Hervormde Grote of St Jacobskerk
In gebruik
(Kerk)gebouw
In 1247 is er al een kerk op plaats van de nog bestaande watertoren. | |
In 1308 is met de bouw van de St Jacobskerk begonnen. Lage koor en toren van 1308 tot 1328 (1304-1308) tot stand gekomen. Vormgeving van een Brabantse basiliek in een hallenkerk, toren 47,5 meter boven het straatniveau. | |
Vergroot tot kruiskerk ± 1500 - ± 1558, compleet met schip en brede zijbeuken, rechthoekig gesloten kapellen, op het westen geflankeerd door twee eveneens rechthoekige kapellen. | |
Volgens de opstand is de St. Jacobs evenwel een hallenkerk met drie gelijke beuken en een groot dwarsschip. De toren uit de 14e eeuw werd in het nieuwe schip ingebouwd. Van de drie beuken die alle een eigen houten gewelf hebben en even hoog zijn, is het middenschip iets breder. | |
Kerk opnieuw vergroot in 1558, noordkapel. | |
Bij de overgave van Vlissingen aan de Prins van Oranje in 1572 werd de kerk voor de protestantse eredienst ingericht. Eerste hervormde dienst op 23 (28) september 1572. | |
Bij hevige stormvloeden stroomde het water de stad binnen. Bij de stormvloed van 1682 bereikte het water in de kerk een hoogte van 80 centimeter, bij die van 1808 35 cm. hoger. | |
Grafmonument voor de jonge Engelsman Daniel Octavius Barwell, omgekomen bij een schipbreuk in 1779. | |
In de zuidelijke arm van het dwarspand en in de 4e en 5e kapel acht rouwborden van de reders- en koopliedenfamilie Lampsius. | |
Twee koperen doopbogen uit het midden van de 17e eeuw. Fraaie lezenaar met stadswapen en de vier windstreken uit 1652 en de aan de preekstoel bevestigde lezenaar uit begin 18e eeuw. | |
Van 1628 tot 1911 in noorderdwarsarm onderdak aan de Engelse kerk. | |
Stormvloed in 1906. | |
Op 5 september 1911 werden de toren en de kerk grotendeels door een grote brand verwoest door loodgieterwerkzaamheden. Veel van het oorspronkelijke interieur is verloren gegaan. Bewaard bleven het epitaaf van Joannes Lambrechtsz. Coolen, het momument ter nagedachtenis aan de Engersman Daniël Octavius Barwell en de twee doopbogen gesmeed in 1655 en 1656. | |
Na de brand van 1911 werd het nieuwe carillon op 30 april 1914 voor het eerst bespeeld. | |
De herbouw duurde 4 jaar tot 1915; de kerk werd op 6 mei 1915 weer ingewijd. | |
De klokken werden in 1943 door de bezetters afgevoerd. | |
Het nieuwe klokkenspel werd in 1951 feestelijk in gebruik genomen. | |
kerk tijdens een bombardement in 1944 zwaar beschadigd | |
De stormramp van 1953 zette de kerk ± 2 meter onder zout water. En dat laatste is funest voor de muren. | |
De oorlogsschade en de watersnoodsschade zijn in 1954/55 (1953/54) hersteld. | |
In 1997-1998 werd de kerk grondig gerestaureerd. De gevolgen van de Tweede Wereldoorlog en de Watersnoodramp zijn nog duidelijk aanwezig. | |
Op eerste paasdag 12 april 1998, werd de kerk aan de kerkvoogdij overgedragen. En op 16 mei 1998 vond de officiële opening plaats in aanwezigheid van de Zeeuwse Commissaris van de Koningin, drs W.T. van Gelder. | |
Naast kerkdiensten heeft de kerk nu ook een functie als muziekkerk. | |
Ingaande 1 januari 2013 zijn De Schaapskooi (zie daar) en De Open Hof (zie daar) gesloten voor de zondagse eredienst. De Grote of Sint Jacobskerk is nu de centrale PKN-kerk. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Hoofdorgel
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Hervormde Grote of St Jacobskerk | Vlissingen | - |
Orgelhistorie
- In 1764 is door Claude de Chuy, oud-Burgemeester van deze stad en Bewindhebber der West-Indische Maetschappye ter Kamer van deze Provincie, de eerste grond gelegd ter bevordering van het goede voornemen tot aanschaf van een orgel | |
b: |
Albertus van Os, Vlissingen 1768/69, orgelkas gemaakt door Jakobus de Vriend en schilderwerk van Joseph Belderok, allen ingezetenen van Vlissingen; in het koor van de kerk tegenover het Ramault-orgel; M II vp: Hw 14-Bov 9-Ped 6 - Van Os begon in 1765, door ziekte niet in staat door te gaan het orgel werd gekeurd door Jacob Willem Lustig te Groningen 1768; hij was erg negatief - op verzoek van de Middelburgse organist Willem Lootens kreeg Van Os nog twee jaar de gelegenheid het orgel in goede staat te brengen de eindkeuring werd uitgevoerd door Lootens, Joost Verschuere Ruynvaan, organist van de Jacobskerk, Antonie Allevoine, organist in de Waalse Kerk te Middelburg en de orgelmaker Johannes Mitterreither. Zij keurden het werk wel goed, maar pleitten voor vergroting. Dit werd niet gedaan en op woensdag 25 januari 1769 werd het Van Os-orgel dan toch eindelijk in gebruik genomen - Bijzonder aan dit instrument was het derde klavier waarmee het mogelijk was het Hoofdwerk een octaaf hoger te laten klinken, door middel van een tweede ventielkast en een eigen toetsmechaniek op het tweede manuaal (het hoofdwerk werd bespeeld vanaf Manuaal I en het derde manuaal regeerde het Bovenwerk), Deze "uitvinding" zorgde echter wel voor grote technische problemen |
r: | Frederik van der Weele, Middelburg 1821/22; orgel verbeterd, blaasbalgen waren dichtgestopt met bossen vlas, windladen gerestaureerd en enkele dispositiewijzigingen aangebracht, de "eigen vinding" van Van Os werd verwijderd; M II vp: Hw 14-Bov 9-Ped 6 |
r: | C.P. van Sprang, Vlissingen 1842; te geringe capaciteit van de windkanalen hersteld, dispositiewijzigingen; M II vp: Hw 14-Bov 8-Ped 6 |
r: |
C.P. van Sprang, Vlissingen 1875; nieuwe klavieren; M II vp: Hw 15-Bov 8-Ped 7 - door brand in de kerk en toren is het orgel op 5 september 1911 verloren gegaan |
b: | Fa. L. van Dam, Leeuwarden 1903/06; (lompe) neogotische kas, combinatieladen die van afzonderlijke ventielen voorzien en door middel van treden werden in- en uitgeschakeld, dispositie ontworpen door de organist van de kerk A.P. Varel; M (+ barker) II vp: Hw 15-Bov 13-Ped 9 |
r: |
Fa. Flentrop, Zaandam 1933; belangrijke wijzigingen in de dispositie, omvang van het pedaal uitgebreid tot f1 - in november 1944 raakte het orgel beschadigd door beschietingen op de kerk |
r: |
Fa. Flentrop, Zaandam na 1945; noodzakelijk herstelwerk - omdat herstelkosten van de schade van de Watersnoodramp van 1 februari 1953 op een kleine f 50.0000,- werden geraamd werd in 1958 een nieuw orgel geadviseerd het is te betreuren dat een van de laatste grote 19e eeuwse orgels niet heeft weten te "overleven". Omstreeks 1965 werd het Van Dam-orgel afgebroken |
b: |
Fa. D.A. Flentrop, Zaandam 1968; royale gift vanuit het Rampenfonds. Kas ontworpen door J.A. Steketee, nieuwe orgelbalustrade; M III vp: Hw 10-Rugpos 11-Borstw 7-Ped 7 adviseur Willem Hülsmann het orgel is op 28 juni 1968 in gebruik genomen |
r: |
Flentrop Orgelbouw, Zaandam 1999/2000; orgel gereinigd, het pijpwerk opnieuw geïntoneerd en de kas in rode kleurstelling geschilderd, het blinderingssnijwerk rondom de frontpijpen werd vervangen; M III vp: het orgel werd op 16 maart 2000 opnieuw in gebruik genomen |
Dispositie
1769 (Van Os): | |
Hoofdwerk C-c3 | |
Prestant 16 bas, Prestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Woudfluit 2, Tertz 1 3/5, Flageolet 1, Mixtuur II-IV, Cornet VI discant, Trompet 8 bas/discant Tremulant | |
Bovenwerk C-c3 | |
Prestant 8 discant, Holpijp 8, Gemshoorn 8, Prestant 4, Gedekte Quint 3, Octaaf 2, Quint 1 1/2, Sexquialtra II discant, Vox Humana 8 bas/discant, Tremulant | |
Pedaal C-c1 | |
Bourdon 16, Prestant 8, Holpyp 8, Quint 6, Octaaf 4, Trompet 8 | |
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk | |
1822 (Van Os/Van der Weele): | |
Hoofdwerk C-c3 | |
Prestant 16 bas, Prestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Woudfluit 2, Tertz 1 3/5, Flageolet 1, Mixtuur II-IV, Cornet VI discant, Trompet 8 bas/discant Tremulant | |
Bovenwerk C-c3 | |
Prestant 8 discant, Holpijp 8, Prestant 4, Gemshoorn 4, Gedekte Quint 3, Octaaf 2, Sexquialtra II discant, Vox Humana 8 bas/discant, Tremulant | |
Pedaal C-c1 | |
Bourdon 16, Prestant 8, Holpyp 8, Quint 6, Octaaf 4, Trompet 8 | |
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk | |
1842 (Van Os/Van Sprang): | |
Hoofdwerk C-c3 | |
Prestant 16 bas, Prestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Woudfluit 2, Tertz 1 3/5, Flageolet 1, Mixtuur II-IV, Cornet VI discant, Trompet 8 bas/discant, Tremulant | |
Bovenwerk C-c3 | |
Prestant 8, Holpijp 8, Flut Travers 8, Prestant 4, Gedekte Quint 3, Fluit 2, Dulciaan 8, Vox Humana 8 bas/discant, Tremulant | |
Pedaal C-c1 | |
Bourdon 16, Prestant 8, Holpyp 8, Octaaf 4, Fagot 16, Trompet 8 | |
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk | |
1875 (Van Os/Van Sprang): | |
Hoofdwerk C-c3 | |
Prestant 16 bas, Prestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Gemshoorn 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Woudfluit 2, Tertz 1 3/5, Flageolet 1, Mixtuur II-IV, Cornet VI discant, Trompet 8 bas/discant, Tremulant | |
Bovenwerk C-c3 | |
Prestant 8, Holpijp 8, Viola di Gamba 8, Prestant 4, Gedekte Quint 3, Fluit 2, Dulciaan 8, Vox Humana 8 bas/discant, Tremulant | |
Pedaal C-c1 | |
Prestant 16, Bourdon 16, Prestant 8, Holpyp 8, Octaaf 4, Fagot 16, Trompet 8 | |
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk | |
1885 (volgens van ’t Kruijs): | |
Hoofdmanuaal | |
Prestant 16, Prestant 8, Holpijp 8, Quintadena 8, Gemshoorn 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur, Cornet VI, Trompet 8 | |
Bovenmanuaal | |
Prestant 8, Holpijp 8, Fluit Trav. 8 discant, Salicionaal 8, Prestant 4, Fluit 4, Nachthoorn 2, Echo-Trompet 8, Vox Humana 8 | |
Pedaal | |
Prestant 16, Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Bazuin 16, Trombone 8 | |
Koppelingen | |
Afsluitingen, Tremulant | |
1906 (Van Dam): | |
Hoofdwerk C-f3 | |
Prestant 16, Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Gemshoorn 8, Violon 8, Fluit Dolce 8, Octaaf 4, Roerfluit 4 | |
Combinatielade | |
Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur II-IV, Cornet II discant, Basson 16, Trompet 8 | |
Bovenwerk C-f3 | |
Bourdon 16, Holpijp 8, Salicionaal 8, Viola di Gamba 8, Aeoline 8, Melophone 8, Voix Celeste 8, Prestant 4, Flute Harmonique 4 | |
Combinatielade | |
Woudfluit 2, Cornet IV discant, Clarinet 8, Vox Humana 8, Tremulant | |
Pedaal C-d1 | |
Prestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Gedekt 8, Cello 8 | |
Combinatielade | |
Octaaf 4, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4 | |
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk, | |
Combinatietrede Hoofdwerk, Combinatietrede Bovenwerk, Combinatietrede Pedaal | |
Tractuur: mechanische sleepladen/pneumatische toetstractuur | |
1933 (Van Dam/Flentrop): | |
Hoofdwerk C-f3 | |
Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Gemshoorn 8, Violon 8, Octaaf 4, Roerfluit 4 | |
Combinatielade | |
Quint 3, Octaaf 2, Blokfluit 2, Mixtuur II-IV, Cornet II discant, Sesquialter V, Basson 16, Trompet 8 | |
Bovenwerk C-f3 | |
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Salicionaal 8, Viola di Gamba 8, Voix Celeste 8, Prestant 4, Flute Harmonique 4 | |
Combinatielade | |
Woudfluit 4, Mixtuur II-IV, Cornet IV discant, Clarinet 8, Vox Humana 8, Hobo 8, Tremulant | |
Pedaal C-f1 | |
Prestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Gedekt 8, Cello 8 | |
Combinatielade | |
Octaaf 4, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4 | |
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk, | |
Combinatietrede Hoofdwerk, Combinatietrede Bovenwerk, Combinatietrede Pedaal | |
Tractuur: mechanische sleepladen/pneumatische toetstractuur | |
1968 (Flentrop): | |
Hoofdwerk (II) C-g3 | |
Prestant 16 (C-E gedekt), Octaaf 8 discant dubbel, Roerfluit 8, Octaaf 4 discant dubbel, Spitsfluit 4, Octaaf 2, Mixtuur VI, Cymbel III, Trompet 16, Trompet 8 | |
Rugpositief (I) C-g3 | |
Prestant 8 (C-E gec. met Holpijp en Quintadeen), Quintadeen 8, Holpijp 8, Baarpijp 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Octaaf 2, Nasard 1 1/3, Mixtuur IV-VI, Sesquialter II, Dulciaan 16, Baarpijp 8, Tremulant | |
Borstwerk (III) C-g3 | |
Gedekt 8, Prestant 4 (C-H gedekt), Gedekte fluit 4, Woudfluit 2, Sifflet 1, Scherp IV, Vox Humana 8, Tremulant | |
Pedaal C-f1 | |
Prestant 16, Octaaf 8, Octaaf 4, Mixtuur VI, Bazuin 16, Trompet 8, Schalmey 4 | |
Koppels: Hoofdwerk-Rugwerk, Hoofdwerk-Borstwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Rugwerk | |
2000 (Flentrop): | |
Hoofdwerk (II) C-g3 | |
Prestant 16 (C-E gedekt), Octaaf 8 discant dubbel, Roerfluit 8, Octaaf 4 discant dubbel, Spitsfluit 4, Octaaf 2, Mixtuur VI, Cymbel III, Trompet 16, Trompet 8 | |
Rugpositief (I) C-g3 | |
Prestant 8 (C-E gec. met Holpijp en Quintadeen), Quintadeen 8, Holpijp 8, Baarpijp 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Octaaf 2, Nasard 1 1/3, Mixtuur IV-VI, Sesquialter II, Dulciaan 16, Dulciaan 8, Tremulant | |
Borstwerk (III) C-g3 | |
Gedekt 8, Prestant 4 (C-H gedekt), Gedekte fluit 4, Woudfluit 2, Sifflet 1, Scherp IV, Vox Humana 8, Tremulant | |
Pedaal C-f1 | |
Prestant 16, Octaaf 8, Octaaf 4, Mixtuur VI, Bazuin 16, Trompet 8, Schalmey 4 | |
Koppels: Hoofdwerk-Rugwerk, Hoofdwerk-Borstwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Rugwerk |
Bronvermelding van het hoofdorgel
Boeken | |
Gierveld: het ned huisorgel in de 17e en 18e eeuw 24 74/75 259 | |
Harst, Hans van der: langs nederlandse orgels IV 10, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Jongepier, Jan: achter het Friese orgelfront-tentoonstelling orgelbouw (1776-1926)21 | |
Kluiver, dr J.H.: hist orgels in Zeeland II 70 74 85 93-101 16* | |
Kruijs, M.H. van 't:: disposities der verschillende orgels (1885)54, uitgave Frits Knuf, Amsterdam 1972 |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
250 jaar orgelmaker Vermeulen 37 | |
75 jaar Flentrop orgelbouw 42 49 59 | |
Orgels in Zeeland | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 29(1993)10 foto 11*, 30(1993)24, 36(1996)39, 39(1998)32, 69(2013)31 | |
de Mixtuur 12(1973)227, 34(1981)119 120, 38(1982)293-294 | |
foto Fa. Flentrop, Zaandam* | |
het Orgel 11(1959)245, 4(1968)96, 7/8(1968)212, 12(1968)342* 344-345, 6(1975)197 | |
kerkepadgids (1983)17-18* 107 | |
orgels in Ned 104 |
Laatste update: 2018-10-25 09:46:44