RK kerk H Hart - Paterskerk Augustijnen (OSA; OESA) hoofdwerk
In gebruik
(Kerk)gebouw
De Nederlandse Provincie der Augustijnen is in 1895 gesticht als afsplitsing van de Belgische Provincie. De groei van het aantal Augustijnse roepingen in Nederland rechtvaardigde het ontstaan van een zelfstandige provincie en aan de voorwaarde vanuit het ordebestuur, het bestaan van twee kloosters binnen de grenzen van de nieuwe provincie - St Monica te Utrecht en Mariënhage te Eindhoven - werd voldaan. | |
Mariënhage, de voormalige Windesheimse kanunnikenpriorij, was in 1891 aangekocht. | |
Nadat de Nederlandse Provincie in 1895 een feit was geworden werd Van Eert door het generaal kapittel tot procinciaal benoemd. | |
In 1895 werd gestart met de voorbereiding van de bouw van de kerk. Ondanks protesten van het kerkbestuur van de Catharinakerk - er werd concurrentie gevreesd - werd door de Bossche bisschop Wilhelmus van de Ven toestemming verleend voor de bouw van een kloosterkerk. | |
Nieuwe kerk gebouwd in 1896/98 naar ontwerp van de Amsterdamse architecten Hegener en Bekkers (uit de school van Cuypers), gewijd aan het Heilig Hart van Jezus Christus. De fraaie neogotische kerk is gebouwd in opdracht van de Augustijnen dankzij gulle schenkingen van vele Eindhovenaren. Het is een openbare kloosterkerk met vele verwijzingen in exterieur en interieur naar de Augustijnen en Augustinus. | |
Op 28 augustus 1896 werd de eerste steen gemetseld door prior Theodorus de Geest. Aan de rechterzijde op het priesterkoor is de eerste steen die op 12 mei 1897 officieel werd gelegd door de toenmalige provincaal Bernardus van Eert. Op 18 maart 1898 werd het 800 kg. wegende Christusbeeld met wijd open armen op de torenspits geplaatst. "Jezus Waaghals" zeggen ze in Eindhoven. Het hart is ook prominent aanwezig op het altaar, boven het tabernakel en in het venster achter het hoogaltaar. | |
Augustinianum en studentenkapel werden gebouwd in 1924/25 en zijn ontworpen door de Franse architect Bellot. | |
Provincaal Bernardus van Eert maakte veel werk van het op poten zetten van een eigen opleiding waartoe hij onder meer het noviciaat te Witmarsum gestichtte. Onder zijn leiding kwamen Augustijnse parochies te Amsterdam en Nieuwendam tot stand gebracht. | |
De sterke vergrijzing onder de Augustijner monniken maakt een eind aan hun pastorale zorg in 2004. Voorlopig blijft de kerk als parochiekerk gehandhaafd. | |
Er komt een herbestemming voor het kloostercomplex Mariënhage en de Paterskerk nadat het complex is verlaten door de paters Augustijnen. De kerk is verkocht aan DELAmondo. Deze wil van de kerk een ceremoniehuis maken, maar brengt daarmee het interieur onherstelbare schade toe. Delen van het monumentale kerkinterieur zijn verwijderd, nog voordat de vergunning is verleend. Zo zijn uit de kerk al de kerkbanken en de kruiswegstaties verdwenen. Zo dreigen onder meer het hoogaltaar, onderdelen van de communiebank, preekstoel en biechtstoelen te verdwijnen. Bijzonder schrijnend is de voorgenomen verwijdering van het orgel uit de Paterskerk – dat niet alleen qua ontwerp van de orgelkas maar ook voor wat betreft de klankkleur speciaal op de architectonische ruimte van de Paterskerk is afgestemd. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Jespers, Frans: brabants orgelbezit (1975)53, uitgave prov. genootschap van kunsten en wetenschappen in noord-brabant, 's-hertogenbosch | |
Jespers, Frans: repertorium van orgels en orgelmakers in Noord-Brabant tot omstreeks (1900)78-79, het Noordbrabants Genootschap 1983 |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
250 jaar orgelmaker vermeulen 99 | |
brabants orgelrijkdom (2010)4* 47, uitgave brabantse orgelfederatie | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 36(1996)39, 52(2004)36 | |
de Mixtuur 9(1973)154* 11(1973)214 | |
de Orgelvriend 1(1978)5, 8(1981)26, 11(1981)11-12* | |
erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven | |
gedenkboek Houët 6 | |
het Maarschalkerweerd-orgel in de Bergeijkse Hofkerk 39 |
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
RK kerk H Hart - Paterskerk Augustijnen (OSA; OESA) hoofdwerk | Eindhoven | - |
Orgelhistorie
b: | vóór |
o: | 1898 |
b: |
Michaël Maarschalkerweerd, Utrecht 1903/06; neogotische kas; Pn II vp: Hw 13-Zw 9-Ped 5 orgel in gebruik genomen op 24 mei 1906 |
r: | Fa. L. Verschueren, Heythuysen 1948 |
r: | C. van der Peet ± 1955; Gamba 8 Zwelwerk opgeschoven naar 4' |
r: | Gebrs. Vermeulen, Weert 1975; membramen vernieuwd en orgel schoongemaakt; Pn II vp: Hw 13-Zw 9-Ped 5 |
r: | Gebrs. Vermeulen, Weert 1980; Gamba 4 in Zwelwerk weer Gamba 8; Pn II vp: Hw 13-Zw 9-Ped 5 |
r: |
Slooff Orgelbouw 2006; nieuwe pneumatische koppel, membramen vernieuwden de lade van de Contrabas gereconstrueerd inspeling op 5 november 2006 door adviseur Paul van der Woude (namens de orde van de Augustijnen) |
Dispositie
1906 (Maarschalkerweerd): | |
Manuaal I | |
Prestant 16 vanaf cº, Bourdon 16, Prestant 8, Bourdon 8, Flûte Harm. 8, Salicionaal 8 (bas gec. met Flûte Harm.), Octaaf 4, Roerfluit 4, Nasard 3, Woudfluit 2, Cornet V, Mixtuur, Trompet 8 | |
Manuaal II in crescendokast | |
Vioolprestant 8, Viola di Gamba 8, Voix Céleste 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Flûte Octaviante 4, Gemshoorn 2, Basson-Hobo 8, Vox Humana 8 | |
Pedaal | |
Contrabas 16, Subbas 16, Gedekt 8, Cello 8, Bazuin 16 | |
1970: | |
Hoofdwerk (I) C-f3 | |
Prestant 16, Bourdon 16, Prestant 8, Bourdon 8, Flûte harm. 8, Salicionaal 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Nasard 2 2/3, Woudfluit 2, Mixtuur, Cornet V, Trompet 8 | |
Zwelwerk (II) C-f3 | |
Vioolprestant 8, Gamba 8, Voix Celeste 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Flûte Octaviante 4, Gemshoorn 2, Basson-hobo 8, Vox humana 8 | |
Pedaal C-d1 | |
Contrabas 16, Subbas 16, Cello 8, Gedekt 8, Bazuin 16 | |
1975 (Maarschalkerweerd/Vermeulen): | |
Hoofdwerk (I) C-f3 | |
Prestant 16, Bourdon 16, Prestant 8, Bourdon 8, Flûte Harmonique 8, Salicionaal 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Nasard 2 2/3, Woudfluit 2, Mixtuur IV-V, Cornet V, Trompet 8 | |
Zwelwerk (II) C-f3 | |
Vioolprestant 8, Voix Céleste 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Flûte Octaviante 4, Gamba 4, Gemshoorn 2, Basson-Hobo 8, Vox Humana 8 | |
Pedaal C-d1 | |
Contrabas 16, Subbas 16, Cello 8, Gedekt 8, Bazuin 16 | |
Koppelingen | |
1980 (Maarschalkerweerd/Vermeulen): | |
Hoofdwerk (Il) C-f3 | |
Prestant 16, Bourdon 16, Prestant 8, Bourdon 8, Flûte Harmon. 8, Salicionaal 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Nasard 2 2/3, Woudfluit 2, Mixtuur IV-V, Cornet V, Trompet 8 | |
Zwelwerk (II) C-f3 | |
Vioolprestant 8, Voix Céleste 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Gamba 8, Flûte Octaviante 4, Gemshoorn 2, Basson-Hobo 8, Vox Humana 8 | |
Pedaal C-d1 | |
Contrabas 16, Subbas 16, Cello 8, Gedekt 8, Bazuin 16 |
Geen
foto
beschikbaar
Bronvermelding van bovenstaand orgel
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Laatste update: 2017-10-10 15:48:31