RK kerk Christus Koning
Afgebroken
Foto: ansichtkaart
Marshalllaan 139
Kanaleneiland
Utrecht
Gemeente Utrecht
Utrecht
(Kerk)gebouw
Kerk gebouwd in 1961 naar ontwerp van de Groningse architect Coen Bekink. Votiefkerk, gebouwd uit dankbaarheid aan God. De Utrechtse katholieken hadden in de oorlog de gelofte gedaan een votiefkerk te bouwen als de stad gespaard bleef, en zamelden hiervoor geld in. |
Modern en sculpturaal gebouw met een opvallende plattegrond en imposante voorgevel. Een betonnen pyloon die uitliep in een kruis diende als toren. Net als bij zijn Groningse kerk Maria Moeder Gods uit dezelfde tijd liet Bekink zich inspireren door de befaamde Notre Dame du Haut van architect Le Corbusier uit 1955. |
In 1961 zegende kardinaal Alfrink de Christus Koningkerk aan de Marshalllaan in. |
Zowel de symbolen en figuren op de toren als het opvallende votiefraam van glas-in-beton waren ontworpen door de kunstenaar/tandarts Max Reneman. Hij was een leerling van Heinrich Campendonk, specialist in glas-en-lood en monumentale gevelkunst. |
Kerkverlating en de veranderde bevolkingssamenstelling van Kanaleneiland zorgden er in 1988 voor dat de drie katholieke parochies in de wijk samengingen in de Wederkomst des Herenkerk aan de Marco Pololaan. De Christus Koningkerk werd verkocht aan een bouwbedrijf dat het kerkgebouw in 1988 verving door een anoniem appartementengebouw. |
Niets aan de Marshalllaan 139 herinnert nog aan het expressieve gebouw dat er ooit stond. Gelukkig werd bij de sloop wel een deel van de glas-in-betonwand gedemonteerd en bewaard. Het kunstwerk - althans de bovenste helft - werd herplaatst in de Wederkomst des Herenkerk. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken |
Dijk, Peter van/Oost, Ger: Utrecht Orgelstad (1981)104* |
Tijdschriften en andere uitgaves |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 17(1987)19, 21(1989)17 |
orgelnieuws Verschueren kerstmis 1961* |
Orgelhistorie
b: |
Fa. L. Verschueren, Heythuysen 1961; ontwerp orgelkast en font van architect Coen Bekink uit Groningen; M I ap: Man 7
adviseur dr P.J. de Bruyn, Kockengen namens de KKOR
het orgel is op 1 juli 1961 in gebruik genomen |
Dispositie
1961 (Verschueren): |
Hoofdwerk C-g3 |
Prestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Blokfluit 4, Gemshoorn 2, Mixtuur III-IV, Dulciaan 8 |
*Borstwerk C-g3 |
Holpijp 8, Spitsgamba 8 vanaf cÂș, Roerfluit 4, Prestant 2, Sifflet 1 1/2 |
*Pedaal C-f1 |
Subbas 16, Baarpijp 8, Prestant 4 |
Koppelingen: Hoofdwerk-Borstwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Borstwerk |
* thans geplaatst het Hoofdwerk met aangehangen pedaal |
Bronvermelding van bovenstaand orgel
Boeken |
Geen informatie aanwezig
|
Tijdschriften en andere uitgaves |
Geen informatie aanwezig
|
Laatste update: 2017-11-03 15:18:10