Engelse kerk - Schots Presbytariaans
In gebruik
(Kerk)gebouw
Kerk gebouwd in de 15e eeuw voor de Begijnen. | |
Sinds 1607 is het gebouw als Engelse Kerk in gebruik. | |
In 1685 werd het vergroot met een zuiderbeuk. | |
Mede door het gewicht van het veel grotere Ingram-orgel is de galerij scheef gaan zakken. Hierdoor ging het orgel steeds slechter functioneren. Uiteindelijk is in de jaren negentig van de twintigste eeuw besloten het Müller-orgel te reconstrueren. Opmerkelijk is dat het orgel scheef staat. Dit wordt veroorzaakt door dat niet alleen de galerij, maar ook de zuidmuur iets is verzakt. De pijpen staan echter wel recht. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Koororgel
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Engelse kerk - Schots Presbytariaans | Amsterdam | - |
Orgelhistorie
b: | Flentrop Orgelbouw, Zaandam 1978; positief M I: Man 7 |
Dispositie
1978 (Flentrop): | |
Manuaal C-f3 | |
Holpijp 8 bas/discant, Prestant 4, Fluit 4 bas/discant, Quint 3 bas/discant, Octaaf 2, Terts 1 3/5 discant, Mixtuur III 1 1/3 | |
Pedaal C-d1 | |
aangehangen | |
Deling bas-discant bº-c1 | |
Mechanische sleeplade |
Bronvermelding van het koororgel
Boeken | |
Schroevers: foto G 25*, de Mixtuur Schagen |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
75 jaar Flentrop orgelbouw 64 83* |
Hoofdorgel
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Engelse kerk - Schots Presbytariaans | Amsterdam | - |
Orgelhistorie
b: | Christian Müller, Amsterdam 1753/54, uitbundige Louis-XV ornamentiek, vooral onder de orgelkas en balustrade; M II ap: Man 8-Bov 8 |
r: | Johannes Henricus Overdiek 1844; herstelling en ombouw |
b: | Pieter Flaes, Amsterdam 1874; in oude kas met front van Müller, beide laden op één niveau, klaviatuur aan de zijkant; M II ap: Hw 8-Bov 4 |
o: | binnenwerk naar AMSTERDAM, Lauriergracht, Christelijk Gereformeerde kerk Eben Haezer 1907 |
b: |
Eustace Ingram & Co, Edinburgh 1906/07; nieuwbouw met oud front en deel kas van Müller; Pn II vp: het orgel werd op 7 januari 1907 in gebruik genomen met een bespeling door Frieso Molenaar en Anton H. Thierie |
r: |
D.A. Flentrop, Zaandam 1954; uitbreiding met een Bovenwerk, speeltafel op de oorspronkelijke plaats opzij van het orgel en de tractuur werd geëlectrificeerd. Aan de dispositie werd nagenoeg niets gewijzigd, behalve een koppeling Swell Octave to Pedal werd gemaakt; M II vp: Gr 6-Sw 7-Ped 3 het orgel is op eerste Pinksterdag 1954 in gebruik genomen met een bespeling door Han van Dijk, organist van de kerk Mede door het gewicht van het veel grotere Ingram-orgel is de galerij scheef gaan zakken. Hierdoor ging het orgel steeds slechter functioneren. Uiteindelijk is in de jaren negentig van de twintigste eeuw besloten het Müller-orgel te reconstrueren |
b: |
Flentrop Orgelbouw, Zaandam 1999/2000; nieuwbouw in orgelkas van Müller; M II vp: Hw 9-Pos 7-Ped 3 Op 20 maart 2000 is het orgel in gebruik genomen |
Dispositie
1754 (volgens Hess): | |
Hoofdwerk (Onder-Clavier) | |
Bourdon 8, Quintadeen 8, Octaav 4, Quint Prest. 3, Sup. Oct. 2, Teriaan, Mixtuur, Trompet 8 | |
Onderwerk (Boven-Clavier) | |
Praestant 8 (discant dubbel), Roerfluit 8, Gemshoorn 4, Quintfluit 3, Cornet | |
1874 (concept contract Flaes): | |
Hoofdklavier | |
Bourdon 16, Prestant 8, Roorfluit 8, Qintadeen 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2 | |
Bovenklavier | |
Holpijp 8, Salicionaal 8*, Viola di Gamba 8*, Roorfluit 4 | |
Pedaal C-c1 | |
aangehangen | |
Klavierkloppel | |
* De grootste pijpen van Salicionaal en Viola di Gamba spreken in de Holpijp | |
Windvoorziening: magazijn met daaronder twee schepbalgen. De trapinstallatie in de achterwand van het orgel | |
1954 (Flentrop): | |
Great (I) C-c4 | |
Double Diapason 16, Open Diapason 8, Clarabella 8 (C-B gec. met Dulciana), Dulciana 8, Principal 4, Piccolo 2 | |
Swell (II) C-c4 | |
Violin Diapason 8, Lieblich Gedacht 8 (C-B gec. met Salicional), Salicional 8, Voix Célestes 8 vanaf cº, Gemshorn 4, Horn 8, Oboe 8, Tremulant | |
Pedal C-f1 | |
Sub Bass 16 (afgeleid van Double Diapason GO), Bourdon 16 unit, Bass Flute 8 unit | |
Koppelingen: Swell Octave to Pedal, Great to Pedal, Swell to Pedal, Swell Octave to Great, Swell to Great, Swell Super Octave | |
Zes mechanische werkende kombinatietreden | |
De kombinaties zijn binnen zekere grenzen te wijzigen | |
Zweltrede | |
2000 (Flentrop): | |
Hoofdwerk (II) C-f3 | |
Prestant 8 (discant dubbel), Roerfluit 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quintprestant 3, Octaaf 2, Terts 1 3/5, Mixtuur III-IV 1, Trompet 8 bas/discant | |
Positief in zwelkast (I) C-f3 | |
Bourdon 8, Quintadena 8, Viola da Gamba 8 (C-H in Bourdon), Gemshoorn 4, Roerquint 3, Nachthoorn 2, Flageolet 1 | |
Pedaal C-d1 | |
Bourdon 16, Holpijp 8 (C-dº gec. met Bourdon 16), Fagot 16 | |
Koppelingen: Manuaalkoppel. Pedaal-Hoofdwerk. Pedaal-Positief | |
Tremulant gehele werk | |
Mechanische sleepladen. Winddruk: 69 mm. WK | |
Het onderpositief werd in een zwelkast geplaatst, en voorzien van een transpositeur, om een halve toon lager te kunnen spelen. |
Bronvermelding van het hoofdorgel
Boeken | |
Bakker: een nieuw orgel voor de oud geref gemeente te Ede 11 25 | |
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)202 204 | |
Jongepier, Jan: langs nederlandse orgels III 26, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Kler, de: brochure engelse kerken den haag 10 | |
Schroevers: foto G 19*, de Mixtuur Schagen | |
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)146, Fryske Akademy Leeuwarden 2003 |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
75 jaar Flentrop orgelbouw 54 | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 21(1989)14 | |
de Mixtuur 63(1989)158 | |
de Orgelvriend 12(1975)9 | |
het Orgel 6(1954)92, 1(1955)12, 2(1966)58-59, 5(1966)150* 154, 2(1967)36, 7/8(1988)334-338, 6(1990)congres 20-23 juni 112* | |
kerkepadgids (1980)39 |
Laatste update: 2018-10-17 11:45:40