RK klooster Zrs Kanunnikessen van het Heilig Graf

Overgenomen

(Kerk)gebouw

Voor de meisjesschool ging Suijs op zoek naar zusters. De Zusters Kanunnikessen van het Heilig Graf uit Turnhout waren bereid het onderwijs aan de meisjes in zijn parochie op zich te nemen. De orde sloot in 1923 een overeenkomst met het schoolbestuur.

De zusters wensten een eigen klooster. Het schoolbestuur had dit beloofd en het kerkbestuur ging akkoord.

Stuyt ontwierp in 1923 bijgestaan door Piet Gerrits op een van de noordelijke heuvels bij de Hemelvaartskapel een kloostergebouw. Het was een klein, rechthoekig gebouw met twee bouwlagen, een kapel en een torentje.

Op 26 maart 1923 legde Suijs de eerste steen. Op zaterdag 8 september 1923 kwam mgr. Diepen uit Den Bosch over om na de inwijding van de meisjesschool de kapel van de zusters in te zegenen. Een klein gedeelte van het klooster diende als gastenverblijf voor pelgrims, terwijl er ook gelegenheid was om retraites te houden.

In 1928 verhuisde de school naar het nabij gelegen maar grotere Pelgrimshuis (later Casa Nova), dat eerder door de congregatie Dochters van Jezus' H. Hart was bewoond. De bedoeling was om aan het klooster een instituut te verbinden voor "diepere godsdienstige vorming van ontwikkelde meisjes". Ligging en accommodatie bleken niet geschikt en in 1933 werd een derde huisvesting gevonden aan de Graafseweg, waar huis "De Wolfskuil" werd ingericht tot Hoger Instituut Maria Immaculata voor jonge meisjes-studenten. In 1939 verkreeg Nijmegen de autonome status van priorij. De bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte in 1942 een eind aan de vestiging van de orde in Nijmegen. De meisjes-studenten bleven in Nijmegen en woonden in de Spoorstraat. De zusters trokken naar Ell (Limburg) en vestigden zich in kasteeltje Ellburg. In 1944 moest ook Ellburg weer worden verlaten. De zusters vonden tijdelijk onderdak in melkfabriek Sint Bernardus in Bergeijk. Na de bevrijding in 1945 werd een heenkomen gevonden in Laag-Keppel in kasteel Keppel, voorheen [grootseminarie van het aartsbisdom Utrecht]. De zusters bleven tot 1949 in Laag-Keppel. Een beter geschikt klooster werd ingericht in Lochem, waar in 1949 havezate De Cloese werd gekocht. Tenslotte werd in 1957 gekozen voor een centralere ligging in Nederland en werd De Cloese verkocht en kasteel Doornburgh in Maarssen gekocht. Daar werden gebouwen ingericht ten behoeve van hun activiteit: "geestelijke en maatschappelijke vorming van de jonge vrouw".

Opmerkingen: Voortzetting van het klooster (Pelgrimshuis) Casa Nova, Heilig Landstichting;

Dit klooster werd in 1928 overgenomen door de zusters Ongeschoeide Karmelitessen (zie daar).