Hervormde Grote of Martinikerk
In gebruik
(Kerk)gebouw
Kerk gebouwd ca. 1490-1530. De toren is uit 1430. Driebeukige, laatgotische basiliek met pijlers in Nederrijnse trant, zonder transept en met koor zonder omgang. Inwendig hoofdbeuk met houten-, zijbeuk met stenen netgewelven en cilindervormige pijlers. Sacristie tegen de zuiderzijbeuk bij het koor; portalen onder de toren en in de zijbeuken, waarvan de zuidelijke met goede sculptuur (o.a. geestige zwikvullingen). | |
Brand in 1483. Blikseminslag in 1548. | |
De beiaard - met o.a. Hemony klokken- dateert in oorsprong van 1655, de grote luidklok van 1549. | |
Beleg van de Fransen in 1672. | |
Blikseminslag in 1717. | |
De 95 meter hoge toren werd op 15 april 1945 door de bezetter opgeblazen, waarbij de kerk zwaar werd beschadigd. | |
Kerkrestauratie na 1945. | |
Toren en kerk werden in 1965 en op 31 augustus 1972 weer in gebruik genomen. | |
PKN-kerk. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Kluiver, dr J.H.: historische orgels in Zeeland III 130 | |
Os, drs J.F. van: langs nederlandse orgels II 10 22 23 41 57, uitgave Bosch & Keuning te Baarn |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
250 jaar orgelmaker Vermeulen 39 103 | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 49(2003)23, 50(2003)26 | |
de Mixtuur 11(1973)215, 17(1975)337, 24(1978)537, 27(1979)680* | |
de Orgelvriend 7(1979)7*, 6(1981)8-10**, 9(1981)12, 5(1986)12*, 7(1986)29* | |
het Orgel 6(1969)173-178, 1(1972)19, 9(1972)221* 229, 2(1974)37, 10(1974)325, 10(1976)331, 12(1968)347, 6(1969)173-178 | |
kalender 2004 van de orgelvriend | |
kerkepadgids (1978)17 |
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Hervormde Grote of Martinikerk | Doesburg | - |
Orgelhistorie
b: |
vóór 1493 - het orgel is door brand in 1548 ?? verloren gegaan |
b: | H. Graurock, Emmerik 1558 |
b: | J. Morlet II 1605 |
r: |
C. Ruprecht II 1698; M II: Hw 4-Ow 8 - het orgel is in 1828 buiten werking gesteld |
o: | DOESBURG Evangelisch Lutherse kerk 1840 |
b: | E. van Gelder & Zn., Amsterdam 1828/30; M II ap: Hw 11-Rw 9 |
r: | L. Schwarze, Anholt 1854 (vp); Ped: 5 |
r: | Fa. Leichel, Duisburg 1876/77 |
r: | M. Maarschalkerweerd, Utrecht 1889; EL |
r: |
van der Brink, Renkum 193. - het orgel is in 1945 verwoest |
b: | Fa. E.F. Walcker, Ludwigsburg 1914/16 voor ROTTERDAM Gereformeerde kerk - Nieuwe Zuiderkerk; Voor de opstelling van het Fernwerk moest ook een andere oplossing gekozen worden: het vond een plaats op de kas van het orgel (dus in de kerkruimte) als echowerk; EP IV vp: Man I 13-Man II 17-Man. III 14-Man IV 9-Ped 14-Zwelwerkpedaal 6 |
o: |
Fa. Jos Vermeulen, Alkmaar 1969/72 naar DOESBURG ; Het oorspronkelijke klankconcept bleef behouden. ; EP IV vp: Hw 13-Pos expr 8-Réc expr 14-Echow 9-Ped I 15-Ped II 6 - Sedert 1991 staat het instrument op de lijst van Rijksmonumenten. |
Dispositie
1916 (Walcker): | |
Manuaal I C-c4 | |
Prinzipal 16, Gross Prinzipal 8, Bourdon 8, Viola di Gamba 8, Jubalflöte 8, Gemshorn 8, Dulciana 8, Praestant 4, Rohrflöte 4, Octave 2, Cornet Silb. III-V, Mixtur Silb. V, Trompete 8 | |
Positief (II) in zwelkast C-c4 | |
Bourdon 16, Flötenprinzipal 8, Synthematophon 8, Flûte harmonique 8, Salicional 8, Cello 8, Harmonika 8, Prinzipal 4, Orchesterflöte 4, Piccolo 2, Cornettino III-IV, Nazard 2 2/3, Gross Mixtur V-VII, Basson 16, Tromp. harm. 8, Orchester Oboe 8, Clairon Harm. 4, Tremolo | |
Schwellwerk (III) in zwelkast C-c4 | |
Lieblich Gedeckt 16, Geigen-Prinzipal 8, Lieblich Gedeckt 8, Konzertflöte 8, Quintatön 8, Viola d'amour 8, Aeoline 8, Voix Céleste 8, Liebes-Geige 4, Flauto dolce 4, Flautino 2, Sesquialtera II 2 2/3-1 3/5, Cymbel Silb. III-IV, Clarinette 8, Tremolo | |
Echowerk (IV) in zwelkast C-c4 | |
Quintatön 16, Nachthorn 8, Echo Bourdon 8, Echo Gamba 8, Vox Angelica 8, Spitzflöte 4, Glockenton III-IV, Vox Humana 8, Echo Trompete 8, Tremolo | |
Pedal I C-f1 | |
Grand Bourdon 32, Prinzipalbass 16, Subbass 16, Harmonikabass 16, Contrabass 16 (tr. I), Flötenbass 16, Quintbass 10 2/3, Choralbass 8, Flötenbass 8 (tr. I), Choralbass 4, Mixtur V (tr. I), Bombardon 32, Posaune 16, Tuba 8 | |
Schwellwerkpedal II | |
Gedecktbass 16 (tr. III), Echobass 16 (tr. IV), Bourdon doux 8 (tr. IV), Bassflöte 8 (tr. III), Violoncello 8 (tr. II), Bassonbass 16 (tr. II), Clairon harmonique 4 (tr. II) | |
Spielhilfen: Normaalkoppeln : I+P, II+P, II+P, IV+P, II+I, III+I, IV+I, III+II, IV+III | |
Suboctavkoppeln: I+P, II+P, III+P, II+I, III+I, III+II, IV | |
Superoctavkoppeln: II+P, II+I, III+I, III+II, IV | |
Basskoppeln: P+I, P+II, P+III, P+IV | |
Melodiekoppeln: II+I, I+II, III+II, II+III, IV+III | |
Automatisch pianopedal (IV,III en II) Generalcrescendo (Registerwalze) | |
Koppeln aus Crescendo: alle Normal, Suboctav und Superoctavkoppeln, aber nicht: Sub IV + Super IV | |
4 Freikombinationen | |
P, MF, Tutti ohne Mixturen und Zungen, Tutti ohne Koppeln, Zungen ab, Mix- turen ab, Handregister ab, Crescendo ab, Leerlauf koppel I, Rücklauf Crescendo | |
Het Fernwerk kreeg een plaats boven het kerkgewelf en werd via een bijna 21 meter lang kanaal met de kerkruimte verbonden |
Bronvermelding van bovenstaand orgel
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Laatste update: 2018-10-23 15:44:28