Hervormde Grote of Martinikerk
In gebruik
(Kerk)gebouw
Zie: hierboven. | |
Doordat het Van Gelder-orgel uit 1828/30 met de toren en een deel van het schip van de kerk op 15 april 1945 te onder was gegaan, zocht men een instrument dat dienst kon doen in de noodkerk. | |
De orgelkas werd ontworpen met het oog op de ongewisse toekomst: als koororgel of als rugwerk van een groter orgel en vervaardigd door een plaatselijk timmerman. | |
Nadat het koororgel gereed was, werd het alvorens men het in Doesburg plaatste, eerst in 1953 tentoongesteld in de Brouwerskapel van de Grote of St. Bavokerk te Haarlem op de Expositie van Nederlandse Orgelcultuur, die in het kader van het Internationaal Orgelconcours was ingericht. Daar werd het orgel gepresenteerd tijdens de opening van de expositie op 26 juni 1953 door Joh. Legêne. | |
Het Flentrop-koororgel werd in 1953 geplaatst in de noodkerk die in het koor van de zwaar beschadigde Ned Hervormde Grote of Martinikerk te Doesburg was aangebracht. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Koororgel
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Hervormde Grote of Martinikerk | Doesburg | 1953 - |
Orgelhistorie
b: |
Fa. Flentrop, Zaandam 1953; M II vp: Man I 6-Man II 5-Ped 1 Adviseur Joh. Legêne te Lochem Het orgel werd op 3 september 1953 in gebruik genomen |
r: | Fa. Flentrop, Zaandam 2001; het orgel werd opnieuw geïntoneerd, waardoor de "scherpste kantjes" er vanaf gehaald werden en de klank milder werd |
Dispositie
1953 (Flentrop): | |
Manuaal I | |
Praestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Vlakfluit 2, Mixtuur IV-VI, Musette 8 | |
Manuaal II | |
Holpijp 8, Roerfluit 4, Prestant 2, Nasard 1 1/3, Scherp II-III 1/2 | |
Pedaal | |
Bourdon 16 | |
Koppels I-II, Pedaal-I, Pedaal-II |
Bronvermelding van het koororgel
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
75 jaar Flentrop orgelbouw 54 | |
de Orgelvriend 6(1981)9* | |
het Orgel 7/8(1953)102* 109, 1(1973)25-26 |
Koororgel
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Hervormde Grote of Martinikerk | Doesburg | - |
Orgelhistorie
b: | Heinrich Hermann Freytag (1759-1811), Groningen 1805 vóór; kabinetorgel M I: Man 6 |
o: |
MIDDELSTUM (Gr), boerderij Sietsema; kabinetorgel M I: Man 6 - het kabinetorgel werd gekocht door mevr. Ph. Vermeulen-Brauckmann van de weduwe Sytsema op voorspaak van organist Maarten Kooy. Het orgel was onbespeelbaar en men had geen weet van herkomst noch van de waarde |
o/r: | SOEST Hervormde Oude kerk Koororgel 1958, in bruikleen van mevr. Ph. Vermeulen-Brauckmann te Baarn; provisorisch herstel |
r: |
Fa. J. de Koff & Zn., Utrecht 1961; het orgel werd op de Monumentenlijst geplaatst en met overheidssteun gerestaureerd. Aan de intonatie van het pijpwerk werd niets gewijzigd. De frontpijpen werden met tinfoelie belegd door Fa. Hans Schubert te Karlstadt, Fa. Van den Ende te Schoonhoven herstelde de kas Adviseur dr H.L. Oussoren namens Monumentenzorg |
o: |
BAARN Huisorgel mevr. Ph. Vermeulen-Brauckmann 1962 Het orgel werd op 12 mei 1962 in gebruik genomen - Na het vertrek van de eigenaar in 1976 naar Zuid-Frankrijk stond het instrument enige tijd ongebruikt in het tot accountantskantoor verbouwde woonhuis. |
o: |
BAARN Mamuchetzaal van kasteel Groeneveld Fa. Gebr. van Vulpen te Utrecht in de winter van 1984/85 - na bespreking met de Baarnse Muziekkring - een paar ontbrekende pijpen van de Praestant 4 werden bijgemaakt; kabinetorgel M I: Man 6 Bij de ingebruikneming op 15 december 1985 werd het orgel bespeeld door Gert Muts - onderhoud Fa. van Buuren & van Eeken te Leusden na 1985 |
o: | Flentrop Orgelbouw, Zaandam 2003; kabinetorgel M I: Man 6 |
Dispositie
1805 (Freytag): | |
Manuaal C-f3 | |
Fluit traverse 8 discant, Holpijp 8, Prestant 4 bas/discant, Fluit 4, Octaaf 2, Speelfluit 2, Tremulant | |
Geen pedaal | |
De windvoorziening is origineel, de schepbalg is niet intact. Windwijzer Toonhoogte a1 = 435 | |
1961 (Freytag/De Koff): | |
Manuaal C-f3 | |
Holpijp 8, Fluit 4, Prestant 2, Octaaf 1, Dulciaan 16 (gereserveerd) | |
Geen pedaal | |
1985 (Freytag/ ??): | |
Manuaal C-f3 | |
Holpijp 8, Fluit travers 8 discant, Prestant 4 bas/discant, Fluit 4, Octaaf 2, Speelfluit 2 | |
Toonhoogte a1 = 435 Hz. | |
Geen pedaal | |
2003 (Freytag/Flentrop): | |
Manuaal C-f3 | |
Fluit travers 8 discant, Holpijp 8, Praestant 4 bas/discant, Fluit 4, Octaaf 2, Speelfluit 2, Tremulant | |
Windwijzer | |
Toonhoogte a1 = 435 Hz. Stemming: gelijkzwevend |
Bronvermelding van het koororgel
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
blad Huismuziek februari 2004** | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 64(2010)31 | |
de Mixtuur 54(1986)193* 195 | |
kalender 2004 van de Orgelvriend** |
Hoofdorgel
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Hervormde Grote of Martinikerk | Doesburg | - |
Orgelhistorie
b: |
E. van Gelder & Zn., Amsterdam 1828/30; M II ap: Hw 11-Rw 9 - het orgel is in 1945 verwoest - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - alleen opgeslagen |
b: |
Fa. van Dam, Leeuwarden 1832 voor LEEUWARDEN Ned Hervormde kerk - Galileerkerk (zie daar) - het Van Dam-orgel was in 1945 geschonken door Leeuwarden. Er bleek te weinig ruimte om het orgel te kunnen plaatsten |
o: |
THOLEN Ned Hervormde Grote kerk Fa. Sanders 1955 (zie daar) - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - |
b: |
Fa. E.F. Walcker & Cie, Ludwigsburg (bij Stuttgart) 1914/16 vóór ROTTERDAM Gereformeerde kerk - Nieuwe Zuiderkerk aan de West Zeedijk; EP IV vp: Man I 13-Man II 17-Man. III 14-Man IV 9-Ped 14-Zwelwerkpedaal 6 - het orgel bleef in ongewijzigde toestand op zijn standplaats bewaard |
r: | Fa. E. Leeflang, Apeldoorn 1950/51 |
r: |
Fa. Fonteyn & Gaal, Amsterdam/Rotterdam 1964/66 - op 20 november 1968 werd het orgel openbaar verkocht en gekocht door de Hervormde kerk van DOESBURG |
o: |
Fa. Jos Vermeulen, Alkmaar 1969/72; het oorspronkelijke klankconcept bleef behouden. Het was het mogelijk het Fernwerk op een overeenkomstige manier te plaatsen als in Rotterdam; EP IV vp: Hw 13-Pos expr 8-Réc expr 14-Echow 9-Ped I 15-Ped II 6 - het orgel met zijn schitterende "Jugendstil"-front was in juni 1972 speelklaar. Ingebruikname op 31 augustus 1972 Sedert 1991 staat het instrument op de lijst van Rijksmonumenten. |
r: |
Flentrop Orgelbouw, Zaandam 2002/03; ingrijpende reparatie en restauratie; EP IV vp: Hw 13-Pos Zw 17-Réc Zw 9-Ped I 14-Ped II 6 het orgel is op 12 juni 2003 weer in gebruik genomen met een bespeling door Leo van Doeselaar |
Dispositie
1916 (Walcker): | |
Manuaal I C-c4 | |
Prinzipal 16, Gross Prinzipal 8, Bourdon 8, Viola di Gamba 8, Jubalflöte 8, Gemshorn 8, Dulciana 8, Praestant 4, Rohrflöte 4, Octave 2, Cornet Silb. III-V, Mixtur Silb. V, Trompete 8 | |
Positief (II) in zwelkast C-c4 | |
Bourdon 16, Flötenprinzipal 8, Synthematophon 8, Flûte harmonique 8, Salicional 8, Cello 8, Harmonika 8, Prinzipal 4, Orchesterflöte 4, Piccolo 2, Cornettino III-IV, Nazard 2 2/3, Gross Mixtur V-VII, Basson 16, Tromp. harm. 8, Orchester Oboe 8, Clairon Harm. 4, Tremolo | |
Schwellwerk (III) in zwelkast C-c4 | |
Lieblich Gedeckt 16, Geigen-Prinzipal 8, Lieblich Gedeckt 8, Konzertflöte 8, Quintatön 8, Viola d'amour 8, Aeoline 8, Voix Céleste 8, Liebes-Geige 4, Flauto dolce 4, Flautino 2, Sesquialtera II 2 2/3-1 3/5, Cymbel Silb. III-IV, Clarinette 8, Tremolo | |
Echowerk (IV) in zwelkast C-c4 | |
Quintatön 16, Nachthorn 8, Echo Bourdon 8, Echo Gamba 8, Vox Angelica 8, Spitzflöte 4, Glockenton III-IV, Vox Humana 8, Echo Trompete 8, Tremolo | |
Pedal I C-f1 | |
Grand Bourdon 32, Prinzipalbass 16, Subbass 16, Harmonikabass 16, Contrabass 16 (tr. I), Flötenbass 16, Quintbass 10 2/3, Choralbass 8, Flötenbass 8 (tr. I), Choralbass 4, Mixtur V (tr. I), Bombardon 32, Posaune 16, Tuba 8 | |
Schwellwerkpedal II | |
Gedecktbass 16 (tr. III), Echobass 16 (tr. IV), Bourdon doux 8 (tr. IV), Bassflöte 8 (tr. III), Violoncello 8 (tr. II), Bassonbass 16 (tr. II), Clairon harmonique 4 (tr. II) | |
Spielhilfen: Normaalkoppeln : I+P, II+P, II+P, IV+P, II+I, III+I, IV+I, III+II, IV+III | |
Suboctavkoppeln: I+P, II+P, III+P, II+I, III+I, III+II, IV | |
Superoctavkoppeln: II+P, II+I, III+I, III+II, IV | |
Basskoppeln: P+I, P+II, P+III, P+IV | |
Melodiekoppeln: II+I, I+II, III+II, II+III, IV+III | |
Automatisch pianopedal (IV,III en II) Generalcrescendo (Registerwalze) | |
Koppeln aus Crescendo: alle Normal, Suboctav und Superoctavkoppeln, aber nicht: Sub IV + Super IV | |
4 Freikombinationen | |
P, MF, Tutti ohne Mixturen und Zungen, Tutti ohne Koppeln, Zungen ab, Mix- turen ab, Handregister ab, Crescendo ab, Leerlauf koppel I, Rücklauf Crescendo | |
Het Fernwerk kreeg een plaats boven het kerkgewelf en werd via een bijna 21 meter lang kanaal met de kerkruimte verbonden | |
2003 (Walcker/Flentrop): | |
Manuaal I C-c4 | |
Prinzipal 16, Gross Prinzipal 8, Bourdon 8, Viola di Gamba 8, Jubalflûte 8, Gemshorn 8, Dulciana 8, Praestant 4, Rohrflûte 4, Octave 2, Cornet Silb. III-V, Mixtur Silb. V, Trompete 8 | |
Manuaal II (in zwelkast) C-c4 | |
Bourdon 16, Flûtenprinzipal 8, Synthematophon 8, Flûte harmonique 8, Salional 8, Cello 8, Harmonika 8, Prinzipal 4, Orchesterflûte 4, Piccolo 2, Cornettino III-IV, Nasard 2 2/3, Gross Mixtur V-VII, Basson 16, Tromp. harm. 8, Orchester Oboe 8, Clairon Harm. 4, Tremolo | |
Manuaal III (in zwelkast) C-c4 | |
Lieblich Gedeckt 16, Geigen-Prinzipal 8, Liebliech Gedeckt 8, Konzertflûte 8, Quintatön 8, Viola d'Amour 8, Aeoline 8, Voix Céleste 8, Liebes-Geige 4, Flauto dolce 4, Flautino 2, Sesquialtera II, Cymbel Silb. III-IV, Clarinette 8, Tremolo | |
Manuaal IV (Echowerk, in zwelkast) C-c4 | |
Quintatön 16, Nachthorn 8, Echo Bourdon 8, Echo Gamba 8, Vox Angelica 8, Spitsflûte 4, Glockenton III-IV, Vox Humana 8, Echo Trompete 8, Tremolo | |
Pedaal I C-f1 | |
Grand Bourdon 32, Prinzipalbass 16, Subbass 16, Harmonikabass 16, Contrabass 16 (tr. I), Flûtenbass 16, Quintbass 10 2/3, Choralbass 8 (tr. I), Choralbass 4, Mixtur V (tr. II), Bombardon 32, Posaune 16, Tuba 8, Clairon harm. 4 (tr. II) | |
Zwelwerkpedaal II C-f1 | |
Gedecktbass 16 (tr. III), Echobass 16 (tr. IV), Bourdon doux 8 (tr. IV), Bassflûte 8 (tr. III), Violoncello 8 (tr. II), Bassonbass 16 (tr. II) | |
Gebruikelijke manuaal- en pedaalkoppelingen, diverse sub- en superkoppels (met name voor manuaal II, III, IV, afzonderlijk en in combinatie) | |
baskoppels van alle manualen naar het pedaal | |
melodiekoppels voor manuaal II, III en IV | |
Generalkoppel, Leerlaufkoppel, Crescendowalze met Rûcklauf (plus Auslöser voor de koppelingen) | |
Tutti met/zonder tongwerken en koppelingen | |
4 vrije combinaties | |
Handregisters ab (werkt op alle vrije combinaties) |
Bronvermelding van het hoofdorgel
Boeken | |
Kluiver, dr J.H.: historische orgels in Zeeland III 130 | |
Os, drs J.F. van: langs nederlandse orgels II 10 22 23 41 57, uitgave Bosch & Keuning te Baarn |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
250 jaar orgelmaker Vermeulen 39 103 | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 49(2003)23, 50(2003)26 | |
de Mixtuur 11(1973)215, 17(1975)337, 24(1978)537, 27(1979)680* | |
de Orgelvriend 7(1979)7*, 6(1981)8-10**, 9(1981)12, 5(1986)12*, 7(1986)29* | |
het Orgel 6(1969)173-178, 1(1972)19, 9(1972)221* 229, 2(1974)37, 10(1974)325, 10(1976)331, 12(1968)347, 6(1969)173-178, 3(1995)96* | |
kalender 2004 van de orgelvriend | |
kerkepadgids (1978)17 |
Laatste update: 2018-10-23 15:42:53