hardstenen opbouw. Het oorspronkelijke, hardstenen altaar staat nog op de oude plaats, maar het tabernakel staat thans links op een uit natuurstenen platen vervaardigde sokkel. Tussen het originele altaar en de communiebanken staat een uit de neogotische communiebank van de verwoeste kerk vervaardigd volksaltaar. Ter rechterzijde van het stenen altaar is een credensnis gebouwd. Het koor heeft een straalgewelf.
De glas-in-loodramen in het koor zijn van Frans Smeets uit 1957.
In 1962 maakten de tuinarchitecten J. Droessen en B. de Ruijter uit Tilburg het ontwerp voor een tuin rondom de kerk. Hun ontwerp werd in 1963 door de Heide Maatschappij uitgevoerd.
Het glas-appliqué uit 1969 in de doopkapel is van W. Klabbers te Milsbeek.
In 1994 werd in dezelfde stijl als de kerk tegen de sacristie een parochiezaaltje gebouwd.
Het dekenaat Gennep is opgeheven, de kerk valt nu onder Venray.
In de rechter transeptarm heeft momenteel het zangkoor zijn thuishaven.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Quaedvlieg, G.M.I.: Kerkorgels in Limburg (1975)2; uitgave Provinciaal Comité‚ Limburg
Tijdschriften en andere uitgaves
gedenkboek Houët 129, het Noordbrabants Genootschap, 's Hertogenbosch 1980
orgelnieuws Verschueren Pasen 1959*

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
RK kerk H Dionysius Heijen -

Orgelhistorie

b: oudste orgel van Limburg
b: M.H. van Dinther, Tegelen vóór 1844; kabinetorgel M I:
orgel in de Tweede Wereldoorlog veloren gegaan
b: Fa. L. Verschueren, Heythuysen 1959; EP II vp: Hw 4-Nw 4-Ped 2
in gebruik genomen Pasen (zondag 29 maart) 1959; ingespeeld door M. Koolen, organist te Venlo
adviseur KKOR Hub Houët, Eindhoven

Dispositie

1959:
Hoofdwerk (manuaal I) C-g3
Prestant 8, Holpijp 8, Prestant 4, Mixtuur II-III
Nevenwerk (manuaal II) C-g3
Spitsgamba 8, Fluit 4, Woudfluit 2, Hobo 8
Pedaal C-f1
Subbas 16, Gedekt 8 (tr. van Subbas 16)
Koppelingen: Man. I-Man. II, Man. I-Man. II 16, Man. I-Man. II 4, Ped.-Man. I, Ped.-Man. II, Ped.-Man. II 4
Speelhulpen: Autom. pianopedaal, 4 vaste combinaties P MF F TT

Geen
foto
beschikbaar

Bronvermelding van bovenstaand orgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig
Laatste update: 2014-10-13 15:39:29