RK kerk H Catharina Hoofdorgel
In gebruik
Foto: Anton van Daal
Stratumseind 2
centrum - Catharinaplein 1
Eindhoven

Gemeente Eindhoven
Noord-Brabant

(Kerk)gebouw

De stad Eindhoven is van 1200 tot 1250 ontstaan. In het jaar 1232 wordt de Sint Catharinakerk voor het eerst genoemd.
In 1399 werd de kerk verheven tot kapittelkerk. In 1485 werd de kerk door brand verwoest .
De bouw van een nieuwe laatgotische kerk werd in 1489 begonnen. Deze kerk had een grote toren, die in 1552 tijdens een storm omwaaide.
Plunderingen in 1543 door Maarten van Rossum (de Geldersen).
In 1554 volgde een gedeeltelijke verwoesting van de kerk door een stadsbrand.
Vanaf 1630 tot 1648 waren er regelmatig wisseling van gebruikers van de Catharinakerk.
In de Tachtigjarige oorlog vanaf 1648 ging de kerk over in protestantse handen. Tijdens de beeldenstorm in 1566 waren er vernieling aan het interieur.
De katholieken hielden vanaf 1648 hun diensten in schuilkerken.
Vanaf 1793 werd de kerk gevorderd door de Fransen: aanvankelijk gebruikt als rechtzaal, paardestal en later is de kerk ingericht als bakkerij, woonhuis en opslag.
De kerk is in 1807 door Lodewijk Napoleon aan de katholieken teruggegeven. In 1810 werd de kerk grondig gerestaureerd en weer betrokken.
Door groei van de bevolking werd de kerk te klein. De kerk werd in 1860 gesloopt.
Nieuwe stadskerk gebouwd tussen 1860 en 1867 naar ontwerp van architect dr Pierre Cuypers (1827-1921). Neo-gotische kruisbasiliek met twee torens geïnspireerd op de Franse 13e eeuwse gotische architectuur. De twee karakterieke 70-meter hoge torens zijn asymmetrisch, gebaseerd op de ongelijke torens van de kathedraal van Chartres. De noordelijke toren is iets forser, verbeeld door zijn weerbare karakter (uitkijktorentje en kantelen) de kracht van David. De zuidelijke toren is een iets slankere toren. Het is de toren van de Zuiverheid van Maria. In de rechtertoren bevindt zich het Philips Carillon en het uurwerk. In de linker hangen de luidklokken: 4 in totaal.
De kerk is gebouwd op de fundamenten van de vroegere kerk.
Op 30 april 1861 werd de eerste steen gelegd voor de kerk. De oplevering is in 1867.
Het sombere fraaie interieur werd uitgevoerd in onbepleisterde baksteen. Het gebouw bevat een grote hoeveelheid gebrandschilderde ramen. De ramen in de omgang achter het priesterkoor zijn van Charles Eyck (1897-1983). De overige, waarvan diverse met schildje met opdracht, zijn van Hugo Brouwer. De ramen boven de ingang zijn van Pieter Wiegersma, die in de kapel van Timpe.
In 1936 werd boven de ingang van de kerk het hoofdorgel geplaatst op de door Cuypers geschapen zangtribune met drie klavieren en pedaal. Door de aanwezigheid van een groot roosventer is gekozen voor een lage en open pijpopstelling. De drie beelden voor het hoofdorgel zijn afkomstig van het vooroorlogse orgel en representeren Cecilia, David en Gregorius. Daar werd ook de vierklaviers speeltafel opgesteld. Voor in de kerk in de noordelijke kooromgang werd een zogenaamd altaarorgel geplaatst met twee klavieren en pedaal, met een eigen tweeklaviers speeltafel. Vanaf het hoofdorgel is het altaarorgel ook bespeelbaar.
Bij bombardementen in 1942 en 1944 werd de kerk beschadigd. Alle gevels, twee straalkapellen, de sacristie met bijgebouwen, vier altaren, communiebanken, hoofdaltaar en altaarorgel, preekstoel, vele beelden en de glas-in-loodramen gingen stuk.
Na de oorlog werd de kerk gerestaureerd onder leiding van architect C.H. de Bever. Daarna waren er voortdurend restauratiewerkzaamheden.
De beiaard omvat 61 klokken. Zij is in 1966 door het Philips personeel geschonken en was eerst geplaatst in het stadsdeel Strijp en is sinds 1987 naar de stadskerk verhuisd. Ze zijn gegotendoor de Koninklijke Eijsbouts Klokkengieterij en Fabriek van Torenuurwerken te Asten. De klokken wegen samen 16000 kilo. Aan het Philips Beiaard wordt een heel bijzondere plaats toegekend in de beiaardontwikkeling, omdat hij een omvang heeft van 5 octaven, hetgeen nog steeds uitzonderlijk is.
Sinds 15 augustus 1972 is de St. Catharinakerk rijksmonument, zowel het interieur als het exterieur.
De Eindhovense gemeenteraad besloot op 26 november 1973 de kerk aan te kopen. Op 10 december 1974 is de kerk overgedragen aan de burgerlijke gemeente en heet sindsdien Stadskerk Sint Catrien.
De parochie gebruikt de kerk voor kerkdiensten en andere activiteiten. Het contract van de gemeente loopt tot 2024.
In 2005 en 2006 is het koor van de middeleeuwse Catharinakerk volledig opgegraven, waarbij van honderden skeletresten DNA-monsters werden genomen.
Op 9 januari 2006 is begonnen met de eerste fase van de restauratie van deze kerk. Toren en voorgevel werden gestaureerd waarbij lei-, lood-, en koperwerk werden vervangen. Er werd ook schilderwerk uitgevoerd.
De tweede fase omvatte de restauratie van het interieur in in de derde fase ging het om de kap en alle gevels van het gebouw. Tijdens de restauratie van het exterieur is een bijzondere vondst gedaan. Vóór de torens van de huidige kerk is in 2002 de fundering gevonden van de vorige kerk. Die funderingen zijn nauwkeurig onderzocht evenals de geraamten die er tussen gevonden zijn en die erop wijzen dat deze plek ook als begraafplaats is gebruikt. De funderingen blijven zichtbaar voor geïnteresseerden. De meest interessante delen zijn niet afgedekt met zand en bestrating maar met glas. Zo bleven de oude funderingen zichtbaar.
Alle diensten en activiteiten werden tijdelijk verplaatst naar de kort bij gelegen Paterskerk.
In 2005-2006 opgravingen van koorgedeelte middeleeuwse kerk en kerkhof. Op het plein zijn archeologische overblijfselen zichtbaar.
De kerk behoort tot de parochie Sint Joris. Deze parochie bestaat de RK kerk H Joris, de RK kerk H Catharina, RK kerk H Pius X, RK kerk H Trudo, RK kerk H Martinus 't Hofke, Berckelhof en RK kerk H Lambertus.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig

Hoofdorgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
RK kerk H Catharina Hoofdorgel Eindhoven -

Orgelhistorie

b: Jean Joseph Delhaye, Antwerpen 1836/39 (voor een RK kerk in BELGIE); M III vp: Hw 16-Rw 12-Echo 7-Ped 6
o: EINDHOVEN oude RK kerk H Catharina 1836
b: slechts een zwaar verminkt restant van het oude orgel werd in de nieuwe kerk door Franciscus Cornelius Smits, Reek in 1868 herplaatst in een nieuw orgel (in opdracht van architect P.J.H. Cuypers); twee nieuwe renaissance-kasten aan epistel- en evangeliezijde in de torenruimte; M II vp: Hw 16-Pos 10-Ped 6
- later onderhoud orgel door Loret en Franssen
r: H.F. van de Boomen, Tongelre 1922/24; ombouw d.m.v. pneumatiek; Pn/M II vp: Hw 16-Zw 10-Ped 6
- de ideeën voor het huidige orgel werden rond 1930 ontwikkeld door dr W. Kerssemakers, professor aan het klein-seminarie Beekvliet te St. Michielsgestel. De registersamenstelling vertoont de hoofdlijnen van de barok, met een duidelijke "werkindeling" (elk klavier heeft een eigen functie) en veel hoogliggende stemmen. Het geheel is aangevuld met enige romantische registers.
- het orgel werd in 1936 gesloopt en enkele registers kwamen in het orgel van de RK kerk te BOVEN-LEEUWEN terecht
b: Fa. L. Verschueren, Heythuysen 1936; de orgelfronten zijn ontworpen door architect L. Kooken; EP IV vp: Hw 14-Pos 11-Zw 15-Ped 16; Het altaarorgel is tevens bespeelbaar vanaf het 4e klavier van het Hoofdorgel
adviseur dr W. Kerssemakers pr namens de KKOR
Eind 1936 nam organist Richard Schelleman het instrument feestelijk in gebruik. Concerten door gast-organisten prof. Flor Peeters en C. de Rooy te Venlo
- bij een bombardement op 6 december 1942 werd het altaarorgel verwoest en liep het hoofdorgel zware schade op. Door onvoldoende beschermingsmaatregelen raakte het instrument steeds verder onklaar tot in 1945, in de snel herstelde kerk, nog slechts één klavier, het Positief, bespeelbaar was bij het aantreden van een nieuwe organist, Hub. Houët (*1915).
- in de volgende jaren leidden lekkages vanwege de kapotte gewelven en ramen tot nog meer storingen.
r: Fa. L. Verschueren, Heythuysen 1947/50; herstel van de oorlogsschade en uitbreiding van het orgel van 71 naar 76 registers: op het Hw en Scherp en op het Pedaal een Sordun 32; EP III vp: Hw 15-Pos 12-Zw 17-Ped 16
adviseur dr W. Kerssemakers pr namens de KKOR
het herbouwde orgel is in een feestelijk concert in 1950 gepresenteerd aan de parochie door de eigen organist Hub Houët
r: Fa. L. Verschueren, Heythuysen ± 1960; Cornet Hoofdmanuaal werd Sexquialter, op het Positief een Terts 1 3/5 in plaats van de Blokfluit 4, in de dispositie-opgave van 1950 op het Zwelwerk een Doublette 2, nu een Zwitsersepijp 2
- de technische toestand verslechterde in de jaren daarna betrekkelijk snel, maar voor substantiële verbetering werd geen geld beschikbaar gesteld
r: Fa. L. Verschueren, Heythuysen tussen 1987 en 1990, de Fa. Otto Heuss Gmbh te Lich leverde een nieuw electronisch vrije combinatie-systeem ten behoeve van het concertant gebruik; algehele schoonmaak, herstel balgen en kanalen, vernieuwing van het interieur van de speeltafels, technisch herstel met modernisering van een aantal elektrische componenten. Het pijpwerk werd gereinigd. Herplaatsing en intonatie geschiedde vanuit het uitgangspunt dat dispositie en klankbeeld onveranderd zouden blijven. Aan het pedaal werd een Subbas 32 toegevoegd, ontleend aan de Bourdon 16 van het Zwelwerk. Het groot octaaf als 10 2/3. ; EP IV vp: Hw 15-Pos 12-Zwelw 17-Onderwerk 6-Bovenwerk 7-Ped 19-Ped altaarorgel 2. Het altaarorgel: Onderwerk - Bovenwerk is bespeelbaar vanaf Manuaal IV
Het orgel is op 14 april 1991 weer in gebruik genomen met een bespeling door Dorthy de Rooy, organiste Augustijnerker te Eindhoven en eigen organist Ruud Huijbreght, sinds 1 januari 1991 organist van de St. Cathrien als opvolger van Hub Houët, die het orgel bespeelde vanaf 1945
r: Klais, Bonn 2017, deelrestauratie. In samenwerking met prof.dr.ir. Gerrit Kroesen (tevens beheerder van het orgel in de TU Eindhoven) voor de elektronische tractuur, Jan Orbons voor de elektra en titularis en stadsorganist Ruud Huijbregts werd in de eerste fase met name de tractuur gemoderniseerd. De gehele tractuur in orgel en speeltafel werd vernieuwd, waarbij onder meer glasvezeltechniek werd gebruikt. Hoofd- en altaarorgel zijn nu vanaf beide speeltafels volledig bespeelbaar en de verplaatsbare speeltafel beneden kan op meerdere plekken worden aangesloten. Laukhuff’s Espressivo-systeem zorgt voor de meest geavanceerde aansturing die denkbaar is, waarbij aanraakschermen alle wenselijke informatie laten zien en een geavanceerde setter voor beide orgels beschikbaar is. Verder werden onder meer de duizenden membranen vernieuwd, de 32-registers verbeterd en worden de drie windmachines en de zwelinrichting elektronisch aangestuurd.
Adviseur Henk Kooiker
Op de zaterdagen 2 en 9 september 2017 zijn er concerten om 11 uur (Henk Kooiker) en 15 uur (Ruud Huijbregts). Om 12 uur en 13.30 worden de orgels en het nieuwe tractuursysteem toegelicht en gedemonstreerd door Henk Kooiker.

Dispositie

1839 (Delhaye):
Manuaal
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Flute travers 8 discant, Fluce a bec 8, Octaaf 4, Flute douce 4, Nazerd 3, Supoctaaf 2, Flageolet 1, Cornet III, Mixtuur III, Trompet 8
Pedaal
aangehangen
 
1839 (volgens aantekeningen disposities Knock):
Manuaal
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Viol di Gamba 8, Quintadena 8, Octaaf 4, Gemshoorn 4, Fluit 4, Nassard 3, Octaaf 2, Cornet VI, Carillon, Mixtuur VI, Bombarde 16, Trompet 8, Clarion 4
Positief
Prestant 8, Bourdon 8, Prestant 4, Fluit 4, Doublet 2, Veldfluit 2, Cornet IV, Mixtuur IV, Trompet 8, Fagot 8, Hoboe 8
Echo
Bourdon 8, Prestant 4, Fluit 4, Octaaf 2, Flageolet 2, Cornet III, Dulciaan 8, Tremulant
Pedaal
Bourdon 16, Prestant 4, Quint 3, Prestant 2, Bombarde 16, Trompet 8
Koppel Pedaal
2 Afsluiters, Ventiel, Tremulant
 
1839 (volgens Broekhuyzen):
Manuaal
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Viol di gamba 8, Quintadena 8, Octaaf 4, Gemshoorn 4, Fluit 4, Nassard 3, Octaaf 2, Cornet VI, Carillon, Mixtuur VI, Bombarde 16, Trompet 8, Clarion 4
Positief
Prestant 8, Bourdon 8, Prestant 4, Fluit 4, Doublet 2, Veldfluit 2, Cornet IV, Mixtuur IV, Trompet 8, Fagot 8, Hoboe 8
Echo
Bourdon 8, Prestant 4, Fluit 4, Octaaf 2, Flageolet 2, Cornet III, Dulciaan 8, Tremulant
Pedaal
Bourdon 16, Prestant 4, Quint 3, Prestant 2, Bombarde 16, Trompet 8
Koppel Pedaal
2 Afsluiters, Ventiel
 
1924 (Van de Boomen):
Hoofdwerk (I) C-
Bourdon 16, Prestant 8, Gamba 8, Bourdon 8, Quintadeen 8, Prestant 4, Octaaf 4, Flûte 4, Gemshoorn 4, Nasard 2 2/3, Flageolet 2, Octaaf 2, Mixtuur VI, Cornet V, Trompet 8, Clairon 4
Positief (II) C-
Prestant 8, Bourdon 8, Aeoline 8, Voix-céleste 8, Prestant 4, Flûte 4, Veldfluit 2, Doublette 2, Trompette 8, Clarinette 8
Pedaal C-
Sous-bas 16, Prestant 8, Fluit 4, Quinte 3, Bombarde 16, Trompet 8
Koppels: Hoofdwerk-Positief, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Positief
Zwelkasttrede Man. II, Registercrescendo
 
1936 (Verschueren):
Hoofdwerk (I) C-c4
Baarpijp 16, Prestant 8, Openfluit 8, Salicionaal 8, Bourdon 8, Octaaf 4, Gemshoorn 4, Kwint 2 2/3, Octaaf 2, Mixtuur IV-VI, Cornet III-V, Bombarde 16, Trompet 8, Hoorn 4
Positief (II) C-c4
Qintadeen 16, Fluit Prestant 8, Gemshoorn 8, Holpijp 8, Prestant 4, Blokfluit 4, Nachthoorn 4, Flageolet 2, Superkwint 1 1/3, Cymbel IV, Kromhoorn 8, Tremolo
Zwelwerk (III) C-c4 (uitgebouwd tot c5)
Bourdon 16, Hoorn Prestant 8, Viola da Gamba 8, Vox Caelestis 8, Roerfluit 8, Viool Prestant 4, Dwarsfluit 4, Nazard 2 2/3, Zwitsersche pijp 2, Terts 1 3/5, Nachthoorn 1, Progressio harm. III-IV, Dulciaan 16, Trompet harm. 8, Hobo 4, Tremolo
Altaarorgel (zie daar}
Pedaal C-g1
Contrabas 32, Prestantbas 16, Subbas 16, Zachtbas 16 (tr. van Bourdon 16 Zw.), Kwintbas 10 2/3, Octaafbas 8, Gemshoorn 8 (tr. van Gemshoorn 8 Pos.), Gedektbas 8, Koraalbas 4, Zachtbas 4, Sifflet 2, Pedaal-Mixtuur III-IV, Bazuin 16, Dulciaan 16 (tr. van Dulciaan 8 Zw.), Trompet 8, Klaroen 4
Koppels: Hoofdwerk-Positief, Hoofdwerk-Zwelwerk, Hoofdwerk-Altaarorgel, Positief-Hoofdwerk, Positief-Zwelwerk, Positief-Altaarorgel, Zwelwerk-Altaarorgel manuaal II, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Positief, Pedaal-Zwelwerk, Pedaal-Altaarorgel
Octaafkoppelingen: Hoofdwerk-Positief 16, Hoofdwerk-Positief 4, Hoofdwerk-Zwelwerk 16, Hoofdwerk-Zwelwerk 4, Zwelwerk-Zwelwerk 4, Zwelwerk-Zwelwerk 16, Pedaal-Zwelwerk 4, Pedaal-Pedaal 4
Voorinstelling, 3 vrije combinaties
Het altaarorgel kan geheel op Manuaal IV of afzonderlijk op de eigen speeltafel worden bespeeld
Het Hoofdmanuaal en Pedaal werden achter het front geplaatst. Het Positief en het Zwelwerk werden in de torenkamers geplaatst links en rechts van het front, het Positief links en het Zwelwerk rechts;
 
1950 (Verschueren):
Hoofdwerk (I) C-c4
Baarpijp 16, Prestant 8, Openfluit 8, Salicionaal 8, Bourdon 8, Octaaf 4, Gemshoorn 4, Kwint 2 2/3, Octaaf 2, Mixtuur IV-VI, Scherp IV-VI, Cornet III-V, Bombarde 16, Trompet 8, Hoorn 4
Positief (II) C-c4
Kwintadeen 16, Prestant 8, Gemshoorn 8, Holpijp 8, Prestant 4, Blokfluit 4, Nachthoorn 4, Flageolet 2, Superkwint 1 1/3, Mixtuur III-IV, Trompet 8, Kromhoorn 8, Tremolo
Zwelwerk (III) C-c4 (uitgebouwd tot c5)
Bourdon 16, Hoorn Prestant 8, Viola di Gamba 8, Voix Caelestis 8, Roerfluit 8, Viool Prestant 4, Dwarsfluit 4, Nasard 2 2/3, Doublette 2, Terts 1 3/5, Nachthoorn 1, Cimbel IV, Progressio harm. III-IV, Dulciaan 16, Trompet harm. 8, Hobo 8, Regaal 4, Tremolo
Altaarorgel (zie daar} gespeelbaar op manuaal IV
Pedaal C-g1
Prestantbas 16, Contrabas 16, Subbas 16, Zachtbas 16 (tr. van Bourdon 16 Zw), Octaafbas 8, Gemshoorn 8 (tr. van Gemshoorn 8 Pos), Gedektbas 8, Koraalbas 4, Zachtbas 4, Sifflet 2, Pedaal-Mixtuur III-IV, Sordun 32, Bazuin 16, Dulciaan 16 (tr. van Dulciaan 8 Zw), Trompet 8, Klaroen 4, Zink 2
Koppels: Hoofdwerk-Positief, Hoofdwerk-Zwelwerk, Hoofdwerk-Altaarorgel, Positief-Hoofdwerk, Positief-Zwelwerk, Positief-Altaarorgel, Zwelwerk-Altaarorgel manuaal II, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Positief, Pedaal-Zwelwerk, Pedaal-Altaarorgel
Octaafkoppelingen: Hoofdwerk-Positief 16, Hoofdwerk-Positief 4, Hoofdwerk-Zwelwerk 16, Hoofdwerk-Zwelwerk 4, Zwelwerk-Zwelwerk 4, Pedaal-Zwelkerk 4, Pedaal-Pedaal 4
het altaarorgel kan geheel op Manuaal IV of afzonderlijk op de eigen speeltafel worden bespeeld
 
1991 (Verschueren):
Hoofdmanuaal (II) C-c4
Baarpijp 16, Prestant 8, Openfluit 8, Salicionaal 8, Bourdon 8, Octaaf 4, Gemshoorn 4, Kwint 2 2/3, Octaaf 2, Sesquialter II vanaf gº, Mixtuur IV-VI 1 1/3, Scherp IV-VI 1, Bombarde 16, Trompet 8, Hoorn 4
Positief (I) C-c4
Kwintadeen 16, Fluit Prestant 8, Gemshoorn 8, Holpijp 8, Prestant 4, Nachthoorn 4, Flageolet 2, Terts 1 3/5, Superkwint 1 1/3, Mixtuur III-IV 1, Trompet 8, Kromhoorn 8, Tremulant
Zwelwerk (III) C-c4 (uitgebouwd tot c5 i.v.m. de superkoppel)
Bourdon 16, Hoornprestant 8, Roerfluit 8, Violadagamba 8, VoixCélèste 8, Vioolprestant 4, Dwarsfluit 4, Nasard 2 2/3, Zwitsersepijp 2, Terts 1 3/5, Nachthoorn 1, Progressio harmonica III-IV 4 (bevat zowel een terts als een septime), Cimbel IV 2/3, Dulciaan 16, Trompet harm. 8, Hobo 8, Regaal 4, Tremulant
Altaarorgel (zie daar} bespeelbaar op manuaal IV
Pedaal C-g1
Subbas 32 (tr. van Bourdon 16 Zw., C-B 16 + 10 2/3), Prestantbas 16, Contrabas 16, Subbas 16, Zachtbas 16 (= Subbas op lagere winddruk), Octaafbas 8, Gemshoorn 8 (tr. van Gemshoorn 8 Pos), Gedektbas 8, Koraalbas 4, Zachtbas 4, Siffluit 2, Pedaal-Mixtuur III-IV 2, Sordun 32, Bazuin 16, Dulciaan 16 (tr. van Dulciaan 16 Zw), Trompet 8, Klaroen 4, Zink 2
Koppels: Hoofdwerk-Positief, Hoofdwerk-Zwelwerk, Hoofdwerk-Altaarorgel, Positief-Hoofdwerk, Positief-Zwelwerk, Positief-Altaarorgel, Zwelwerk-Altaarorgel manuaal II, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Positief, Pedaal-Zwelwerk, Pedaal-Altaarorgel
Octaafkoppelingen: Hoofdwerk-Positief 16, Hoofdwerk-Positief 4, Hoofdwerk-Zwelwerk 16, Hoofdwerk-Zwelwerk 4, Zwelwerk-Zwelwerk 16, Zwelwerk-Zwelwerk 4, Pedaal-Zwelkerk 4, Pedaal-Pedaal 4, Zwelwerk-Zwelwerk 8 af
Trede zwelwerk, trede generaalcrescendo (vrij instelbaar), Automatisch pedaal (vrij instelbaar), Tongwerken af, 32 vrije combinaties
3 Motoren voor de orgelwind, elke motor is aangesloten op een eigen magazijnbalg, totaal 15 regulateurs
De druk varieert van 85 tot 90 mm., Stemming gelijkzwevend a1 = 440 Hz.
Foto: Stichting Eindhoven in Beeld

Bronvermelding van het hoofdorgel

Boeken
Jespers, Frans & Sleuwen, Ad van: de orgelmakers Van Hirtum (1976)22
Jespers, Frans & Sleuwen, Ad van: de orgelmakers Van Hirtum (1976)22
Jespers, Frans: brabants orgelbezit (1975)55, uitgave prov. genootschap van kunsten en wetenschappen in noord-brabant, 's-Hertogenbosch
Jespers, Frans: repertorium van orgels en orgelmakers in Noord-Brabant tot omstreeks (1900)77 80-82 aanv I 175, het Noordbrabants Genootschap 1983
Kerssemakers: het hoofd- en altaarorgel (brochure 2)
Kerssemakers: het hoofd- en altaarorgel van de St. Catharinakerk te Eindhoven***
Knock, Nicolaes Arnoldi: aantekeningen bij disposities kerkorgelen van J. Hess, vervolgd en bijgevoegd door George Hendrikus Broekhuyzen Sr. en Jan Zwart, Kampen (1973)32
Kuilenburg, Wout van: het werk van de orgelmakersfamilie van Eijsdonck / van Nistelrooy / Kuijte (1983)8 23 35 48-49; Het Noordbrabants Genootschap
Tijdschriften en andere uitgaves
150 jaar Adema Orgelbouw sinds 1855 (2006)82
J.J. Delahaije-orgel 1823 Teteringen
brabants orgelrijkdom, uitgave brabantse orgelfederatie (2010)5
brochure 8.2
contactbrief voor kerkenverzamelaars 44(2000)48-49, 55(2006)38, 56(2006)40, 65(2011)32 35*, 66(2011)35, 68(2012)39
de Mixtuur 22(1977)473, 40(1982)399, 76(1994)820-825 (7 foto's)*
gedenkboek Houët 4 11 26* 50-60 64 65 66 70 71*, het Noordbrabant Genootschap, 's Hertogenbosch 1980
gedenkboek bij gelegenheid van het 60-jarig bestaan Fa. L. Verschueren (1891-1951)8 16 18 29* 30*
het Orgel 5(1985)211, 4(1990)142, 1(1992)20-26 (3 foto’s)*
kerken . . . monumenten, uitgave Rijksdienst voor de Monumentenzorg december(1977)*, 1983 foto*
kerkepadgids (1978)bijlage
orgelmaker van Hirtum 8 22 39-40
toekomst voor Religieus Erfgoed in Noord-Brabant 32-33***
Laatste update: 2018-02-23 18:37:16