Hervormde Grote of Mariakerk hoofdorgel
In gebruik
(Kerk)gebouw
In 1422 komt Meppel kerkelijk op eigen benen. De nieuwe kerk werd voltooid in 1459. De bisschop zelf kwam voor de inzegeningsplechtigheid. Gotische hoofdbeuk met later gebouwde noordbeuk. | |
Er werden altaren in de kerk geplaatst en de gemeente groeide. | |
De toren met karakterische koepel werd in de 15e eeuw gebouwd. | |
In 1518 werd de kerk vergroot. | |
De klok in de toren is in 1611 door Arend van de Put vervaardigd. | |
Het leger van prins Maurits kwam gedurende de Tachtigjarige Oorlog voorbij en liet diepe sporen na. | |
De preekstoel is uit 1696, de voet van de preekstoel dateert uit 1780. De koperen doopboog werd in 1782 vervaardigd. | |
Er was niet genoeg ruimte om welgestelden, die binnen de kerk een laatste rustplaats wilden die gelegenheid ook te geven. De vloer was inmiddels al drie maal opgehoogd. Nauwelijks na de uitbreiding van 1780 verbood keizer Napoleon het begraven in de kerk. | |
In de voet van de toren een plaat tot welke hoogte het water kwam bij een overstroming in 1825. | |
Het plein bij de kerk was vroeger kerkhof en het poortje in de zijmuur diende op na de rouwdienst de kist naar buiten te dragen. | |
Het Hoofdwerk van het orgel moest een groot deel van zijn bekroning missen, toen het plafond van de kerk verlaagd werd. De gesneden kuiven van de rugwerkkas werden in 1825/27 vervangen door vrij omvangrijk geproportioneerde beelden. De kuiven kregen een plaats op het klankbord van de kansel (tot 1950). De beide orgelkassen werden voorzien van gesneden vleugelstukken. | |
Het doopvont van een lood-tinlegering is gemaakt door de Zutphense kunstenaar J.H. Germans. Op de achtkantige kuip staan de symbolen van de vier apostelen en het Christus-naamteken. | |
De toren is eigendom van de burgerlijke gemeente. | |
In 1952 werden de vleugelstukken en beelden van het orgel verwijderd, de bekroningen werden van het kanselklankbord afgehaald en weer op de Rugwerkkas geplaatst. | |
Restauratie kerk van 1954 tot 1963. | |
PKN-kerk. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Hoofdorgel
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Hervormde Grote of Mariakerk hoofdorgel | Meppel | - |
Orgelhistorie
b: | 1516 |
b: |
Jan Harmens Kamp, Berlikum tussen 1712 en 1716; ontwerp orgel Arp Schnitger, Hoofdwerk met springlade, Rugwerk met sleeplade. Boven het bestek voegde hij een Borstwerk toe, oorspronkelijk met vleugeldeuren; M II ap: Hw 13-Rw 10-Borstw 5 het orgel was in 1716 gereed keuring door de Kamper organist Nicolaes Berff te Deventer op 1 april 1716. Niet alles was volgens het bestek gemaakt, er waren een groot aantal gebreken. Het orgel werd afgekeurd. - tot 1720 volgde een lange periode van herhaalde keuringen herkeuring door de Amsterdamse organist Hendrik Langeman op 13 juni 1717; er waren fundamentele gebreken aan de laden herkeuring Pasen 1718 door Hendrik Lageman en Christiaan Steenbergen te Amsterdam; het orgel werd weer afgekeurd Op het laatst kan de orgelmaker door ziekte niet meer naar Meppel komen. Als hij in 1721 overlijdt is het orgel nog steeds niet in orde - bestek Frans Caspar Schnitger 24 juni 1721 om het orgel te renoveren |
r: |
Frans Caspar Schnitger 1721/22; voltooïng, springlade Manuaal vervangen door een sleeplade, nieuwe registers; M III ap: Hw 12-Rw 10-Borstw 5 - de orgelluiken zijn uit 1722 het orgel werd op 8 mei 1722 gekeurd door Petrus Havingha, organist van de Martinikerk te Groningen, die het werk in alle opzichten in orde bevond |
r: |
Albert van Gruisen, Leeuwarden 1778 - onderhoud Johan Christoff Scheuer te Zwolle, eerste helft van de 19e eeuw het orgel werd geëxamineerd door J.H. van der Dussen te Kampen |
r: | Johan Christoff Scheuer, Zwolle 1825/27; Quintadeen 8 van het Manuaal omgewerkt tot Bourdon 16 |
r: | Hendrik(us) J. Langendijk 1842; reparatie |
r: | Zwier van Dijk, Kampen ± 1882; het Borstwerk werd weggenomen, de Dulciaan 16 van het Manuaal werd vervangen door een tweede Prestant 8 en op het Rugwerk kwam een Fluit Travers 8; M II ap: |
r: | Jan Proper, Kampen 1905; rigoureuze verbouwing: klaviatuur naar de zijkant, de lade van het Rugwerk werd in de onderkas van de grote kas gelegd. Alle oude onderdelen van klaviatuur en mechanieken gingen verloren. De dispositie bleef in grote lijnen onaangetast, alleen de Cimbel verdween. De klavieren werden uitgebreid |
r: |
Fa. Spiering, Dordrecht 1927; het overgebleven bestand werd nog verder aangetast. Oude frontpijpen vervangen door nieuwe zinken pijpen, op het Bovenmanuaal kwamen een Gamba en Celeste; waarvoor de Octaaf 2 verdween (de Scherp was ook al weg), pneumatisch pedaal met Subbas 16 en Gedekt 8 achter het orgel; M II vp: Bovenman 11-Onderman 10-Pn Ped 2 frontpijpen door nieuwe van zink vervangen - in 1950 lag een plan klaar om het orgel in de zin van de oorspronkelijke toestand te reconstrueren. Adviseurs waren Willem Hülsmann en Lambert Erné.. Herstel van Manuaal, Rugwerk en Borstwerk met toevoeging van een vrij Pedaal. Nadat subsidie was aangevraagd werden de Rijksadviseur dr H.L. Oussoren en assistent Cor Edskes bij het werk betrokken |
r: |
Fa. Mense Ruiter, Groningen 1951; restauratie Rugwerk. De lade werd gerestaureerd waarbij de uitbreiding van de omvang gehandhaafd bleef, omdat men had besloten dat de klavieren tot f3 zouden lopen. Het Rugwerk werd herplaatst met gereconstrueerde dispositie en vanaf een noodklavier bespeelbaar gemaakt. De orgelrestauratie werd onderbroken door de noodzakelijke kerkrestauratie; - de orgelrestauratie is in 1954 hervat; vrij pedaal; M III vp: Hw 12-Rw 10-Borstw 7-Ped 9 advies orgelcommissie Ned Hervormde kerk - het Rugwerk werd tijdens de kerkrestauratie van 1959 tot 1963 tijdelijk verwijderd - in 1963 werd eerst het Rugwerk weer herplaatst |
r: |
Fa. Mense Ruiter, Groningen tot 1968, het verdwenen Borstwerk en een vrij Pedaal werden gemaakt, (zie voor uitgebreide toelichting Het Orgel 7/8(1990); M III vp: Hw 12-Rw 10-Borstw 7-Ped 9 adviseurs Lambert Erné te Utrecht en C.H. Edskes, Rijks orgeladviseur In gebruikneming van het orgel op 5, 6 en 7 januari 1968 |
r: | Flentrop Orgelbouw, Zaandam 1981/89; herintonatie |
Dispositie
1772 (volgens Maarten Seijbel): | |
Hoofdwerk | |
Praestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Open fluit 4, Nazat 2 2/3, Octaaf 2, Ruispijp II, Mixtuur III, Cymbel III, Dulciaan 16, Trompet 8 | |
Rugwerk | |
Gedekt 8, Praestant 4, Flûte douce 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Woudfluit 2, Sexquialter II, Sifflet 1/3, Scherp, Dulciaan 8 | |
Borstwerk | |
Echo 8, Octaaf 4, Quint 2 2/3, Blokfluit 2, Nasard 1 1/3 | |
Pedaal | |
aangehangen | |
Koppelingen voor Manualen | |
1788 (volgens Nicolaas Arnoldi Knock): | |
Manuaal | |
Bourdon 16, Praestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8 (niet ??), Octaaf 4, Openfluit 4, Nazat 3, Octaaf 2, Ruischpijp II, Mixtuur III, Cymbal III-IV, Dulciaan 16, Trompet 8 | |
Rug Positief | |
Holpijp 8, Praestant 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Spitsfluit 2, Quint 1 1/2, Fluit 1 1/2, Scherp III, Sexquialter II, Dulciaan 8 | |
Borstwerk | |
Holpijp 8, Octaaf 4 bas/discant, Prestant 4, Fluit 4, Super Octaaf 2 bas/discant, Quint 1 1/2, Fluit 1 1/2 bas/discant, Sexquialter II | |
Pedaal | |
aangehangen | |
Afsluitingen, Tremulant, Ventil | |
1885 (volgens van ’t Kruijs): | |
Hoofdmanuaal | |
Bourdon 16, Prestant 8 discant dubbel, Holpijp 8, Octaaf 4, Open Fluit 4, Nazard 3, Octaaf 2, Mixtuur IV, Ruischpyp II, Trompet 8 | |
Bovenmanuaal | |
Holpijp 8, Fluit trav. 8 discant, Prestant 4, Fluit travers 8 discant, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Woudfluit 2, Sexquialter II, Dulciaan 8 | |
Pedaal | |
aangehangen | |
Tremulant | |
1927 (Harmens Kamp/Spiering): | |
Bovenmanuaal | |
Bourdon 16, Praestant 8. Praestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Open fluit 2 2/3, Spitsquint 2 2/3, Octaaf 2, Ruispijp, Mixtuur, Trompet 8 | |
Ondermanuaal | |
Holpijp 8, Flûte travers 8 discant, Célèste 8, Gamba 8, Praestant 4, Fluit 4, Quint 2 2/3, Woudfluit 2, Sexquialter, Dulciaan 8 | |
Pedaal | |
Subbas 16, Gedekt 8 | |
1954 (Harmens Kamp/Ruiter): | |
Hoofdwerk (II) | |
Prestant 8, Roerfluit 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Fluit 4, Spitsquint 2 2/3, Octaaf 2, Ruispijp II, Mixtuur III, Cymbel III, Dulciaan 16, Trompet 8 | |
Rugpositief (I) | |
Gedekt 8, Prestant 4, Flute Douce 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Woudfluit 2, Sifflet 1 1/3, Sexquialter II, Scherp IV, Dulciaan 8, Tremulant | |
Borstwerk (III) | |
Gedekt 8, Blokfluit 4, Octaaf 2, Quint 1 1/3, Octaaf 1, Scherp IV, Regaal 8 | |
Pedaal | |
Bourdon 16, Prestant 8, Octaaf 4, Nachthoorn 2, Mixtuur VI, Bazuin 16, Trompet 8, Cornet 2 | |
Koppelingen: Hoofdwerk-Rugwerk, Hoofdwerk_Borstwerk, Pedaal-Hoofdwerk | |
1954 (volgens Maarten Seijbel): | |
Hoofdwerk (II) | |
Prestant 8, Holpijp 8, Quintadena 8, Octaaf 4, Openfluit 4, Nasard 3, Octaaf 2, Ruispijp II, Mixtuur III, Cymbel IV-VI, Dulciaan 16, Trompet 8 | |
Rugpositief (I) | |
Holpijp 8, Prestant 4, Openfluit 4, Fluit Quint 3, Octaaf 2, Woudfluit 2, Quint 1 1/2, Scherp IV, Sesquialter II, Dulciaan 8, Tremulant | |
Borstwerk (III) | |
Gedekt 8, Gedektfluit 4, Octaaf 2, Fluit Quint 1 1/2, Sifflet 1, Scherp III, Vox Humana 8 | |
Pedaal | |
Prestant 16, Octaaf 8, Gedekt 8, Octaaf 4, Mixtuur VI, Bazuin 16, Trompet 8, Cornet 4, Trompet 2 | |
2 Manuaalkoppels, 2 Pedaalkoppels | |
adviseurs Lambert Erné namens de Orgelcommissie Ned Herv kerk en C.H. Edskes namens Monumentenzorg | |
1968 (Harmens Kamp/Ruiter): | |
Hoofdwerk (II) C-f3 | |
Prestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Open Fluit 4, Nasard 3, Octaaf 2, Ruispijp II 2, Mixtuur III 1, Cymbel IV-VI 2/3, Dulciaan 16, Trompet 8 | |
Rugwerk (I) C-f3 | |
Holpijp 8, Prestant 4, Openfluit 4, Fluit Quint 3, Octaaf 2, Woudfluit 2, Quint 1 1/2, Sesquialter II 1 1/3-4/5, Scherp IV 1, Dulciaan 8, Tremulant | |
Borstwerk (III) C-f3 | |
Gedekt 8, Gedekte fluit 4, Octaaf 2, Fluit Quint 1 1/2, Sifflet 1, Scherp III 1/2, Vox Humana 8 | |
Pedaal C-f1 | |
Prestant 16, Octaaf 8, Gedekt 8, Octaaf 4, Mixtuur VI 2, Bazuin 16, Trompet 8, Cornet 4, Trompet 2 | |
Manuaalkoppels: II-I, II-III, Pedaalkoppels naar II en I | |
Alle pedaaltongwerken hebben losse houten stevels en rechthoekige houten koppen |
Bronvermelding van het hoofdorgel
Boeken | |
Brouwer: orgelluiken in Ned 66 70 | |
Gierveld: het ned huisorgel in de 17e en 18e eeuw 136 | |
Knock, Nicolaes Arnoldi: aantekeningen bij disposities kerkorgelen van J. Hess, vervolgd en bijgevoegd door George Hendrikus Broekhuyzen Sr. en Jan Zwart, Kampen (1973)42 | |
Knock, Nicolaes Arnoldi: dispositien der merkwaardigste kerk-orgelen (1788)48 | |
Kruijs, M.H. van 't: disposities der verschillende orgels (1885)93, uitgave Frits Knuf, Amsterdam 1972 | |
Oost, Ger/Wisgerhof, Bert: er staat een orgel 22-23*** | |
Os, drs J.F. van: langs nederlandse orgels II langs nederlandse orgels II 17, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Seybel, Maarten: klankschoonheid drenthe orgels 7-19 | |
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 11 21 33 93*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)137 138-139 200, Fryske Akademy Leeuwarden 2003 |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 29(1993)10 foto 11*, 30(1993)24 | |
de Mixtuur 29(1979)750 | |
het Orgel 11(1953)156-157, 1(1965)35-36, 5(1965)196, 11(1966)304, 1(1968)22-23, 2(1968)41* 45, 3(1974)110, 7/8(1990)332-340 (7 foto's)*, 7/8(1995)264, 11(1995)380 |
Laatste update: 2018-09-17 15:35:34