Doopsgezinde kerk - Lokhorstkerk
In gebruik
(Kerk)gebouw
Kerk gebouwd als schuilkerk op de plaats waar in de middeleeuwen het Huis Lokhorst stond (een versterkt woonhuis van stadsbestuurders). | |
De galerij met banken waarop het orgel zou komen te staan bestond in 1774 al. | |
Deze kerk is gesloopt. | |
Nieuwe kerk gebouwd in 1859/60. In het interieur zijn kronen in art-nouveau stijl. | |
Sinds 1969 door het samengaan met de Remonstranten ‘Lokhorstkerk’ geheten naar het Huis te Lokhorst op welks fundamenten het deels gebouwd is. | |
De kansel wordt door de week gebruikt voor de kanseloefeningen van het Remonstrants Seminarium. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Brouwer: sleutelstad-orgelstad 58 67 130* 131-138* 185 | |
Jongepier, Jan: langs nederlandse orgels III 38 134*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Os, drs J.F. van: langs nederlandse orgels II 34, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Schippers: foto H 15*, de Mixtuur Schagen |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 43(2000)36 | |
de Mixtuur 17(1975)353, 80(1995)1010 | |
orgelconcerten in Zuid-Holland West (2008)17*; uitgave Stichting Orgelpromotie Zuid-Holland West |
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Doopsgezinde kerk - Lokhorstkerk | Leiden | - |
Orgelhistorie
b: |
Johannes Mitterreither, Leiden 1774; orgel geschonken door H. Otto van Outgaarden, snijwerk van Johannes Schadé, mr Beelhouwer te Leiden, timmerman Speelman en metselaar van Um namen de kast, balustrade en de afwerking voor hun rekening; M I ap: Man 11 hij nam het werk op 24 maart 1774 aan, het contract is getekend op 4 april 1774 op zondag 2 oktober 1774 werd het orgel in gebruik genomen Johannes Mitterreither werd vanaf januari 1775 gecontracteerd het orgel te onderhouden na zijn overlijden in 1800 nam Lambertus van Dam te Leeuwarden die taak over tot 1839 |
r: |
Lambertus van Dam, Leeuwarden 1805/07; vergroting met een Bovenwerk, nieuwe blaasbalgen; M II ap: Hw 11-Bov 10 orgel geëxamineerd op 13 oktober 1807 door de organisten Chr.Fr. Ruppe van de luth kerk en Jac. Lammers van de doopsgezinde kerk orgel op 1 december 1807 in gebruik genomen onderhoud Lambertus van Dam te Leeuwarden tot 1839 onderhoud N.A. Lohman vanaf 1839 |
o/r: |
nieuwe kerk Fa. N.A. Lohman & J. Schaaffelt, Leiden 1859/60 het contract werd op 20 juni 1859 ondertekend op 4 juni 1860 verklaarde Jan Godefroy, organist Pieterskerk, zich content met de verrichtte werkzaamheden |
r: |
J. Schaaffelt, Leiden 1871; grondige reparatie onderhoud vanaf 1885 P.C. Bik te Leiden |
r: | P.C. Bik, Leiden 1885/86; schoonmaak en vernieuwing windvoorziening |
r: | P.C. Bik, Leiden 1909; frontpijpen opnieuw gefolied met bladtin |
r: | P.C. Bik, Leiden 1924/25; enbige reparaties |
r: | Willem van Leeuwen, Leiderdorp 1957; grondige restauratie |
r: | Jac. van der Linden, Leiderdorp 1965; windvoorziening verplaatst; M II vp: Hw 10-Bov 4-Ped 3 |
r: |
Flentrop Orgelbouw, Zaandam 1999, teruggebracht naar de situatie van 1807, de rococokast is gerestaureerd door Fa. Slegt te Edam naar een oud bestek uit 1771; twee spaanbalgen ook d.m.v. een trapinstallatie te bedienen; M II ap: Hw 10-Bov 4 adviseur ir Henk Kooiker |
Dispositie
1774 (volgens het bestek): | |
Manuaal C D-d3 | |
Prestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Fluit Traver 8 discant, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Super octaaf 2, Gemshoorn 2, Cornet III, Trompet 8 bas/discant | |
Pedaal C-fº | |
aangehangen | |
Wind lozing, 3 Blaasbalgen | |
1774 (dispositie Mitterreither): | |
Hoofdwerk (I) C-f3 | |
Prestant 16 discant, Bourdon 16, Prestant 8 discant dubbel, Baarpijp 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Quint 3, Octaaf 2, Sexquialter IV discant, Mixtuur V, Scherp IV, Trompet 8 bas/discant | |
Bovenwerk (II) C-f3 | |
dispositie niet bekend | |
Pedaal C-c1 | |
aangehangen | |
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk | |
1807 (Van Dam): | |
Bovenwerk | |
Bourdon 16 discant, Prestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Sexquialtera II 3, Trompet 8 | |
1965 (dispositie Mitterreither/Van der Linden): | |
Hoofdwerk (I) C-f3 | |
Bourdon 16 discant, Prestant 8, Holpijp 8, Gamba 8, Octaaf 4, Speelfluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Mixtuur III-V, Schalmey 8 | |
Bovenwerk (II) C-f3 | |
Roerfluit 8, Fluit 4, Vlakfluit 2, Nasard 1 1/3, Tremulant | |
Pedaal C-d1 | |
Bourdon 16, Prestant 8 (transm. van Hw), Octaaf 4 (transm. van Hw) | |
Koppelingen: Hoofdwerk-Bovenwerk (trekkoppel), Pedaal-Hoofdwerk (trede), Pedaal-Bovenwerk (trede) | |
De discant van de Bourdon 16 begint op c1 | |
1999 (dispositie Mitterreither/Flentrop): | |
Hoofdwerk (I) C-f3 | |
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Quintadena 8, Octaaf 4, Fluit 4, Octaaf 2, Sexquialter II bas/discant, Cornet IV discant, Trompet 8 bas/discant | |
Bovenwerk (II) C-f3 | |
Prestant 8 discant, Holpijp 8, Fluit d'Amour 4, Spitsfluit 2, Tremulant | |
Pedaal C-c1 | |
aangehangen | |
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk |
Bronvermelding van bovenstaand orgel
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Laatste update: 2017-06-19 11:24:47