Hervormde Grote of Eusebiuskerk
In gebruik
(Kerk)gebouw
De Sint Martinuskerk is gebouwd in 893. | |
Nieuwe kerk gebouwd in de 11e eeuw ?? | |
Nieuwe kerk tussen 1453 en 1536 gebouwd. De resten van de oude kerk werden geleidelijk opgenomen. De kerk is naast St Martinus gewijd aan St Eusebius. Men is een eeuw bezig geweest met de bouw van deze kerk, de verschillende onderdelen als schip, koor en dwarsschip vormen een mooie eenheid. Rank en helder gebouw in laatgotische Nederrijnse stijl. | |
Middenbeuk van koor en schip overdekt met netgewelven, dwarsschip stergewelven. | |
Graftombe van Karel van Egmont hertog van Gelre. | |
Bij de Slag om Arnhem in 1944 beschoten zowel Engelse als Duitse soldaten deze hoge uitkijkpost. De kerk stortte in. | |
Herstel 1945 tot 1965. Veel originele kapitelen en kraagstenen zijn onnodig vervangen. Een geheel nieuwe toren van 93 meter hoog werd gebouwd. deze is geheel in baksteen opgetrokken en met ringen tufsteen bekleed. De toren werd versierd met slecht gelijkende Disney- en Toonder-figuren. | |
Plaatsing en restauratie orgelkas van Strümphler door de aannemer van de kerkrestauratie uitgevoerd. Hierbij werd ondanks de zware grenen skeletconstructie van het binnenwerk op enkele punten een stalen draagcontructie in het orgelinterieur aangebracht. | |
In 1973 ernstige constructie-gebreken aan het gebouw geconsigneerd. Het orgel werd "ingepakt". | |
Restauratie kerk van 1975 tot 1982; door herinrichting van het interieur kon de akoestiek enigszins worden verbeterd, de nagalmtijd werd teruggebracht tot ca. 7,5 seconde. Houten vloeren werden in de zijbeuken aangebracht terwijl enkele kapellen met houten wanden zijn afgesloten van de hoofdruimte. | |
In de loop van 1982 kwam de restauratie gereed. | |
Inmiddels onderging ook het beheer van de kerk ingrijpende verandering. de Hervormde Gemeente, die het gebouw jarenlang niet kon gebruiken, zag van verder intensief kerkelijk gebruik af en bracht het gebouw onder in een stichting. De bankenblokken in het schip werden verwijderd in verband met vele en veelsoortige activiteiten. | |
Bijna alle natuursteen aan de toren moest in 1989 vervangen worden. Men denkt 2 tot 2 1/2 jaar nodig te hebben voor een restauratie. | |
In 1991 zijn er grote zorgen rond de staat van de toren. Al enkele jaren vallen stukken ornament omlaag en sindsdien staan er hekken om. | |
De burgerlijke gemeente wil snel met de restauratie van de toren beginnen. De toren is overgedragen aan de Stichting Eusebius. Het wordt een symbool van de Slag om Arnhem. Er komt een expositieruimte in op 73 meter hoogte. En op 25 en 50 meter worden ontmoetingsruimten gebouwd. | |
Op 15 september 1994 is de gerestaureerde toren weer in gebruik genomen. | |
De Eusebius staat in 2013 al jaren in de steigers, soms vallen er zelfs brokken steen uit de toren. De komende jaren verwacht de stichting 34 miljoen euro nodig te hebben, waarvan 30 miljoen aan de bijna 100 meter hoge toren besteed wordt. De rest van de restauratie kan volgens hen nog 20 jaar wachten. | |
De restauratiekosten voor de Arnhemse Eusebiuskerk vallen spectaculair lager uit dan gedacht. De conditie van de kerktoren veel beter is dan gedacht. | |
In 2015 is langdurig uitstel van de restauratie van de Eusebiuskerk in Arnhem voorgesteld. Het kan ertoe leiden dat gespecialiseerde steenhouwers hun baan verliezen en vakkennis verloren gaat. DeStichting Eusebius smeekt de stadsbestuurders om haar op alle fronten te helpen om genoeg geld binnen te slepen om voortzetting van de restauratie te garanderen. Die restauratie ligt nu stil als gevolg van geldgebrek. Er is zo'n 24 miljoen euro nodig maar de Stichting Eusebius komt vooralsnog niet verder dan 2 miljoen aan geld van fondsen en bedrijven. Slotboom Steenhouwers uit Winterswijk heeft de taak om de kerk weer in vol ornaat te herrijzen. Het grote werk aan de toren ligt nu stil. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Koororgel
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Hervormde Grote of Eusebiuskerk | Arnhem | 1961 - 1982 |
Orgelhistorie
b: | Gebr. van Vulpen, Utrecht 1961; M II vp: Hw 6-Borstw 5-Ped 4 |
o: | ARNHEM Evangelisch Lutherse kerk als tijdelijk koororgel |
o: | 1982 |
Dispositie
1961 (Van Vulpen): | |
Hoofdwerk (I) | |
Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Woudfluit 2, Mixtuur IV-VI, Trompet 8 (horizontaal) | |
Borstwerk (II) | |
Gedekt 8, Roerfluit 4, Prestant 2, Sifflet 1, Regaal 8 | |
Pedaal | |
Subbas 16, Prestant 8 (tr.), Fagot 16, Schalmei 4 | |
Koppelingen: Hoofdwerk-Borstwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Borstwerk | |
1982 (Van Vulpen): | |
Hoofdwerk (I) | |
Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Woudfluit 2, Mixtuur IV-VI, Trompet 8 (horizontaal) | |
Borstwerk (II) | |
Gedekt 8, Roerfluit 4, Prestant 2, Sifflet 1, Regaal 8 | |
Pedaal | |
Subbas 16, Prestant 8 (tr.), Fagot 16, Schalmei 4 | |
Koppelingen: Hoofdwerk-Borstwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Borstwerk |
Bronvermelding van het koororgel
Boeken | |
Kriek/Zandt: Organum Novum 111 afb XXI* |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
de Orgelvriend 1(1979)19 20*, 9(1980)13* | |
het Orgelblad IV(1961)92 |
Hoofdorgel
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Hervormde Grote of Eusebiuskerk | Arnhem | 1962 - |
Orgelhistorie
b: | Jan Noster Niehoff II, Arnhem 1541 |
b: |
Galtus van Hagerbeer & Zn., 1642/44, beeldsnijder Caspar Holtzenberg (toetsen F-c3) - onderhoud Matthias Verhofstad te Gemert 1707 e.v. |
r: | Matthias Verhofstad, Gemert 1711/12, herstel |
r: | Matthias Verhofstad, Gemert 1728/28; herstel |
r: | Matthijs van Deventer, Nijmegen 1731; schoonmaak, nieuwe windlade Bovenwerk (C-3'), vervanging van registers |
b: | Gebr. Wagner, Schiedefeld (Saxen-Heinzberg) 1768/70; M III vp: Hw 14-Rugpos 12-Bov 11-Ped 11 |
r: | Thomas Weidtmann, Ratingen 18e eeuw |
r: | 1799; van 3 registers pijpwerk vernieuwd |
r: |
Michiel Maarschalkerweerd, Utrecht vóór 1911 - het orgel is verwoest in 1944 bij de slag om Arnhem |
b: | Johannes Stephanus Strümphler, Amsterdam 1793/96 voor AMSTERDAM Hersteld Evangelisch Lutherse kerk "De Kloof" aan de Kloveniersburgwal; M III vp: Hw 13-Rw 12-Bov 13-Ped 12 |
r: | 1799; het pijpwerk van drie registers werd vernieuwd |
r: | L. van den Brink 1823; herstelling |
r: | Johathan Bätz), Utrecht 1837/38; schoonmaak en verhoging van de toonhoogte met ± 1/4 toon. Stemming in gelijkzwevende temperatuur, vernieuwing van klavieren en koppelingen en registers verplaatst. De acht spaanbalgen verdwenen en er kwam een magazijnbalg voor in de plaats, nieuwe Vox Humana |
r: | P. Flaes, Amsterdam 1886, twee nieuwe windladen in het manuaal en een nieuw pedaal |
r: | A. Bik, Amsterdam 1922/23; nieuw pneumatisch zwelwerk met 8 registers bespeelbaar vanaf het derde manuaal, geplaatst buiten de eigenlijke kerkruimte en uitsprekend door openingen in de kerkmuur, waarin een raamwerk met jaloezieën was aangebracht; M IV vp: Hw 13-Rw 12-Bov 13-Pn Zw 8 (plus Ped 2)-Ped 13 |
r: |
Fa. C. Verweys, Amsterdam 1937; elektrikatie van het door Bik toegevoegde werk en eigen klavier voor het Zwelwerk onder het Rugwerkklavier - het orgel werd in 1951 door de Fa. Flentrop te Zaandam gedemonteerd en opgeslagen in de Paasbergkerk te Arnhem. Enkele jaren later viel de beslissing het orgel in de Arnhemse Eusebiuskerk te plaatsen. De toevoegingen uit 1922 gingen niet mee, orgelmaker A. Bik fabriceerde er een Hoofdwerk bij en leverde het orgel aan de Gereformeerde Maranathakerk te Amsterdam-Noord. |
o/r: |
Gebr. van Vulpen, Utrecht 1960/62; de klaviatuur werd gerestaureerd, ingrijpend herstel van de windladen, dispositie op enkele punten hersteld, alle dubbelkoren in Prestanten en Vulstemmen werden nieuw bijgemaakt; M III vp: Hw 13-Rugpos 12-Bov 13-Ped 12 het orgel is in 1960 in gebruik genomen met een bespeling door Joh. van Dommelen, cantor-organist van de Eusebius het keuringsrapport is gedateerd 26 juni 1962 en is ondertekend door adviseurs namens de Orgelcommmissie van de Ned. Hervormde kerk en de Rijksdienst voor de Monumenzorg: dr H.L. Oussoren, C.H. Edskes, Lambert Erné en Willem Hulsmann concert ter afsluiting van de restauratie op 15 septembet 1962 door Lambert Erné, Willem Hülsmann en Johan van Dommelen - het orgel is in 1975 buiten gebruik gesteld en ingekist - na het gereedkomen van de kerkrestauratie bleek het orgel onder invloed van vochtwerking en vervuiling totaal onbruikbaar was geworden. |
r: |
Fa. Gebr. van Vulpen, Utrecht 1985; al het pijpwerk werd afgenomen en schoongemaakt, de windladen werden van een nieuw sleepsysteem voorzien, alle draadwerk werd vernieuwd en de klaviatuuir hersteld. Een koppeling van Pedaal naar het Rugpositief werd toegevoegd adviseur Aart van Beek namens de Orgelcommissie van de Ned. Herv. kerk het orgel is op zaterdag 28 december 1985 weer in gebruik genomen met een bespeling door Willem Hendrik Zwart te Kampen |
Dispositie
1770 (Wagner): | |
Hoofdwerk | |
Praestant 16, Octaaf 8, Bourdon 8, Viola di Gamba 8, Gemshoorn 8, Quint 6, Octaaf 4, Koppelfluit 4, Superoctaaf 2, Mixtuur VI 2, Trompet 16, Cimbel III 1, Bazuin 16, Trompet 8 | |
Rugpositief | |
Quintadena 16, Praestant 8, Holfluit 8, Quintadena 8, Octaaf 4, Flûte d'amour 4, Woudfluit 2, Flageolet 1, Sesquialtra II, Mixtuur IV, Dulciaan 16, Vox Humana 8 | |
Bovenwerk | |
Praestant 8, Salicet 8, Gedekt 8, Fluit travers 8, Octaaf 4, Fluit douce 4, Tertiaan II, Carillon, Hobo 8, Kromhoorn 8, Vox Humana 8 | |
Pedaal | |
Majorbas 32, Praestant 16, Subbas 16, Violon 16, Fluit travers 16, Octaaf 8, Octaaf 4, Mixtuur IV-VI, Bazuin 16, Trompet 8, Klaroen 4 | |
8 blaasbalcken | |
in kamertoon | |
1793 ( Strümphler volgens bestek): | |
Hoofdmanuaal C-f3 | |
Prestant 16 (discant dubbel), Bourdon 16, Prestant 8 (discant dubbel), Holpijp 8, Viool de Gamba 8, Octaav 4, Speelfluyt 4, Quint 3, Octaav 2, Cornet IV discant, Mixtuur IV-V-VI 2 gehalveerd, Trompet 16 gehalveerd, Trompet 8 | |
Rugpositief C-f3 | |
Quintadena 16, Prestant 8 (discant dubbel), Fluit doux 8, Octaav 4, Gedekt Fluyt 4, Gedekt Quint 3, Speelfluyt 2, Flajolet 1, Mixtuur IV-V-VI 1 1/2 bas/discant, Sexquialter II-IV gehalveerd, Fagot 16, Hoboe 8, Tremulant | |
Boven Manuaal C-f3 | |
Prestant 8 (discant dubbel), Roerfluyt 8, Fluyt Travers 8, Octaav 4, Openfluyt 4, Nassat 3, Woudfluyt 2, Scherp IV 3 (discant dubbel), Dulciaan 8, Voxhumana 8 (discant dubbel), Echo 8 discant, Tremulant | |
Pedaal C-d1 | |
Prestant 16, Subbas 16, Roerquint 12, Octaav 8, Bourdon 8, Octaav 4, Nagthoorn 4, Nagthoorn 2, Bazuyn 16, Trompet 8, Trompet 4, Cornet 2 | |
Twee koppelingen | |
Acht blaasbalcken. Vier afsluitingen. Eén windlossing. Eén schel. Eén hoofdventiel over het gehele werk. | |
65 registerknoppen (de gehalveerde meegerekend) | |
Gelijkzwevend gestemd in kamertoon | |
± 1815 (volgens van Eem): | |
Hoofdwerk C-f3 | |
Prestant 16 discant dubbel, Bourdon 16, Prestant 8 discant dubbel, Holpijp 8, Viool de gam: 8, Octaav 4, Speelfluit 4, Quint 3, Octaav 2, Cornet IV discant, Mixtuur IV-V-VI bas/discant, Trompet 16 bas/discant, Trompet 8 | |
Rugpositief C-f3 | |
Quintadena 16, Praestant 8 discant dubbel, Fluit doux 8, Octaav 4, Fluit gedact 4, Quint gedact 3, Speelfluit 2, Flajolet 1, Mixtuur IV-V-VI bas/discant, Sexquialt II-IV bas/discant, Fagot 16, Hoboe 8 | |
Boven-Manuaal C-f3 | |
Praestant 8 discant dubbel, Rhoerfluit 8, Fluit Trav: 8, Octaav 4, Open fluit 4, Nazat 3, Woudfluit 2, Scherp III-IV bas/discant, Dulciaan 8, Voxhummana 8 bas/discant, Echo 8 discant | |
Pedaal C-d1 | |
Praestant 16, Subbas 16, Rhoerquint 12, Octaav 8, Bourdon 8, Octaav 4, Nagthoorn 4, Nagthoorn 2, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4,Cornet of Cincq 2 | |
8 Blaasbalcken, 4 afsluitingen, 4 Tremulant | |
1923 (Strümphler/Bik): | |
Hoofdwerk C-f3 | |
Prestant 16, Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Fluit 2, Cornet IV, Mixtuur IV-V-VI, Trompet 16, Trompet 8, Tremulant | |
Rugpositief C-f3 | |
Quintadeen 16, Prestant 8, Flûte dolce 8, Octaaf 4, Ged. fluit 4, Ged. Quint 3, Speelfluit 2, Flageolet 1, Mixtuur IV-V-VI, Sexquialtra II-IV, Trompet 8, Hobo 8, Tremulant | |
Bovenwerk (III) C-f3 | |
Prestant 8, Roerfluit 8, Quintadeen 8, Viola 8, Octaaf 4, Openfluit 4, Nazart 2 2/3, Woudfluit 2, Scherp III-IV, Cornet à piston 8, Fagot 16, Dulciaan 8, Vox Humana 8, Tremulant | |
Zwelwerk (IV vanaf manuaal III) C-f3 | |
Salicionaal 8, Holpijp 8, Dolce 8,Viola di Gamba 8, Voix Célèste 8 vanaf cº, Flûte Harmonique 4, Woudfluit 2, Hobo 8, Tremulant | |
Pedaalgedeelte in het Zwelwerk C-d1 | |
Subbas 16, Violoncel 8 | |
Pedaal C-d1 | |
Prestant 16, Subbas 16, Subbas 16 in zwelkast, Violoncel 8 in zwelkast, Octaaf 8, Bourdon 8, Roerquint 5 1/3, Octaaf 4, Mixtuur III, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4, Cincq 2 | |
pneumatisch zwelwerk in een zwelkast | |
± 1960 (volgens Bouman): | |
Hoofdwerk (II) | |
Praestant 16, Bourdon 16, Praestant 8 discant dubbel, Holpijp 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Quint 2 2/3, Superoctaaf 2 discant dubbel, Openfluit 2, Cornet IV 4, Mixtuur IV-V-VI 2, Trompet 16, Trompet 8 | |
Rugwerk (I) | |
Quintadena 16, Praestant 8 discant dubbel, Holpijp 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Gedekte quint 2 2/3, Spitsfluit 2, Flageolet 1, Sesquialtera II-IV 2 2/3, Mixtuur IV-V-VI 1 1/3, Fagot 16, Trompet 8 | |
Bovenwerk (III) | |
Praestant 8 discant dubbel, Roerfluit 8, Quintadeno 8, Viola 8, Octaaf 4, Openfluit 4, Nasard 2 2/3, Woudfluit 2, Scherp III 1, Cornet à piston 8, Dulciaan 8, Musette 8, Vox humana 8 | |
Pedaal | |
Praestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Bourdon 8, Roerfluit 5 1/3, Octaaf 4, Mixtuur III-IV 2 2/3, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4, Schalmei 2 | |
Elk werk kreeg een regulateur in de nabijheid van de lade | |
1977 (Strümphler/Van Vulpen): | |
Hoofdmanuaal | |
Prestant 16, Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Speelfluit 4, Quint 3, Super Octaaf 2, Fluit 2, Cornet V, Mixtuur IV-V-VI, Trompet 16, Trompet 8, Tremulant | |
Rugpositief | |
Quintadena 16, Prestant 8, Flûte Douce 8, Octaaf 4, Ged. Fluit 4, Ged. Quint 3, Speelfluit 2, Flageolet 1, Mixtuur IV-V-VI, Sesquialter II-IV, Hobo 8, Trompet 8, Tremulant | |
Bovenmanuaal | |
Prestant 8, Roerfluit 8, Quintadeen 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Openfluit 4, Nasard 3, Woudfluit 2, Scherp III-IV, Fagot 16, Dulciaan 8, Cornet à Piston 8, Vox Humana 8, Tremulant | |
Pedaal | |
Prestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Bourdon 8, Roerquint 5 1/3, Octaaf 4, Mixtuur III, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4, Cinq 2 | |
Koppelingen: Hoofdwerk-Rugwerk, Hoofdwerk-Bovenwerk, Pedaal-Hoofdwerk | |
Vier afsluitingen | |
1985 (Strümphler/Van Vulpen): | |
Hoofdwerk (II) C-f3 | |
Prestant 16, Bourdon 16, Prestant 8 (dubbel vanaf g1), Holpijp 8, Octaav 4, Speelfluyt 4, Quint 3 (dubbel vanaf g1), Octaav 2 (dubbel vanaf c1), Woudfluyt 2, Cornet IV discant c1 = 4-2 2/3--2-1 3/5, Mixtuur IV 2 bas. Mixtuur V-VI 2 discant, Trompet 16 bas/discant, Trompet 8, Tremulant | |
Rugwerk (I) C-f3 | |
Quintadena 16, Prestant 8 (dubbel vanaf c1), Fluyt douce 8, Octaav 4, Gedekt fluyt 4, Gedekt quint 3, Speelfluyt 2, Flageolet 1 (dubbelkorig), Sesquialter II bas, Sesquialter IV discant, Mixtuur IV 1 1/3 bas, Mixtuur V-VI 1 1/3 discant, Fagot 16, Hoboe 8, Tremulant | |
Bovenwerk (III) C-f3 | |
Prestant 8 (dubbel vanaf c1), Roerfluyt 8, Quintadena 8, Viool de Gambe 8, Octaav 4, Openfluyt 4, Nassat 3, Octaav 2, Woudfluyt 2, Scherp III 1 bas. Scherp IV 2 discant, Fagot 16, Dulciaan 8, Cornet à Piston 8, Dulciaan 8, Vox Humana 8 bas/discant, Tremulant | |
Pedaal C-d1 | |
Prestant 16, Subbas 16, Roerquint 12, Octaav 8, Bourdon 8, Octaav 4, Nagthoorn 2, Mixtuur IV, Bazuyn 16, Trompet 8, Trompet 4, Cornet 2 | |
Koppelingen: Hoofdwerk-Rugwerk, Hoofdwerk-Bovenwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Rugwerk | |
Vier afsluitingen. Zes windladen |
Bronvermelding van het hoofdorgel
Boeken | |
Bouman, mr A.: Nederland Orgelland 88 afb V-14* 92* 97-98, uitgave Spruyt, van Mantgem & de Does, Leiden 1964 | |
Bouman, mr A.: orgels in Nederland (1943)60 foto 35*; uitgave Allert de Lange, Amsterdam 1943 | |
Brouwer: Sleutelstad-orgelstad 32 36 | |
Gierveld, dr Arend Jan: het ned. huisorgel in de 17e en 18e eeuw 298; Vereniging voor Ned. Muziekgeschiedenis 1977 | |
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)209 | |
Harst, Hans van der: de restauratie van het grote orgel van de Sint Jan 's Hertogenbosch 10 | |
Hess: orgel st janskerk gouda 4 | |
Jongepier, Jan: langs nederlandse orgels III 37, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Kler, de: brochure Engelse kerken Den Haag 12 | |
Knock, Nicolaes Arnoldi: dispositien der merkwaardigste kerk-orgelen (1788)61 | |
Kruijs, M.H. van 't: disposities der verschillende orgels (1885)20 | |
Kuilenburg, Wout van: het werk van de orgelmakersfamilie Van Eijsdonck/Van Nistelrooy/Kuijte: (1983)3 49; Het Noordbrabants Genootschap | |
Luteijn, A.C.M.: de orgelpijp uit (1976)45* 82*; Bosch & Keuning, Baarn | |
Os, drs J.F. van: langs nederlandse orgels II 10 11 21 27-29 48 95* 96*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 25, uitgave Bosch & Keuning te Baarn |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
250 jaar orgelmaker \Vermeulen 37 | |
75 jaar Flentrop orgelbouw 53 | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 15(1986)21, 21(1989)15, 26(1991)16, 32(1994)33, 66(2011)24 | |
de Mixtuur 11(1973)215, 14(1974)269, 32/33(1980)68, 36/37(1981)266 267, 40(1982)390, 52(1986)62, 53(1986)116-117, 54(1986)200, 56(1987)247, 78(1994)907 | |
de Orgelvriend 4(1983)14 | |
de orgelmakers Witte (1978)19; Stichting Orgel Grote Kerk Gorcum | |
het Orgel 4(1956)141-142, 11(1956)157, 12(1956)170-171, 1(1957)9-10, 2(1957)23-24, 3(1957)41-44*, 4(1957)55-57, 5(1957)73-75, 6(1957)88-91, 7/8(1957)105, 11(1959)245, 2(1961)35* 39, 4(1962)83* 87, 9(1968)233, 9(1968)242* 244, 2(1974)53, 1(1985)23, 2(1986)52, 4(1986)131-132, 5(1986)159-172 (15 foto's)*, 12(1986)461 | |
het Orgelblad I(1958)95* | |
kerkepadgids (1980)80 (1983)99-100* 107 108* 109 |
Hoofdorgel
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Hersteld Evangelisch Lutherde kerk - De Kloof - Kloveniersburgwalkerk | Amsterdam | 1796 - 1962 |
Hervormde Grote of Eusebiuskerk | Arnhem | 1962 - |
Orgelhistorie
b: |
Johannes Stephanus Strümphler, Amsterdam 1793/96, het front werd ontworpen door de Amsterdamse bouwmeester Ziesenis Orgel gebouwd door een vorstelijk legaat van een ex-zeekapitein; M III vp: Hw 13-Rugpos 12-Bov 13-Ped 12 bestek uit 14 februari 1793 van de commissie: A.J. Munnikhuyzen, organist Oude Lutherse kerk te Amsterdam, G.N. Starck, gewezen organist in Kaap de Goede Hoop en J.H. Tammen, componist en organist Akademiekerk te Groningen het orgel werd op 28 februari 1793 aanbesteed. Het contract is getekend op 14 maart 1793 Op 2 november 1795 werd het keuringsrapport ingediend geschreven door de organisten die ook de voorbereidingen tot de bouw leidden. Alles was in goede orde en aan het bestek was voldaan. Boven bestek waren de Quint 3 en de Superoctaaf van het Hoofd Manuaal in de discant dubbel gemaakt en op het Bovenwerk twee open slepen extra aangebracht het orgel is op1 juni 1796 in gebruik genomen - onderhoud Strümphler |
r: |
1799; het pijpwerk van drie registers werd vernieuwd - na de dood van Strümphler kwam het orgel in onderhoud bij J.J. Vool - onderhoud L. van den Brink vanaf 1819 |
r: | L. van den Brink 1823; herstelling |
r: | J. Bätz & Co (Johathan Bätz), Utrecht 1837/38; orgel ingrijpend hersteld: schoonmaak en verhoging van de toonhoogte met ± 1/4 toon. Stemming in gelijkzwevende temperatuur, vernieuwing van klavieren en koppelingen en registers verplaatst. De acht spaanbalgen verdwenen en er kwam een magazijnbalg voor in de plaats, nieuwe Vox Humana |
r: |
H. Knipscheer, Amsterdam ± 1855; herstel en kleine wijzigingen - onderhoud H. Knipscheer te Amsterdam vanaf 1852 |
r: | Pieter Flaes, Amsterdam 1886, twee nieuwe windladen in het manuaal en een nieuw pedaal |
r: |
A. Bik, Amsterdam 1922/23; nieuw pneumatisch Echowerk in zwelkast met 8 registers bespeelbaar vanaf het derde manuaal, geplaatst buiten de eigenlijke kerkruimte en uitsprekend door openingen in de kerkmuur, waarin een raamwerk met jaloezieën was aangebracht (destijds aan Jan Zwart cadeau gedaan ter gelegenheid van diens 25-jarig organistenjubileum); M IV vp: Hw 13-Rw 12-Bov 13-Pn Zw 8 (plus Ped 2)-Ped 13 contract getekend op 6 april 1922 adviseur J.W. Enschede - onderhoud A. Bik te Amsterdam tot 1938 |
r: |
Fa. C. Verweys, Amsterdam 1937; elektrikatie van het door Bik toegevoegde werk en eigen klavier voor het Zwelwerk onder het Rugwerkklavier - onderhoud Recourt (lid Fa. Steenkuyl) |
r: |
Fa. C. Verweijs, Amsterdam 1940; de pneumatisch werd electro-pneumatisch - onderhoud C. Verweijs te Amsterdam - het orgel werd in 1951 door de Fa. Flentrop te Zaandam gedemonteerd en opgeslagen in de Paasbergkerk te Arnhem. Enkele jaren later viel de beslissing het orgel in de Arnhemse Eusebiuskerk te plaatsen - het Zwelwerk bleef in Amsterdam achter en werd in 1985 door P.C. Bik te Leiden in het orgel van de Vredevorstkerk te Beverwijk geplaatst |
o/r: | ARNHEM Ned Hervormde Grote of Eusebiuskerk Gebr. van Vulpen, Utrecht 1960/62 |
Dispositie
1793 (volgens bestek Strümphler): | |
Hoofdmanuaal C-f3 | |
Prestant 16 (discant dubbel), Bourdon 16, Prestant 8 (discant dubbel), Holpijp 8, Viool de Gamba 8, Octaav 4, Speelfluyt 4, Quint 3, Octaav 2, Cornet IV discant, Mixtuur IV-V-VI 2 gehalveerd, Trompet 16 gehalveerd, Trompet 8 | |
Rugpositief C-f3 | |
Quintadena 16, Prestant 8 (discant dubbel), Fluit doux 8, Octaav 4, Gedekt Fluyt 4, Gedekt Quint 3, Speelfluyt 2, Flajolet 1, Mixtuur IV-V-VI 1 1/2 bas/discant, Sexquialter II-IV gehalveerd, Fagot 16, Hoboe 8, Tremulant | |
Boven Manuaal C-f3 | |
Prestant 8 (discant dubbel), Roerfluyt 8, Fluyt Travers 8, Octaav 4, Openfluyt 4, Nassat 3, Woudfluyt 2, Scherp IV 3 (discant dubbel), Dulciaan 8, Voxhumana 8 (discant dubbel), Echo 8 discant, Tremulant | |
Pedaal C-d1 | |
Prestant 16, Subbas 16, Roerquint 12, Octaav 8, Bourdon 8, Octaav 4, Nagthoorn 4, Nagthoorn 2, Bazuyn 16, Trompet 8, Trompet 4, Cornet 2 | |
Twee koppelingen | |
Acht blaasbalcken. Vier afsluitingen. Eén windlossing. Eén schel. Eén hoofdventiel over het gehele werk. | |
65 registerknoppen (de gehalveerde meegerekend) | |
Gelijkzwevend gestemd in kamertoon | |
1815 (volgens van Eem): | |
Hoofdwerk C-f3 | |
Prestant 16 discant dubbel, Bourdon 16, Prestant 8 discant dubbel, Holpijp 8, Viool de gam: 8, Octaav 4, Speelfluit 4, Quint 3, Octaav 2, Cornet IV discant, Mixtuur IV-V-VI bas/discant, Trompet 16 bas/discant, Trompet 8 | |
Rugpositief C-f3 | |
Quintadena 16, Praestant 8 discant dubbel, Fluit doux 8, Octaav 4, Fluit gedact 4, Quint gedact 3, Speelfluit 2, Flajolet 1, Mixtuur IV-V-VI bas/discant, Sexquialt II-IV bas/discant, Fagot 16, Hoboe 8 | |
Boven-Manuaal C-f3 | |
Praestant 8 discant dubbel, Rhoerfluit 8, Fluit Trav: 8, Octaav 4, Open fluit 4, Nazat 3, Woudfluit 2, Scherp III-IV bas/discant, Dulciaan 8, Voxhummana 8 bas/discant, Echo 8 discant | |
Pedaal C-d1 | |
Praestant 16, Subbas 16, Rhoerquint 12, Octaav 8, Bourdon 8, Octaav 4, Nagthoorn 4, Nagthoorn 2, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4,Cornet of Cincq 2 | |
8 Blaasbalcken, 4 afsluitingen, 4 Tremulant | |
1923 (Bik):: | |
Hoofdwerk C-f3 | |
Prestant 16, Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Fluit 2, Cornet IV, Mixtuur IV-V-VI, Trompet 16, Trompet 8, Tremulant | |
Rugpositief C-f3 | |
Quintadeen 16, Prestant 8, Flûte dolce 8, Octaaf 4, Ged. fluit 4, Ged. Quint 3, Speelfluit 2, Flageolet 1, Mixtuur IV-V-VI, Sexquialtra II-IV, Trompet 8, Hobo 8, Tremulant | |
Bovenwerk (III) C-f3 | |
Prestant 8, Roerfluit 8, Quintadeen 8, Viola 8, Octaaf 4, Openfluit 4, Nazart 2 2/3, Woudfluit 2, Scherp III-IV, Cornet à piston 8, Fagot 16, Dulciaan 8, Vox Humana 8, Tremulant | |
Zwelwerk (IV vanaf manuaal III) C-f3 | |
Salicionaal 8, Holpijp 8, Dolce 8,Viola di Gamba 8, Voix Célèste 8 vanaf cº, Flûte Harmonique 4, Woudfluit 2, Hobo 8, Tremulant | |
Pedaalgedeelte in het Zwelwerk C-d1 | |
Subbas 16, Violoncel 8 | |
Pedaal C-d1 | |
Prestant 16, Subbas 16, Subbas 16 in zwelkast, Violoncel 8 in zwelkast, Octaaf 8, Bourdon 8, Roerquint 5 1/3, Octaaf 4, Mixtuur III, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4, Cincq 2 | |
pneumatisch zwelwerk in een zwelkast | |
1943 (volgens dr A. Bouman): | |
Hoofdwerk (III) | |
Praestant 16 discant dubbel, Bourdon 16, Praestant 8 discant dubbel, Holpijp 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Quint 2 2/3, Superoctaaf 2, Fluit 2, Cornet IV 4, Mixtuur IV-V-VI 2, Trompet 16, Trompet 8 | |
Rugwerk (II) | |
Quintadena 16, Praestant 8 discant dubbel, Flûte dolce 8, Octaaf 4, Gedekte fluit 4, Gedekte quint 2 2/3, Speelfluit 2, Flageolet 1, Sexquialtera II-IV 2 2/3, Mixtuur IV-V-VI 1 1/3, Trompet 8, Hobo 8 | |
Zwelwerk (I) | |
Salicionaal I, Holpijp 8, Dolce 8, Viola di gamba 8, Voix céleste 8, Flûte harm. 4. Woudfluit 2, Hobo 8 | |
Bovenwerk (manuaal IV) | |
Praestant 8 discant dubbel, Roerfluit 8, Quintadena 8, Viola 8, Octaaf 4, Open fluit 4, Nasard 2 2/3, Woudfluit 2, Scherp III-IV 1, Fagot 16, Cornet a piston 8 discant, Dulciaan 8, Vox humana 8 | |
Pedaal C- | |
Praestant 16, Subbas 16, Roerquint 10 2/3, Octaaf 8, Bourdon 8, Octaaf 4, Mixtuur III 2 2/3, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4, Cinck 2 | |
Pedaal in zwelkast | |
Subbas 16, Violoncel 8 | |
1960 (Flentrop):: | |
Hoofdwerk | |
Praestant 16, Bourdon 16, Praestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Speelfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Woudfluit 2, Cornet IV discant, Mixtuur IV-VI, Trompet 16, Trompet 8 | |
Rugpositief | |
Quintadena 16, Praestant 8, Fluit douce 8, Octaaf 4, Ged. Fluit 4, Ged. Quint 3, Speelfluit 2, Flageolet 1, Sesquialtera II-IV, Mixtuur IV-VI 1 1/3, Fagot 16, Hobo 8, Tremulant | |
Bovenwerk | |
Praestant 8, Roerfluit 8, Quintadena 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Openfluit 4, Nasard 3, Octaaf 2, Woudfluit 2, Scherp III-IV, Cornet à Piston 8, Dulciaan 8, Musette 8, Vox Humana 8, Tremulant | |
Pedaal | |
Praestant 16, Subbas 16, Roerquint 12, Octaaf 8, Bourdon 8, Octaaf 4, Nachthoorn 2, Mixtuur III-IV, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4, Cornet 2 | |
Koppelingen: Hoofdwerk-Rugwerk, Hoofdwerk-Bovenwerk, Pedaal-Hoofdwerk | |
1977: | |
Hoofdmanuaal | |
Prestant 16, Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Speelfluit 4, Quint 3, Super Octaaf 2, Fluit 2, Cornet V, Mixtuur IV-V-VI, Trompet 16, Trompet 8, Tremulant | |
Rugpositief | |
Quintadena 16, Prestant 8, Flûte Douce 8, Octaaf 4, Ged. Fluit 4, Ged. Quint 3, Speelfluit 2, Flageolet 1, Mixtuur IV-V-VI, Sesquialter II-IV, Hobo 8, Trompet 8, Tremulant | |
Bovenmanuaal | |
Prestant 8, Roerfluit 8, Quintadeen 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Openfluit 4, Nasard 3, Woudfluit 2, Scherp III-IV, Fagot 16, Dulciaan 8, Cornet à Piston 8, Vox Humana 8, Tremulant | |
Pedaal | |
Prestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Bourdon 8, Roerquint 5 1/3, Octaaf 4, Mixtuur III, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4, Cinq 2 | |
Koppelingen: Hoofdwerk-Rugwerk, Hoofdwerk-Bovenwerk, Pedaal-Hoofdwerk | |
Vier afsluitingen |
Geen
foto
beschikbaar
Bronvermelding van het hoofdorgel
Boeken | |
Bouman, mr A.: Nederland Orgelland 92 afb V-24* 97-98, uitgave Spruyt, van Mantgem & de Does, Leiden 1964 | |
Bouman, mr A.: orgels in Nederland (1943)84; uitgave Allert de Lange, Amsterdam 1943 | |
Eem, Egbertus van: aantekeningen van een aantal Ned. kerk- en huisorgels (± 1815)20; uitgave Boeijenga te Sneek 1970 | |
Gierveld, dr Arend Jan: het ned. huisorgel in de 17e en 18e eeuw 287; Vereniging voor Ned. Muziekgeschiedenis 1977 | |
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)78 172 | |
Hess 3-4 | |
Jongepier, Jan: langs nederlandse orgels III 37, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Os, drs J.F. van: langs nederlandse orgels II 28, uitgave Bosch & Keuning te Baarn |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
75 jaar Flentrop orgelbouw 53 | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 38(1997)32, 66(2011)31 | |
de Mixtuur 20(1977)425, 32/33(1980)68 69, 39(1982)349, 53(1986)136-138, 54(1986)200 | |
de Orgelvriend 3(1984)12, 6(1987)7* | |
de orgelmakers Witte (1978)19; Stichting Orgel Grote Kerk Gorcum | |
het Orgel 10(1956)141-142, 11(1956)157, 12(1956)170-171, 1(1957)9-10, 2(1957)23-24, 3(1957)41-44, 4(1957)55-57, 5(1957)73-75, 6(1957)88-91, 7/8(1958)111, 4(1962)83* 87, 3(1965)91-98, 2(1977)30-31, 5(1986)159-172 (15 foto's)*, 6(1990)congres 20-23 juni 116-117* 127 141 | |
het Orgelblad I(1958)68-70*, IV(1961)153-157 |
Laatste update: 2018-10-21 18:33:01