Heilige Geest- of Pelstergasthuiskerk
Overgenomen
(Kerk)gebouw
Kapel gesticht in 1267/68 (± 1250) als kapel van het Heiligen Geest Gasthuis (Pelstergasthuis) te Groningen; een huis voor zieken en armen. In het oostelijke deel is het fundament van de oorspronkelijke oostgevel bewaard. De klok (c2) in de dakruiter is in 1459 door Gert Klinghe gegoten. | |
De orgelkas werd in 1712 in een transparant lichtrode kleur geschilderd. Het orgel hing deels tegen, deels in de noordwand, waardoor de kap van de middentoren niet de volledige diepte kon krijgen. | |
In de 15e eeuw (1626 ??) en in 1773/74 werd de kerk vergroot. | |
Het interieur werd in 1860 vernieuwd. | |
De preekstoel dateert uit de eerste helft van de 17e eeuw. | |
Kerkrestauratie in 1970. | |
De kerk is nu Waalse kerk (zie daar) |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Bouman, mr A.: Nederland Orgelland 64 afb IV-3*, uitgave Spruyt, van Mantgem & de Does, Leiden 1964 | |
Dorgelo, Wim; De Groninger orgelmaker Albertus Anthoni Hinsz (1704-1785)8* 9 | |
Gierveld, Arend Jan: 250 jaar Hinsz-orgel Leens 25 35 | |
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)66 166 191 | |
Holthuis J.: Petrus van Oeckelen, orgelmaker te Harenmolen bij Groningen 5(1985)6 8 | |
Knock, Nicolaes Arnoldi: aantekeningen bij disposities kerkorgelen van J. Hess, vervolgd en bijgevoegd door George Hendrikus Broekhuyzen Sr. en Jan Zwart, Kampen (1973)34-35 | |
Knock: dispositien der merkwaardigste kerk-orgelen (1788)40 | |
Kruijs, M.H. van 't: disposities der verschillende orgels (1885)156, uitgave Frits Knuf, Amsterdam 1972 | |
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 19 75*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)57 125 134, Fryske Akademy Leeuwarden 2003 |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
brochure orgelhistorie in Groningen; Stichting Groningen Orgelland | |
de Mixtuur 75(1993)792-796*** | |
de nagelaten geschriften van de orgelmaker Arp Schnitger (1968)11 38 | |
foto Groninger Orgelagenda (1997)38* | |
het Orgel 5(1955)front-pagina*, 5(1958)68-69, 3(1959)61*, 11(1962)217, 10(1966)265* 274, 4(1976)132, 10(1976)325 | |
kerkepadgids (1982)32 |
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Heilige Geest- of Pelstergasthuiskerk | Groningen | - |
Orgelhistorie
b: | Anthony Waelckens ?? (Verbeeck ??) 1627, Groningen; M II; Man-(Rug)Pos |
r: |
Anthony Abbringe Stint, Amsterdam 1655 - rond 1690 was het orgel aan een opknapbeurt toe en bijna onbespeelbaar geworden |
r: |
Arp Schnitger, Hamburg 1692/93 samen met kistmaker Allart Meijer (voor de orgelkas) en beeldhouwer Jan de Rijk; uitbreiding met een nieuw Rugpositief Het contract werd in december 1692 afgesloten. Oplevering orgel in 1693. |
r: |
Arp Schnitger, Hamburg 1712; nieuw Hoofdwerk. Klavieromvang van het Manuaal C-c3, nieuwe windlade voor het Manuaal met nieuwe klaviatuur. Een Fagot 16 werd op het Manuaal toegevoegd, ; M II: Man 11-Rugpos 8 - onderhoud Johannes Radeker vanaf 1717 (namens A. Schnitger ??) |
r: |
Matthias Amoor 1727 - onderhoud Matthias Amoor vanaf 1725 |
r: |
Albertus Anthony Hinsz, Groningen 1735; herstellingen - onderhoud Albertus Anthony Hinsz te Groningen vanaf 1737 - in 1744 maakte Caspar Struiwig een beeldje van koning David op de voor dit doel afgeplatte middelste corona van het Rugwerk |
o/r: |
Albertus Anthony Hinsz, Groningen 1773/74; orgel geplaatst op een gaanderij tegen de westelijke muur. Door Werning werden een flink deel van de blinderingen, 2 cartouches, 4 vazen en 2 vleugelstukken voor het Rugwerk gesneden. De kas werd in deftig zwart geschilderd. Grondige verbouwing: de uitbreiding van de dispositie en toevoeging van de 4 onderste semitonen in het Rugwerk maakten nieuwe windladen noodzakelijk, klavieren en abstractuur werden vernieuwd; M II: Man 12-Rugpos 8 eindkeuring op 31 maart 1774 door J.H. Tammen - onderhoud Henrich Hermann Freytag en dies zoon Herman Eberhard Feytag te Groningen vanaf begin 19e eeuw |
r: | Henrich Hermann Freytag, Groningen 1802/03; klein aantal pijpen vernieuwd |
r: |
Herman Eberhard Feytag, Groningen 1820 - het orgelwerd in 1820 en 1833 nogeens geschilderd |
r: | Fa. P. van Oeckelen & Zn. 1852/53; orgel aanmerkelijk verbeterd; o.a. frontpijpen en magazijnbalg |
r: | P. van Oeckelen & Zn., Groningen 1875; enkele wijzigingen in de dispositie, alle frontpijpen vernieuwd, 3 vulstemmen sneuvelden Mixtuur, Scherp en Sexquialter om plaats te maken door 2 strijkers en een Open fluit, Quintadeen vermaakt tot Bourdon en de Trompet 8 werd vervangen, etc. |
r: | Gebr. van Oeckelen, Groningen 1915; oude balgen vervangen door een grote magazijnbalg |
r: | Jan Doornbos, Groningen 1916; Dulciaan omgewerkt tot een doorslaand register |
r: |
Klaas Doornbos, Groningen 1931; Trompet van van Oeckelen vervangen door een nieuwe, Octaaf 2 van het Rugwerk opgeofferd voor een Voix céleste (pneumatisch, gevoed vanuit de oude lade met het pijpwerk achter het orgel) het orgel werd in 1970 gedemonteerd vanwege een kerkrestauratie. Later werd het binnenwerk opgeslagen op de zolder van de kerk |
r: |
Fa. Bakker & Timmenga, Leeuwarden 1989/91; restauratie: de situatie van 1774 werd als uitgangspunt genomen, uitgezonderd de windvoorziening. Ook de frontpijpen van Van Oeckelen bleven gehandhaafd; met magazijnbalg uit LEEUWARDEN Ned Hervormde Grote kerk (Fa. van Dam, Leeuwarden ± 1910); M II ap: Hw 12-Rw 8 adviseur Aart van Beek het orgel is op 15 maart 1991 weer in gebruik genomen met een bespeling door Aart van Beek |
Dispositie
1627 (Waelckens of Verbeeck): | |
Manuaal C D E F G A-a2 | |
(Rug)positief C D E F G A-a2 | |
1693 (Schnitger): | |
Manuaal C D E F G A-c3 | |
Rugpositief C D E F G A-c3 | |
1712 (Schnitger): | |
Manuaal C-c3 | |
Quintadeen 16, Praestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Fluit 2, Mixtuur IV, bas/discant, Cornet III, Fagot 16, Trompet 8 | |
Rugpositief C D E F G A-c3 | |
Gedekt 8, Praestant 4, Fluit 4, Gedekt-Quint 3, Octaaf 2, Scherp III, Sesquialtera II-III, Dulciaan 8, Tremulant | |
Twee afsluiters | |
1788 (volgens Nicolaas Arnoldi Knock/Siwert Meijer): | |
Manuaal | |
Quintadeen 16, Praestant 8, Holpyp 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Fluit 2, Mixtuur IV bas/discant, Cornet III, Fagot 16, Trompet 8, Tremulant | |
Rugpositief | |
Gedakt 8, Praestant 4, Fluit 4, Gedakt Quint 3, Octaaf 2, Scherp III, Sexquialter II-III, Dulciaan 8 | |
Pedaal | |
aangehangen | |
Afsluiting Manuaal en Afsluiting Rugpositief, 5 Blaasbalgen | |
1885 (volgens van ’t Kruijs): | |
Hoofdmanuaal | |
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Fluit 2, Mixtuur IV-V, Cornet, Fagot 16, Trompet 8 | |
Rugwerk | |
Holpijp 8, Holfluit 8, Viola di Gamba 8, Prestant 4, Fluit 4, Octaaf 2, Fluit 2, Dulciaan 8 | |
Pedaal | |
aangehangen | |
de Koppeling geschiedt door achteruitschuiving van het Bovenklavier (Rugwerk) | |
2 Afsluitingen, Windlosser, Calcantenklok | |
1991 (Bakker & Timmenga): | |
Hoofdwerk C-c3 | |
Quintadeen 16, Praestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Fluit 2, Cornet III 4 discant, Mixtuur IV 1 2/3 bas/discant, Fagot 16 bas/discant, Trompet 8 | |
Rugwerk C-c3 | |
Gedakt 8, Praestant 4, Fluit 4, Quintfluit 3, Octaaf 2, Sesquialter II-III 2/3, Scherp III 1/2, Dulciaan 8 | |
Pedaal C-d1 | |
aangehangen aan hoofdwerk | |
Tremulant over het gehele orgel | |
Schuifkoppel manualen (bij achteruitschuiven van het bovenklavier wordt een drukkoppel in werking gesteld) | |
Deling bas/discant tussen bº en c1 | |
Koortoon (= ca. een halve toon boven normaal). Winddruk 70 mm. (was 95 mm.) |
Bronvermelding van bovenstaand orgel
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Laatste update: 2017-01-07 15:45:09