Hervormde kerk - Koepelkerk H Michael
In gebruik
(Kerk)gebouw
De naam Berlikum is afgeleid van Berlingaheem. Het dorp is waarschijnlijk ontstaan uit twee vlak bij elkaar gelegen terpen aan de oever van de Middelzee en is een combinatie van twee dorpen die zich op twee verschillende terpen ontwikkelden, Tutgum en Berlikum.. Berlikum heeft in het begin stadsrechten gehad. Beritsum ligt aan de Elfstredenroude tussen Franeker en Dokkum. Dankzij de gunstige ligging werd het een belangrijke plaats voor handel en visserij. | |
Tufstenen kerk gebouwd in de 11e eeuw. | |
Nieuwe kruiskerk gebouwd in de 14e kerk. Als grondvorm een Grieks kruis met vier evenlange armen (oude middeleeuwse kruiskerk met zadeldaktoren). | |
De kerk begon in de zeventiger jaren van de 18e eeuw te verzakken. Op advies van Willem Douwes, oud-stadsbouwmeester van Harlingen, werd de oude kruiskerk in 1776 afgebroken. | |
Er werd een houten loods gebouwd om dienst te doen als tijdelijke kerkruimte. | |
Nieuwe kerk gebouwd in 1777/79 naar ontwerp van architect Willem Douwes, oud-stadsbouwmeester van Harlingen op de fundamenten van haar voorganger in het midden van het dorp aan het einde van de Buorren. De kerk in Lodewijk XVI-stijl telt acht wanden, waarvan vier recht en vier gebogen zijn, met een achtkantige koepel en open bekroning. In de lantaarn hangt een kleine luidklok uit 1593 die uit de oude kerk afkomstig is. | |
De kerk is op 22 augustus 1779 ingewijd zonder dat er een orgel was. | |
De preekstoel en het doophek zijn versierd met snijwerk in classicistische stijl en ook de grote bekronende vazen op het orgel. De banken en orgelbalustrade zijn uit de bouwtijd van de kerk. Aan de balustrade bij het orgel hangt een gedenkbord met historische feiten uit de geschiedenis van de oude kerk. | |
Het uiterlijk van het orgel veranderde in 1854: aan weerskanten van de middentoren werd een uitbouw aangebracht om grotere pijpen van het Bovenwerk aan het zicht te onttrekken, nieuwe vleugelstukken werden aangebracht en de gehele kas (eiken, oorspronkelijk blank) werd in een geelbruine houtimitatie geschilderd, afgezet met wit, met goud op de blinderingen. | |
Kerkrestauratie in 1947. | |
In 1970 nam de Kerkvoogdij het besluit om de toestand van het kerkgebouw te laten onderzoeken. Al spoedig bleek dat een restauratie onontkoombaar was. Ook het orgel werd hierin betrokken. | |
In 1972 werd een begin gemaakt met het buitenwerk van de kerkrestauratie. In 1976 was de buitenkant klaar en werd met het interieur begonnen. Het orgel wordt gedemonteerd. | |
De PKN-kerk is een Rijksmonument. | |
De vleugelstukken die Hardorff in 1854 op het orgel had aangebracht, bleken bekroningen van banken te zijn; ze werden als zodanig herplaatst. | |
In de kerk had de bonte knaagkever fors huis gehouden. In 2000 zijn de aangetaste draagbalken vervangen. Hiervoor is de koepel tijdelijk van de kerk verwijderd. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)292 | |
Jongepier, Jan: Frieslands Orgelpracht I 59*; uitgave Boeijenga, Sneek 1970 | |
Jongepier, Jan: achter het Friese orgelfront-tentoonstelling orgelbouw (1776-1926)44 | |
Knock, Nicolaes Arnoldi: dispositien der merkwaardigste kerk-orgelen (1788)14 | |
Knock, Nicolaes Arnoldi: vervolg 10 | |
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 26, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)132 149 224 334 408 425, Fryske Akademy Leeuwarden 2003 |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 12(1984)15, 45(2001)20 | |
de Mixtuur 35(1981)195 40(1982)366 65(1990)243 | |
het Orgel 12(1987)488-494 (8 foto's)* | |
kerkepadgids (1985)78-79* |
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Hervormde kerk - Koepelkerk H Michael | Berltsum | - |
Orgelhistorie
b: | vóór 1621 (vóór 1580 ?) |
b: | (Harmen Jans te Berlikum ?), M III: |
r: |
Pieter Sijbes de Vries, Leeuwarden 1760; reparatie - Volgens Joachim Hess bezat het orgel omstreeks 1774 drie klavieren en vrij pedaal - Pieter Sijbes de Vries te Leeuwarden, onderhoud van 1757 tot 1777 Het orgel werd in maart 1777 door de Leeuwarder orgelmaker Miente Postumus uit elkaar genomen en compleet met kas opgeborgen. Na de bouw van de nieuwe kerk werd het oude orgel verkocht aan de Stienser timmerman Frans Rinses |
b: |
Johannes Mitterreither, Leiden 1780, de ornamenten van de kas werden gemaakt door J. Schaddé; M I ap: Man 14 Het orgel werd gekeurd door jonkheer Georg Frederik, baron thoe Swartzenberg en Hohenlandsberg, grietman over Menaldumadeel Op 16 juli 1780 vond de inwijding plaats met orgelspel van Jan Feddema, organist en stads schrijf- en rekenmeester te Harlingen |
r: |
Willem Hardorff, Leeuwarden 1854; restauratie en uitbreiding met een Bovenwerk, de lade van het bestaande orgel moest hiervoor lager worden aangebracht, nieuwe klavieren, het bestaande mechaniek werd aangepast. Het uiterlijk van het orgel veranderde: aan weerskanten van de middentoren werd een uitbouw aangebracht om grotere pijpen van het Bovenwerk aan het zicht te onttrekken, nieuwe vleugelstukken en de kas werd in een geelbruine houtimitatie geschilderd, afgezet met wit, met goud op de blinderingen. De stemmen van het Bovenwerk nam hij uit het Hoofdwerk, dat nu nog maar 9 stemmen telde; M II ap: Hw 9-Bov 5 Op 20 augustus 1854 vond de inwijding plaats met orgelspel van J. Kamminga, organist van de Grote kerk te Franeker |
r: | Fa. Adema, Leeuwarden 1894; schoonmaak en herstelling. De Quintadeen 8 werd vervangen door een Salicionaal 8 vanaf cº. |
r: | Orgelfabriek P. van Dam (firmanten J. Vaas en T. Bron), Leeuwarden 1929; ingrijpende wijzigingen: de Praestant 16 discant werd vervangen door Bourdon 16, de bas op een pneumatische lade, per transmissie ook in het pedaal speelbaar. De Quint 3 werd vervangen door Violon 8, deels van zink. De Trompet 8 werd vernieuwd, bekers deels van zink. De Dulciaan 8 van Mitterreither werd Aeoline 8. Om het Bovenwerk kwam een zwelkast, er kwam een elektrische windmachine en de oude balgen werden vervangen door een kleine regulateurbalg. |
r: |
J. Reil, Heerde 1949; diverse veranderingen: de bas van de Bourdon 16 werd achter het orgel geplaatst, de kas werd daartoe (in triplex) verdiept. De klavieren werden iets meer buiten de kas gelegd met een nieuw pedaalklavier. Voor het Pedaal werd een nieuw walsbord met pedaalkoppel gemaakt. Op het Hoofdmanuaal werd de Salicionaal van 1894 tot Quint 3 ingekort. Op het Bovenwerk werd de Aeoline 8 uit 1929 vervangen door een Sexquialter II. Alle open pijpen werden twee tonen verschoven en kregen nieuwe bovenranden met stemkrullen, deels ook expressions; M II Pn vp: Hw 11-Bov 5-Ped 1 Adviseur Jan van Manen te Sneek - Klaas Bolt schreef in 1970 een rapport over de historie en toestand van het orgel. Al spoedig bleek dat van het Mitterreither-orgel genoeg over was om een restauratie als zinvol te bestempelen. - In 1976 werd het orgel gedemonteerd. In 1979 werd definitief tot reconstructie besloten. |
r: |
Fa. Gebr. Reil, Heerde 1980, reconstructie naar situatie 1780. De orgelkas werd ontdaan van alle latere toevoegingen. zowel rond de middentoren als aan de achterzijde. De kas werd weer blank eiken. de kleuren op het snijwerk werden hersteld. De vleugelstukken van Hardorff uit 1854 werden verwijderd. Besloten werd nieuwe vleugels aan te brengen als kopieën van de vleugels van het orgel te Leiderdorp. Verder dan een ontwerptekening was het in 1987 nog niet gekomen. De windladen werden hersteld en weer voor de oorspronkelijke dispositie ingericht; M I ap: Man 14 Adviseur Klaas Bolt, stadsorganist te Haarlem Heringebruikneming orgel op 14 december 1980 |
r: |
Orgelmakerij Reil. Heerde 2015/16; ernstige droogteschade maakte een nieuwe restauratie van de windladen noodzakelijk. Op enige punten werd de staat van het pijpwerk en de mechanieken geoptimaliseerd; M I ap: Man 14 adviseur Theo Jellema Het orgel is op 22 januari 2016 weer in gebruik genomen |
Dispositie
1780 (Mitterreither): | |
Manuaal C-f3 | |
Praestant 16 discant, Praestant 8, Holpyp 8, Quintadena 8, Octaaf 4, Rhoerfluit 4, Quint Praestant 3, Super Octaaf 2, Gemshoorn 2, Flageolet 1, Mixtuur IV-V-VI, Cornet IV discant, Trompet 8 bas/discant, Dulciaan 8, Tremulant | |
Windlossinge, 3 Blaasbalgen | |
Pedaal C-d1 | |
Aangehangen | |
Afsluiting, Stemming kamertoon | |
Zijkantbespeling | |
1788 (volgens Nicolaas Arnoldi Knock): | |
Manuaal C-c3 | |
Praestant 16 discant, Praestant 8, Holpyp 8, Quintadena 8, Octaaf 4, Rhoerfluit 4, Quint Praest. 3, Super Octaaf 2, Gemshoorn 2, Flageolet 1, Cornet IV discant, Mixtuur IV-V-VI, Trompet 8 bas/discant, Dulciaan 8, Tremulant | |
Pedaal | |
Aangehangen | |
Windlossinge, 3 Blaasbalgen | |
Stemming Kamertoon | |
1854 (naar Broekhuyzen): | |
Manuaal C-c3 | |
dispositie ?? | |
Bovenwerk C-c3 | |
Flute Douce 8 bas/discant, Viol di Gamba 8, Fluit d'amour 4, Woudfluit 2, Dulciaan 8 bas/discant | |
Pedaal | |
aangehangen | |
1949 (Mitterreither/Reil): | |
Manuaal | |
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Violon 8, Octaaf 4, roerfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Cornet III discant, Mixtuur III-IV, Trompet 8 bas/discant, open plaats | |
Nevenwerk in zwelkast | |
Gedekt 8, Viola di Gamba 8, Fluit 4, Gemshoorn 2, Sesquialter II, Tremulant | |
Pedaal | |
Subbas 16 | |
3 koppelingen | |
Klaviatuur aan de rechterzijkant | |
1980 (Mitterreither/Reil): | |
Manuaal | |
Prestant 16 discant, Prestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Gemshoorn 2, Flageolet 1, Cornet IV discant, Mixtuur IV-VI, Trompet 8 bas/discant, Dulciaan 8 | |
Pedaal | |
aangehangen | |
Stemming Werckmeister III. Oorspronkelijke kamertoon. Klavieren aan de rechterzijkant. | |
Een nieuwe spaanbalg werd links naast het orgel opgesteld op de teruggevonden oorspronkelijke plaats.. Er is geen balgenkas | |
2016 (Mitterreither/Reil): | |
Manuaal | |
Prestant 16 discant, Prestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Gemshoorn 2, Flageolet 1, Cornet IV discant, Mixtuur IV-VI, Trompet 8 bas/discant, Dulciaan 8 | |
Pedaal | |
aangehangen | |
Het orgel is een halve toon lager gestemd dan tegenwoordig gebruikelijk. Het orgel is uitgebreid met een "los" transpositieklavier, waardoor samenspel met andere instrumenten vergemakkelijkt wordt. De Werckmeister-stemming maakte plaats voor een mildere barokstemming. |
Bronvermelding van bovenstaand orgel
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Laatste update: 2018-10-18 10:32:52