RK kerk - Kathedrale Basiliek van Sint Jan Evangelist hoofdorgel
In gebruik
Foto: Flip Veldmans
Parade
hoek Torenstraat 16
's-Hertogenbosch (Den Bosch)

Gemeente 's-Hertogenbosch
Noord-Brabant

(Kerk)gebouw

De kerk is gebouwd tussen 1220 tot 1530. De toren is 73 meter hoog. De kerk heeft 1500 zitplaatsen.
In 1220 werd begonnen met de bouw van een romaanse kerk gewijd aan St. Jan de Evangelist. De kerk is oorspronkelijk gebouwd als gewone parochiekerk. Het onderstuk van de toren resteert nog.
De kerk is tussen de 14e en de vroege 16e eeuw vervangen door een imposante kruiskerk in Brabantse gotiek naar ontwerp van bouwmeester Marcelius Colonia te Keulen, volgens grondplan Amiëns met met vijf in plaats van drie beuken. De kerk vormt een hoogtepunt van de gotiek in het hertogdom Brabant en wordt gekenmerkt door grote rijkdom in detaillering en beeldhouwwerk. Het gebouw heeft een basilicale opzet met dubbele zijbeuken en kooromgang met straalkapellen. Koor en schip worden geschraagd door dubbele luchtbogen. Tot de rijke gebeeldhouwde onderdelen van het exterieur behoren onder meer de reliëfs in de wimbergen (driehoekige gevelvlakken boven de spitsboogvensters) en de vele gebeeldhouwde figuren op de luchtbogen van het schip.
In 1366 was een kapittel aan de kerk verbonden bestaande uit 30 kanunniken. Van 1380 tot 1425 is de kapellenkrans en het koor gebouwd.
Na een stadsbrand in 1419 werd op de grondslagen van de verwoeste kerk een nieuwe kerk gebouwd, waaraan men tot diep in de 16e eeuw bleef doorbouwen.
De romaanse toren van de oude kerk, is bij de brand gespaard gebleven. Koor en schip worden geschraagd door dubbele luchtbogen. De middentoren op de viering (kruising tussen schip en transept) was oorspronkelijk in de 16e eeuw voorzien van een hoge houten opbouw met spits. De markante middentoren was met zijn hoogte van circa 96 meter veel hoger dan de bakstenen toren aan de westzijde van de kerk.
De dwarsbeuk van de kerk is gebouwd tussen 1425 en 1525.
De kerk had een oxaal: grote koorafsluiting tussen het koor en de kerk.
De Mariakapel rechts en de doopkapel links van de toren zijn tussen 1478 en 1498 gebouwd voor de in 1318 opgerichte Lieve Vrouwe Broederschap. In de Mariakapel het beeld van de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch tussen 1280 en 1320 vervaardigd door een Maaslandse kunstenaar.
Zoals bij veel Nederlandse kerken zijn de transept-ingangen belangrijker dan de westelijke ingang. Het zuidertransept is uitgevoerd in een zeer rijke flamboyant stijl.
De koorbanken zijn uit de eerste helft van de 15e eeuw.
Het koor en de kooromgang zijn gescheiden door hekken uit ± 1540 met koperwerk en reliefs met oud- en nieuwtestamentische voorstellingen. Hekken uit 1715 tussen kooromgang en de sacramentskapel.
Preekstoel in renaissance-stijl evenals de biechtstoelen uit 1550 uit een kerk te Luycksgestel.
In 1559 kreeg 's Hertogenbosch een bisschopszetel, de kerk werd toen automatisch "kathedraal".
De kerk heeft in 1566 veel geleden van de beeldenstorm.
Na een blikseminslag in 1584 stortte de middentoren in en werd vervangen door de huidige koepel. De toren en het orgel brandden in 1584 af door een geweldige brand. Pas in ± 1590 was het schip van de kerk weer dicht. De toren werd daarna vervangen door een 41 meter hoge koepel.
Op 5 mei 1609 vond de afkondiging van de Twaalfjarig Bestand plaats. De stad kreeg enige tijd rust.
Het meubilair is deels bij de beeldenstorm en deels bij de brand van 1584 verloren gegaan of beschadigd en nog niet hersteld.
Het nieuwe orgel van Hocque uit 1622 werd tegen de westwand van het kerkschip gebouwd.
In april 1629 verwoesten de Staatse legers olv Prins Frederik Hendrik de stad. Het betekende een voorlopig eind van de Sint Jan als katholieke kerk.
De geestelijken namen vele kerkschatten, kerkinvertaris, beelden, schilderijen, boeken en complete altaren mee naar het ziden. Ook het wonderbeeld van Haria werd in veiligheid gebracht en verbleef tot 1853 in ballingschap te Brussel.
De Sint-Jan bleef zwaar beschadigd en relatief leeg achter om in gebruik te worden genomen door de protestandse gemeente. De katholieken kwamen bijeen in schuilkerken.
In 1814 is door besluit van Keizer Napoleon de kerk weer teruggeven aan de katholieken.
Het neo-gotische altaar kwam in de plaats van een 17e eeuws altaar van Hans van Mildert.
Het houten altaar komt evenals de communiebank uit de werkplaatst van Van der Geldt.
Twee schilderstukken van Jeroen Bosch.
De oorspronkelijke houten middentoren was 137 meter hoog, is in 1584 verbrand, daarna is in veel lagere koepeltoren gebouwd.
Na de brand van 1584 is in 1610 een nieuw oxaal gebouwd.
In de 17e en 18e eeuw kwam een periode van verval. Sinds het midden van de 19e eeuw (tot recent) volgt een aantal ingrijpende restauraties van dit rijkst vormgegeven gotische bouwwerk van Nederland.
Omstreeks 1840 zijn herstelwerkzaamheden aan de kerk verricht.
Restauratie kerk van 1860 tot 1885.
Het kerkbestuur besloot in 1866 het oxaal te verkopen. Het oxaal is in 1869 voor 900 Britse ponden in huurkoop verkocht aan het museum South Kensington te Londen: nu het Victoria & Albert Museum. In 1871 werd het oxaal definitief eigendom van het Britse Museum.
Misschien komt het oxaal terug naar de Sint Jan ??
in 1866 werd het 250 jaar oud marmeren in renaissancestijl uitgevoerde oxaal verkocht aan het Victoria & Albertmuseum te Londen
Grote restauratie - hoofdzakelijk aan het exterieur - tussen 1854 en 1945, in 1861 in handen van de Belg L.M. Venemans.
De kerk is op 22 juni 1929 verheven tot basiliek. De reden was dat het in dat jaar 75 jaar geleden was dat het mirakelbeeld van Onze Lieve Vrouw van Den Bosch uit Brussel terugkeerde naar ,s Hertogenbosch.
In 1925 zijn een aantal nieuwe klokken toegevoegd door Gebr. Eysbouts uit Asten.
Tweede restauratie - van het interieur - tussen 1969 en 1984 (1965-1985).
Laatste grote restauratie tussen 1998 tot 2011.
Medio 1999 is een begin gemaakt met het herstel van een grote hoeveelheid gebeeldhouwde onderdelen van de koorpartij: Hoogkoor, Sacramentskapel, gerfkamer en verschillende kapellen. De kwaliteit van de tufsteen, begin 20e eeuw gebruikt bij restauraties, blijkt niet al te best te zijn geweest. Beeldhouwer Ton Mooy heeft met enkele medewerkers 25 nieuwe zandstenen engelen gemaakt.
In 1981 is de restauratie zo ver gevorderd dat het schip weer gebruikt kon worden. De kerk is gerestaureerd in het kader van de regeling kanjermonumenten 2002.
Eerste Paasdag 8 april 2007 is een nieuw glas-in-loodraam Het Laatste Oordeel, geschenk van projectontwikkelaar J. Lisman ingewijd, te vinden onder de toren. Het raam is gemaakt door de kunstenaar Marc Mulders.
Sinds kort (2011) is in de Antoniuskapel een bijzonder altaar te bewonderen. Het is een neogotisch vleugelaltaar uit 1903, afkomstig uit het atelier van W. Mengelberg te Utrecht voor de kapel van het Karmelitessenklooster Meerbosch te Venlo. Na de sluiting van het klooster verhuisde het altaar naar het Museum voor Religieuze Kunst te Uden. Nu staat het altaar tijdelijk in de St Jan, in afwachting van restauratie en een nieuwe definitieve plek.
De kerk is in het weekend van 2 en 3 april 2011 weer in gebruik genomen. Beeldhouwer Ton Mooy heeft met enkele medewerkers 25 nieuwe zandstenen engelen gemaakt.
De Bossche Sint-Jan staat in 2013 opnieuw deels in de steigers. Dit keer zijn de traptoren bij de doopkapel en het leien dak van deze kapel toe aan een onderhoudsbeurt. Na een jarenlange restauratie was de kathedraal in het centrum van Den Bosch sinds 2011 juist weer in volle glorie te bewonderen. De restauratiewerkzaamheden duren tot ongeveer half oktober 2013.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig

Hoofdorgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
RK kerk - Kathedrale Basiliek van Sint Jan Evangelist hoofdorgel 's-Hertogenbosch -

Orgelhistorie

b: Anthonie van Elen, Maastricht ± 1430; M I:
r: Hendrik van den Houwe, Mechelen 1498/99; Rugpositief en Pedaal toegevoegd
r: Willem Boets (Boest ?) van Heyst, 's Hertogenbosch 1504; uitbreiding Rugpositief met meer registers (dit mislukte), toonhoogte van Blokwerk en positief gelijk gemaakt
r: Willem Boets van Heyst, 's Hertogenbosch 1517
r: Peter Woutersz 1519; zelfde opdracht, mislukte ook
r: mr Johan van Munster 1523/24; meer registers op het Positief
r: A. Mors 1525
r: Hendrik Niehoff 1538/40; orgel volkomen vernieuwd
r: Anthony Verbeeck, Stavoren 1540/41
- beeldenstorm in 1566; het orgel bleef gespaard. De toegangstrap was tijdig weggebroken
- kerkbrand in juli 1584; het orgel werd geheel verwoest
- tijdens het herstel van de kerk gebruikte men zolang het bij de brand grotendeels gespaarde Broederschapsorgel
voor de bouw van een nieuw groot orgel sloot men aanvankelijk een contract met Nicolaas Niehoff in 1599, maar dit werd niet uitgevoerd
- in 1617 begonnen steenhouwer Joris Deur, de schijnwerker Frans Simonsz. en de beeldsnijder Georg Schysler aan orgelgalerij en orgelkas. Het orgel werd tegen de westtoren in laat-renaissance stijl met kenmerken van de vroege barok gebouwd. Het werk kwam in 1620 gereed
b: Florentius Hocque Jr. (II), Keulen 1618/22, als leerling en gezel was Hans Goltfuss bij de bouw betrokken. Kas gemaakt door schijnwerker Franchois Symons te Leiden die ook de kas van het oksaal orgel had gebouwd. Het houtsnijwerk werd uitgevoerd door Georg Schysler te Venlo. Het orgel werd tegen de westgevel van het schip gebouwd.
r; M III vp: Hw 7-Rw 13-Bov 14-Ped 3
het contract werd op 15 juni 1618 gesloten
- het orgel was vanaf 1622 bespeelbaar.
r: Florentius Hocque Jr., Keulen 1630/32
oplevering in 1633 door Hans Goltfuss te Keulen, omdat Florentius Hoque in 1632 overleden is
- Na de val van Den Bosch in 1629 en de overgang van de Sint Jan in Gereformeerde handen werd het orgel in het voorjaar van 1634 gekeurd door Cornelis Helmbreecker, organist Grote kerk te Haarlem, Willem Lossy, organist Nieuwe kerk te Amsterdam en Alewijn de Vooys, organist Domkerk te Utrecht, De uitkomst van de keuring was zeer negatief: windvoorziening, mensuren, stemming en veel meer zaken deugden niet. Goltfuss werd door de keurmeesters onbekwaam geacht om het orgel te voltooien.
r: Galtus Germer en Germer Galtus (vader en zoon) van Hagerbeer, Amersfoort 1634/36; orgel herzien en voltooid
dezelfde keurmeesters verrichten opnieuw een keuring. Nu met positief resultaat.
- onderhoud van Hagerbeer 1634 en later
- onderhoud 1640/41 door Antonie Verbeek uit Groningen
r: Ramuschius (Johan Rijmsmits), Breda 1654/55; vier nieuwe balgen, windkanalen, klavieren en drie nieuwe registers
r: Stephanus Cousijns (ook Cousijns, Cosijns) 1659/62; wijzigingen en herstellingen; de negen balgen door vijf grotere vervangen
- onderhoud Stephanus Cousijns 1661 tot 1681 (tot 1677)
r: 1677/79; nieuwe Vox Humana en Sexquialkter
- onderhoud door de eigen organisten vader en zoon Eytzen van 1671 tot 1696
- het orgel is in de loop van de 17e en begin 18e eeuw in zeer vervallen staat geraakt. Rapport over gebreken door Corn. Scholl te Delft 1697
r: Gerard (Gerrit) van Giessen, Sprang 1697; beperkt herstel
- keuring 1698 door Michiel van Couwenbergh, organist Hervormde kerk - Maartenskerk te Zaltbommel samen met Jean Carvajal, organist Waalse kerk te 's Hertogenbosch
r: Coenraad Ruprecht 1705
r: Cornelis Hoornbeek, Amsterdam 1706/1713
- rapporten van enkele orgelmakers in 1712/13 over de staat van het orgel, waaronder een visitatie en rapport van Matthias Verhofstad te Gemert in 1712
r: Cornelis Hoornbeek, Amsterdam 1715/18 (ook de jonge Christian Müller en broer Andreas werken mee); grondig herstel, enkelke nieuwe stemmen geplaatst, koppel Manuaal-Rugwerk; M III vp: Hw 7-Rw 13-Borstwerk 6-Bov 14-Ped 3
- opdracht ontvangen op 23 maart 1715
het orgel was in 1718 gereed. Eindkeuring op 18 september 1718 door Aenes Egbertus Veldcamps jr te 's Gravenhage en Nicolaas Woordhouder te Leiden
- onderhoud Christian Müller van 1720 tot 1744
r: Christiaan Müller, Amsterdam 1722/23; groot herstel, nieuwe registers: Dulciaan en Quintadeen (Rw) en Vox Humana (Bw)
- keuring 1723 door Aeneas Egbertus Veldcamps te 's Gravenhage en Nicolaas Woordhouder te Leiden
r: Johann Michaell Schwartzburg, Leeuwarden 1735 en 1739; reparaties
- onderhoud Johann Heinrich Hartmann Bätz te Utrecht van 1744 tot 1770
- na 1771 geen onderhoudsbeurten. Het orgel verkeert na korte tijd in een desolate toestand
- disp. 1774 volgens Hess: M III vp: Hw 4-Rw 13-Bov 16-Ped 3
r: Aanastasius Meinhards, Frankenberg (D) 1775/77 (hij vestigde zich tijdelijk in 's Hertogenbosch)
- keuringsrapport van de Nijmeegse organist Petrus Beyen te Nijmegen van 14 april 1777; knoeiwerk
- plan voor ombouw van Ludwig König te Keulen uir 1778. (J. Courtain probeerde in 1781 opdracht voor vernieuwing te bemachtigen. Dit lukte niet
- orgel onderzocht door A.F.G. Heyneman
b: A.F.G. Heynemann, Nijmegen geassisteerd door Leonard van Eysdonck 1784/87; in oude kas, ook werden de balgen en de grotere labiaalpijpen gebruikt; M III vp: Hw 10-Rw 12-Bov 14-Ped 8
het contract is getekend op 21 juni 1784
- orgel gekeurd door Joachim Hess te Gouda en Frans van der Dussen te Arnhem op 1 november 1787
orgel op 16 december 1787 in gebruik genomen met een bespeling door A.F.G. Heyenabs te Nijmegen
- onderhoud tot 1793 A.F.G. Heynemann te Nijmegen
- stembeurt 1791 door L. van Eysdonk te Gemert
- onderhoud 1811 vele jaren lang door organist Paulus Verbeke
r: J.J. Delhaye, Antwerpen 1826
- onderhoud J.J. Delhaye te Antwerpen
- onderhoud A.A. Kuerten (Courtain) & J.B. Stöcker te Huissen van 1833 tot 1849
r: A.A. Kuerten, Huissen 1837); Quintadeen 16 door een Bourdon 16 vervangen
- onderhoud ca. 1840 Arnold Graindorgue te Luik
r: ± 1840 snijwerk hersteld een aangevuld, frontpijpen opnieuw belegd met tinfolie en bladgoud
r: A.A. Kuerten, Huissen 1841; Hautbois 8 discant en front gefoelied
r: A. Graindorgue, Luik 1844; Hautbois 8 discant voor het Bovenwerk
- onderhoud organist P.J. van Paesschen van 1849 tot 1869
- het restauratieplan van de Fa. Franssen te Horst uit 1865 is niet doorgegaan
r: J.J. Vollebregt & Zn., 's Hertogenbosch 1869/70; grondig herstel en wijzigheden, nieuwe Hautbois, registermechaniek en klaviatuur vernieuwd, Bourdon 16 Pedaal vervangen door een open houten Subbas, op de gereserveerde plaats in het Pedaal een Wijdgedekt 8, op Rw Bourdon 16 en Salicet 4, zesde blaasbalg; M III vp: Hw 10-Rw 12-Bov 13-Ped 8
- restauratie-opdracht op 1 mei 1869 ontvangen
keuring door Jos Callaerts, organist kathedraal te Antwerpen op 26 april 1870
b: Gebr. Franssen, Roermond 1897/1902; ingrijpende ombouw in oude kas en oud pijpwerk, nieuwe speeltafel, Rugwerk leeg, Weigle-pneumatiek; Pn III vp: Man. I 20-Man. II 13-Man. III 18-Ped 15
de opdracht werd op 25 mei 1897 verleend
ingebruikname in 1902 door de organisten P. Kallenbach en J. Verheyen te Amsterdam
- onderhoud Gebr. Franssen te Roermond twintiger jaren
- onderhoud Fa. L. Verschueren te Heythuysen na het faillissement van de Gebr. Franssen
De slechte kwaliteit van laden en tractuur, slijtage en tenslotte de beschadigingen door oorlogsgeweld in 1944/45 legden het orgel het zwijgen op.
- het orgel heeft gezwegen vanaf juli 1945
- op 26 januari 1951 werd een restauratieplan aangeboden voor een orgel met 72 stemmen, te verdelen over 4 klavieren en pedaal, te plaatsen op elektro-pneumatisch bediende sleepladen en met elektro-pneumatische speeltractuur. Op 15 maart 1951 werd opdracht tot uitvoering gegeven.
b: Fa. L. Verschueren, Heythuysen 1951/53; in oude kas met oud pijpwerk, nieuwe speeltafel, het Ruygwerk werd weer sprekend gemaakt; EP IV vp: Hw 17-Rw 11-Bov 14-Zw 16-Ped 14
adviseurs dr P.J. de Bruyn te Arnhem, P. Hörmann te 's-Hertogenbosch en Hub Houët te Eindhoven (ook adviseur mr A. Bouman
het orgel is op zaterdag 6 juni 1953 inzegenigd en in gebruik genomen met een bespeling door Piet Hörmann
- in 1977/78 is een diepgaand onderzoek door drs J.J. van der Harst gehouden, inventarisatie van het pijpwerk door drs J. van Biezen, begeleid door rijksadviseur O.B. Wiersma. In de zomer van 1978 werd dit onderzoek voorlopig afgesloten
- In september 1978 is een voorlopig historisch rapport "Orgel Sint Jan" ingediend
- orgel gedemonteerd wegens kerkrestauratie in 1980
- het gehele restauratie/reconstructieplan werd ingediend op 16 juni 1981
b: Fa. Flentrop, Zaandam en adviseur Bernhard Edskes, Wohlen (Zw.) 1979/84; in oude kas met oud pijpwerk naar de situatie van 1787; de orgelconstructie werd hersteld door Fa. Nico de Bont, terwijl de kastdelen werden hersteld en aangevuld door de Fa. Botim; M III vp: Hw 11-Rw 12-Bov 15-Ped 10
het contract is op 21 december 1979 getekend
adviseurs drs J.J. van der Harst namens de KKOR, dr J. van Biezen, B. Edskes orgelexpert en O.B. Wiersma, rijksadviseur
Louis Toebosch en Jan Jongepier hadden zitting in de commissie die de restauratie begeleid heeft
Ingebruikneming op zaterdag 15 december 1984 met een bespeling door Huub ten Hacken, drs Maurice Pirenne, Jan Jongepier en Louis Toebosch

Dispositie

1499 (Van Elen/Van den Houwe):
Hoofdwerk contra B-f2
Blokwerk 16
Rugpositief F G-f2
Prestant, Mixtuur, Scherp
Pedaal
Prestant 32 (10 tonen)
 
vóór 1706:
Principaal F G A Bes B-g2 a2
Prestant 24, Octaaf 12, Superoctaaf 6, Quint 2 + 4, Mixtuyr VI-XIV 3, Scherp VII-X 2, Trompet 8
Rugpositief C D-c3
Prestant 8, Holpijp 8, Quintadena 8, Octaaf 4, Fluyt 4, Superoctaaf 2, Quintfluyt 1 1/2, Mixtuyr VI-VIII 1, Scherp III 1/2, Sexquialter II bas/discant, Cornet IV-VIII, Trompet 8, Schalmey 4, Tremulant
Bovenwerk C D-c3
Bordon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Fluyt 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Terziaan 2, Simbal III 1 1/2, Sexquialter II, Cornet IV, Trompet 16, Trompet 8, Vox humana 8, Tremulant
Pedaal C D-d1
Bordon 8, Groot Trompet of Bombart 16, Trompet 8
Eén koppel: Pedaal-Principaal
Afsluiters voor Principaal, Bovenwerk en Pedaal
 
1718 (Hoornbeek):
Principaal of middenwerk (Hoofdwerk) Contra F G A B H C-g2 a2 (50 tonen)
Prestant 24 dubbel, Octaaf 12 dubbel vanaf d1, Superoctaaf 6 dubbel vanaf fisº, Quint 4 (2 2/3 en 1 1/3), Mixtuyr VI-XIV 3, Scherp VII-X 2, Trompet 8 vanaf disº (voorheen een Terts)
Rugwerk C D-c3 met dubbeltoetsen voor dis/es in klein-, eengestreept en tweegestreept octaaf (51 tonen)
Prestant 8, Holpijp 8, Quintadena 8, Octaaf 4, Fluyt 4, Superoctaaf 2, Quintfluyt 1 1/2, Mixtuyr VI-VIII 1, Scherp III 1/2, Sexquialter II 3 bas/discant, Cornet IV-VIII 4, Trompet 8, Schalmey 4, Tremulant
Bovenwerk C D-c3 (48 tonen)
Bordon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Fluyt 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Terziaan 2, Simbal III 1 1/2, Sexquialter II 2, Cornet IV discant, Trompet 16, Trompet 8, Vox Humana 8, Tremulant
Pedaal C D-d1 (26 tonen)
Bordon 8, Groot Trompet of Bombart 16, Trompet 8
Pedaalkoppel, koppel Middenwerk-Rugwerk vanaf d' van het Middenwerk
 
1774 (Heynemann, volgens het contract):
Manuaal contra F-f3
Principaal 24. Octaav 12, Super Oct. 6, Quint 4, Mixtuur 8-14, Scherp 7-10, Trompet 8 bas
Rugwerk (51 tonen)
Principaal 8, Gedackt 8, Quintadeena 8, Octaav 4, Fluit 4, Octaav 2, Quint 1 1/2, Mixtuyr V-VIII, Scharp III, Sexquialtra II 3, Cornet V-VI discant, Trompet 8, Dulciaan 8
Bovenwerk C D-c3 (48 tonen)
Bourdon 16, Principaal 8, Holpyp 8, Quintadeena 8, Octaav 4, Fluyt 4, Quint 3, Octaav 2, Sexquialtra II, Cimbal III, Tertiaan, Cornet IV discant, Trompet 16, Trompet 8, Vox humana 8
Pedaal C D-d1 (26 tonen)
Bourdon 8, Bazuin 16, Trompet 8 (tr. Hw.)
Pedaal gekoppeld aan het Manuaal
5 Blaasbalgen, 11 voeten lang en 6 1/2 voet breed
 
1787 (Heynemann/Van Eysdonck):
Hoofdwerk (II) C-f3
Bourdon 16, Praestant 8, Holpyp 8, Octaaf 4, Tertiaan 3 1/5, Quint 3, Super OIctaaf 2, Mixtuur VII, Trompet 16, Trompet 8
Rugpositief (I) C-f3
Praestant 8, Bourdon 8, Quintadena 8, Fluyttraver 8 discant, Octaaf 4, Fluit dous 4, Super Octaaf 2, Flageolet 1, Mixtuur V 1 1/3, Carillon III discant, Trompet 8, Dulciaan 8
Bovenwerk (manuaal III) C-f3
Quintadena 16, Praestant 8, Roerfluyt 8, Viola di Gamba 8, Echo 8 discant, Octaaf 4, Super Octaaf 2, Sexquialter II, Cornet VI discant, Carillon III discant, Trompet 8, Vox Humana 8, Hautbois 8 discant (niet geplaatst), Vox Angelica 843 bas (niet geplaatst), Tremulant
Pedaal C-f1
Praestant 16, Bourdon 16, Violonbas 16 (niet geplaatst), Octaaf 8, Super Octaaf 4, Bazuyn 16, Trompet 8, Clairon 4
Twee gedeelde manuaalkoppels, Pedaalkoppel
Vier Afsluiters
De beide Mixturen zijn met tertskoren
 
1788 (volgens Nicolaas Arnoldi Knock):
Hoofd-Manuaal C-f3
Gr. Bourdon 16, Praestant 8, Kl. Bourdon 8, Octaaf 4, Quint 3, Super Octaaf 2, Tertiaan, Mixtuur VII, Trompet 16, Trompet 8
Rug positief C-f3
Praestant 8, Holpyp 8, Quintadeen 8, Fluit travers, Octaaf 4, Fluit 4, Super Octaaf 2, Flageolet 1, Sexquialter II, Mixtuur V, Carillon discant, Trompet 8, Dulciaan 8, Tremulant
Boven-manuaal C-f3
Quintadeen 16, Praestant 8, Holpyp 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Super Octaaf 2, Cornet VI, Carillon discant, Sexquialter II, Trompet 8, Voxhumana 8, Hautb. discant, Echo discant, Voxang. bas
Pedaal C-d1
Praestant 16, Bourdon 16, Violon 16, Octaaf 8, Octaaf 4, Bazuin 16, Trompet 8, Claron 4
Koppeling Hoofd aan het Boven-Manuaal, Koppeling Hoofd aan het Rug-Positief, Koppeling Pedaal aan het Hoofdmanuaal
Sweving tot de Voxhumana
4 Afsluitingen, Ventyl, een Superflua, 5 Blaasbalgen
 
1837:
Hoofdmanuaal (II)
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Tertiaan 3 1/5, Quint 3, Superoctaaf 2, Mixtuur VII, Trompet 16, Trompet 8
Rugwerk (I)
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Flutetravers 8 discant, Quintadoen 8, Octaaf 4, Fluit 4, Vioolpraestant 4, Superoctaaf 2, Flageolet 1, Carillon discant, Mixtuur V, Trompet 8, Dulciaan 8
Manuaal III
Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Viola de Gamba 8, Octaaf 4, Superoctaaf 2, Cornet VI discant, Carillon discant, Sexquialter II, Echo 1/2 discant, Trompet 8, Vox Humana 8, Hautbois 8 discant
Pedaal
Prestant 16, Bourdon 16, Violonbas 16 (ledig, voorbereid), Octaaf 8, Octaaf 4, Octaaf 2, Bazuin 16, Trompet 8, Clarin 4
2 Manuaalkoppels bas/discant, Pedaalkoppel
Tremulant, Ventiel, 4 Afsluiters
 
1885 (volgens van ’t Kruijs):
Hoofdklavier
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Quint 3, Super-Octaaf 2, Mixtuur, Tertiaan, Trompet 16, Trompet 8
Rugwerk
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Fluit Travers 8, Octaaf 4, Salicet 4, Fluit 4, Octaaf 2, Flageolet 1, Mixtuur V, Trompet 8, Dulciaan 8
Bovenklavier
Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Viola de Gamba 8, Octaaf 4, Octaaf 2, Cornet IV, Sexquialter, Carillon, Trompet 8, Basson-Hautbois 8, Vox Humana 8
Pedaal
Prestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Gedekt 8, Octaaf 4, Bazuin 16, Trompet 8, Clairon 4
Koppelingen
Tremblant, Afsluitingen
 
1902:
Manuaal I
Principaal 16, Bourdon 16, Praestant 8, Flûte Harmonique 8, Stentorphone 8 HD, Violon 8, Groot gedekt 8 HD, Holpijp 8, Praestant 4, Flûte Octaviante 4, Vioolpraestant 4 HD, Superoctaaf 2, Repieno II, Mixtuur III-VII, Cornet V, Trompet 16, Trompet 8, Tuba Maribilis 8 HD, Dulciaan 8, Clairon 4
Manuaal II
Bourdon 16, Praestant 8, Holpijp 8, Flûte Traversière 8, Salicionaal 8, Dolce 8, Octaaf 4, Salicet 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur III, Trompet 8, Basson 8
Manuaal III
Bourdon 16, Vioolpraestant 8, Gemshoorn 8, Viola di Gamba 8, Voix Céleste 8, Roerfluit 8, Sologamba 8 HD, Aeoline 8, Solofluit 8 HD, Flûte dolce 4, Violine 4, Octave 4, Blokfluit 2, Carillon discant, Cornet V discant, Trompet Harmonique 8, Clarinet 8, Vox Humana 8
Pedaal
Contrabas 32, Praestant 16, Subbas 16, Violonbas 16, Groot gedekt 16 HD, Octaaf 8, Violoncel 8, Gedekt 8, Quint 6, Octaaf 4, Octaaf 2, Trompet 16, Bas-Tuba 16 HD, Trompet 8, Clairon 4
Voor speel- en registerwind werden niet minder dan vier reservoir- en vijftien regulateurbalgen geplaatst.
* De registers voorzien van HD waren hoge drukstemmen, ze spraken op een winddruk van ruim 300 mm. waterdruk
 
1914:
hulporgel in Rugwerk
Prestant 8, Bourdon 8, Gamba 8, Voix céleste 8, Fluit 4
 
1953:
Hoofdwerk (II) C-g3
Praestant 16 discant dubbel, Bourdon 16, Praestant 8 discant dubbel, Holpijp 8, Quint 5 1/3, Octaaf 4 discant dubbel, Wijdgedekt 4, Quint 2 2/3, Superoctaaf 2, Gr. Mixtuur V-VI 2, Scherp III-V 2/3, Sesquialtera II 2 2/3, Cornet V 8 discant, Trompet 16, Trompet 8, Vox Humana 8, Klaroen 4
Rugwerk (I) C-g3
Praestant 8 discant dubbel, Bourdon 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Ged. Fluit 4, Octaaf 2, Quint 1 1/3, Mixtuur V-VIII 1 1/3, Carillon III 4 discant, Trompet 8, Dulciaan 8, Tremulant
Bovenwerk (III) C-g3
Bourdon 16, Praestant 8 discant dubbel, Roerfluit 8, Salicionaal 8, Octaaf 4, Gemshoorn 4, Roerquint 2 2/3, Woudfluit 2, Terts 1 3/5, Nachthoorn 1, Scherp V-VI 1, Trompet 8, Basson 8, Cink 4, Tremulant
Zwelwerk (IV) C-g3
Quintadeen 16, Praestant 8, Zing. Gedekt 8, Tolkaan 8, Spitsgamba 8, Octaaf 4, Koppelfluit 4, Nasard 2 2/3, Blokfluit 2, Groot Mixtuur X 2, Cimbel IV 1/2, Tertiaan II 1 1/3-1/2, Kromhoorn 16, Trompet 8, Musette 8, Hobo 4, Tremulant
Pedaal C-f1
Praestant 32 (C-G Gedekte quint 10 2/3), Contrabas 16, Subbas 16, Zingend Gedekt 16, Octaafbas 8, Bourdon 8, Quint 5 1/3, Octaaf 4, Octaaf 2, Mixtuur VIII 2 2/3, Bazuin 16, Trompet 8, Klaroen 4, Schalmei 2
Koppelingen: Hoofdwerk-Rugwerk, Hoofdwerk-Bovenwerk, Hoofdwerk-Zwelwerk, Rugwerk-Bovenwerk, Rugwerk-Zwelwerk, Bovenwerk-Zwelwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Rugwerk, Pedaal-Bovenwerk, Pedaal-Zwelwerk, Pedaal-Zwelwerk 4
Speelhulpen: Prestantenkoor voor elk manuaal afzonderlijk exl. koppelingen, Tongwerkafstellers, Pianopedaal vast met Subbas 16 + betreffende koppelingen, 11 Pistons voor doubleacting der koppelingen, Nulstellers per klavier en generaal
 
1984:
Hoofdwerk (II) C-f3
Praestant 16, Bourdon 16, Praestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Tertiaan 3 1/5, Quint 3, Super Octaaf 2, Mixtuur VII 2, Trompet 16, Trompet 8
Rugwerk (I) C-f3
Praestant 8, Holpijp 8, Quintadena 8, Fluyttravers 8 discant, Octaaf 4, Fluyt dous 4, Super Octaaf 2, Flageolet 1, Mixtuur V 1, Sesquialter II 1 1/3 discant, Trompet 8, Dulciaan 8, Tremulant
Bovenwerk (III) C-f3
Quintadena 16, Praestant 8, Roerfluyt 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Open fluyt 4, Quintfluyt 3, Super Octaaf 2, Open Fluyt 2, Sesquialter II 2 2/3, Carillon III 4-1 3/5-1 discant, Cornet V 8 discant, Trompet 8, Vox Humana 8, Hautbois 8, Tremulant
Pedaal C-f1
Praestant 32, Praestant 16, Bourdon 16, Octaaf 8, Gedekt 8, Octaaf 4, Bazuyn 16, Trompet 8, Clairon 4, Cornet 2
Koppelingen: Hoofdwerk-Rugwerk, Hoofdwerk-Bovenwerk, Rugwerk-Hoofdwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Rugwerk
4 afsluiters
Vijf spaanbalgen in een balgenkamer achter het orgel in het torenportaal. Winddruk 78 mm. Temperatuur evenredig zwevend. Toonhoogte: a1 = 415 (kamertoon).
Foto: Anton van Daal

Bronvermelding van het hoofdorgel

Boeken
Bouman, mr A.: Nederland Orgelland 10 afb I-8* 13 I-12* 46 afb III-1* 136, uitgave Spruyt, van Mantgem & de Does, Leiden 1964
Bouman, mr A.: orgel in de RK Basiliek van St Jan 's Hertogenbosch*
Bouman, mr A.: orgels in Nederland (1943)49 foto 18* 104; uitgave Allert de Lange, Amsterdam 1943
Brouwer: Sleutelstad-Orgelstad 27 28 31 32 34* 46
Dorgelo, Wim; De Groninger orgelmaker Albertus Anthoni Hinsz (1704-1785)9
Gierveld, dr Arend Jan: 250 jaar Hinsz-orgel Leens 26
Gierveld, dr Arend Jan: het ned. huisorgel in de 17e en 18e eeuw 170 243; Vereniging voor Ned. Muziekgeschiedenis 1977
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)35 69 90 117 119 122 282 287
Harst, Hans van der: de restauratie van het grote orgel van de Sint Jan 's Hertogenbosch
Harst, Hans van der: langs nederlandse orgels IV 22 23-25 33 71-74*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Hess: 27
Hess: het orgel St Janskerk Gouda 4
J.J. Delahaije-orgel 1823 Teteringen
Jespers, Frans & Sleuwen, Ad van: tot roem van zijn makers (1978)12 16 18 22 25 28 29 32 41 120 121 130 131 179-181 208 220 223 224
Jespers, Frans: Sieur Jacobus Zeemans - d'Hüskes nummer 23 13(1992)6
Jespers, Frans: brabants orgelbezit (1975)24, prov. genootschap van kunsten en wetenschappen in Noord-Brabant
Jespers, Frans: repertorium van orgels en orgelmakers in Noord-Brabant tot omstreeks 1900 140-147 aanv II 33, het Noordbrabants Genootschap 1983
Jongepier, Jan: langs nederlandse orgels III 12, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Kluiver, drs J.H.: historische orgels in Zeeland III 95 n 5 I n 23
Knock, Nicolaes Arnoldi: aantekeningen bij disposities kerkorgelen van J. Hess, vervolgd en bijgevoegd door George Hendrikus Broekhuyzen Sr. en Jan Zwart, Kampen (1973)38
Knock, Nicolaes Arnoldi: dispositien der merkwaardigste kerk-orgelen (1788)42
Kruijs, M.H. van 't: disposities der verschillende orgels (1885)30
Kuilenburg, Wout van: het werk van de orgelmakersfamilie Van Eijsdonck/Van Nistelrooy/Kuijte: (1983)3 8 23 64 95 153; Het Noordbrabants Genootschap
Luteijn, A.C.M.: de orgelpijp uit 64*; Bosch & Keuning, Baarn 1976
Os, drs J.F. van: langs nederlandse orgels II 31, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 21, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)125 145 146 147, Fryske Akademy Leeuwarden 2003
Tijdschriften en andere uitgaves
250 jaar orgelmaker Vermeulen 39
brabants orgelrijkdom (2010)13*, uitgave brabantse orgelfederatie
contactbrief voor kerkenverzamelaars 43(2000)41, 58(2007)40, 62(2009)37, 64(2010)42, 65(2011)32-33, 66(2011)36
de Mixtuur 8(1972)133, 16(1975)321 324, 25(1978)579, 26(1978)625, 34(1981)121 131 138, 42(1983)465, 51(1985)38, 52(1986)52 56 58, 53(1986)118, 58(1987)354, 59(1988)417, 62(1989)90, 76(1994)820, 78(1994)907 910, 80(1995)1024 1028 1029
de Orgelvriend 9(1976)9-10*, 2(1985)4-8***, 7(1987)6-7
de orgelmaker Witte 55
gedenkboek Houët 75-94 129; het Noordbrabants Genootschap, 's Hertogenbosch 1980
gedenkboek bij gelegenheid van het 60-jarig bestaan Fa. L. Verschueren (1891-1951) 9 16 blz. 63
het Orgel 9(1953)127, 10(1961)231* 235, 12(1966)313, 9(1968)234-235, 5(1976)188-189, 7/8(1976)242, 12(1976)395, 1(1982)5, 12(1984)502, 5(1985)189-190 195-209 (3 foto's)*, 5(1985)214, 2(1988)88-89
inzegening gerestaureerde oude orgel 6 juni 1953
kerkepadgids (1980)79 80 81, (1983)105 (1985)83-85*
kkor: kroniek (1984/85)25
monumentenzorg: historische orgels juni(1981)*
orgel concertgebouw in ere hersteld 78
orgelgids voor de provincie Noord-Brabant 1993
orgelmaker van Hirtum 8
toekomst voor Religieus Erfgoed in Noord-Brabant 25*
vriendenboek stadsarchivaris Kuyer (1980)59 99-102 104 113 114 116 117 127 137 141 149-152 160 173
Laatste update: 2018-09-29 12:02:06