Waalse Hervormde kerk - Franse kerk - St Wendelinuskapel
Overgenomen
(Kerk)gebouw
In 1535 vestigen Begijnen zich in het hofje aan de Catharinastraat. Ze krijgen de beschikking over de St Wendelinuskapel uit 1440. Na de beschikking over de kapel hebben de begijnen bijzonder hun best gedaan om van de kapel een eigen Catharinakerk te maken. | |
In 1590-1625 moesten de Begijnen in het Begijnhof hun Wendelinuskapel afstaan aan de Waalse gemeente (de enige gotische kapel die Breda nog rijk is). In de periode tussen 1590 en 1625 maakten de Begijnen gebruik van een noodkerk. Na de verovering door Spinola in 1625 werd de Wendelinuskapel weer voor de katholieke eredienst in gebruik genomen. | |
Maar sinds de Vrede van Munster in 1648 moesten de Begijnen het kerkgebouw definitief afstaan aan de Waalse Gemeente. In 1649 kreeg de kerk een eigen ingang aan de Catharinastraat en werd de oorspronkelijke toegang dichtgemetseld. | |
Vreemd genoeg werden de Begijnen en hun pastoors ook na 1649 in de kelder van de Waalse Kerk begraven. | |
Kerkrestauratie van 1975 tot 1983. Bij de restauratie is vastgesteld dat er tussen de zeven- en achthonderd begravingen hebben plaats gevonden. Sinds het wettelijke verbod op begraven in kerken in 1830 kwam een einde aan dit gebruik en hebben de begijnen en hun pastoors een eigen begraafplaats op Zuylen. | |
De kerk is op 2 september 1983 weer in gebruik genomen. | |
PKN-kerk. | |
Nieuwe kerkrestauratie in 1987. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Biesbergen, van: het König-orgel in de Stevenskerk te Nijmegen juli(1990)62 | |
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)161 | |
Harst, Hans van der: brochure basiliek te Oudenbosch 3 | |
Harst, Hans van der: de restauratie van het orgel in de Basiliek te Oudenbosch | |
Jespers, Frans: Sieur Jacobus Zeemans - d'Hüskes nummer 23 13(1992)6 11 | |
Jespers, Frans: brabants orgelbezit (1975)21, prov. genootschap van kunsten en wetenschappen in Noord-Brabant | |
Jespers, Frans: repertorium van orgels en orgelmakers in Noord-Brabant tot omstreeks (1900)38 231-232 aanv I 173 aanv III 119, het Noordbrabants Genootschap 1983 |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 11(1984)14 12(1984)16 | |
de Mixtuur 10(1973)176 34(1981)139 49(1985)756-757 52(1986)52 71(1992)595 84(1996)46-150*** | |
de Orgelvriend 7/8(1978)26* | |
erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven | |
het Orgel 4(1995)139-140 | |
orgelmaker van Hirtum 7 |
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Waalse Hervormde kerk - Franse kerk - St Wendelinuskapel | Breda | - |
Orgelhistorie
b: | 1657 positief geschonken door burgemeester Noirot van Breda voor de St Wendelinkapel |
b: | Henric van der Locht, Breda 1672/73 voor BREDA RK klooster St Catharinadal |
r: | Johan Rijmsmits, Breda juni 1657 |
o: |
augustus 1590 - op op 6 juni 1762 werd dit in staat van verval geraakte orgel afgedankt en verkocht |
o: | ROOSENDAAL Ned Hervormde kerk eind 1763; M I: bas 7-discant 7 |
b: |
Caspar König, Keulen 1761/63, snijwerk van Albert Groen Het Consistoire sloot op 17 november 1761 een contract met König - Caspar König en Albert Groen zijn beide op 24 januari 1763 overleden. Het orgel werd voltooid door Christian Ludwig König, Keulen 1763, het nog niet uitgevoerde snijwerk werd afgemaakt door François Reinier; M I: Man 14 de oplevering vond plaats in november 1763. Keuring door Paul Stockelmans, organist Grote Kerk Breda, organist Rechteren van de Luth. Kerk en eigen organist Henry Stockelmans |
r: | Ludwig König 1773; dispositie gewijzigd |
r: | Jan Schot, Breda 1780; schoonmaakbeurt |
r: | Antoni Chistiaanen, Breda 1798; schoonmaakbeurt en reparatie |
r: | Antoni Chistiaanen, Breda 1806 blaasbalgen gelijmd |
r: |
Cornelis van Oeckelen, Breda 1816; opschuiving en aanvulling van de Quint 3 tot een Quintadeen 8 - Fa. van Oeckelen te Breda; onderhoud tot 1860 |
r: | Christiaan Schristiaan te Utrecht 1861; herstelwerkzaamheden |
r: | J.J. van den Bijlaardt, Utrecht 1885; Tweede klavier toegevoegd in de onderkast, klaviatuur compleet vernieuwd. Het pijpenbestand op het Hoofdwerk bleef goeddeels gespaard; M II ap: Hw 10-Bov 7 |
r: | J.J. van den Bijlaardt, Utrecht ± 1887, oude balgen vervangen door een dubbele rechtopgaande magazijnbalg |
r: |
J.J. van den Bijlaardt, Dordrecht 1900; orgel gewijzigd: alle vulstemmen gingen verloren, op de plaats van de Sexquialter kwam de discant van een nieuwe Prestant 8, de Quint 1 1/2 werd Salicionaal 4, de Mixtuur werd een Gamba 8 - onderhoud Fa. Spiering te Dordrecht van 1934 tot 1949 |
r: |
1950-er jaren; ventilator voor de windvoorziening geplaatst In 1982 rapport van adviseur dr M.A. Vente te Utrecht; disp. M II ap: Hw 9-Onderwerk 7 1987 restauratierapport van Aart van Beek |
r: |
Verschueren Orgelbouw, Heythuysen 1991/92; gekozen werd voor de situatie 1773. Na ampele overweging werd om praktische redenen besloten het tweede klavier in “aangepaste” vorm te handhaven. In de klank is de Rijnlandse veelzijdigheid en kleurigheid volledig aanwezig; M II ap: Hw 13-Onderwerk 7 adviseurs Aart van Beek te Zwolle, gecommitteerde van de Orgelcommissie der Ned. Herv. Kerk en Onno Wiersma, rijksadviseur het orgel werd op vrijdag 25 september 1992 weer in gebruik genomen met een bespeling door Aart van Beek te Zwolle |
Dispositie
1671: | |
Manuaal C-d3 | |
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Fluit 4, Tertiaan 3 1/5, Quint 3, Superoctaaf 2, Cornet IV, Sexquialter II, Mixtuur IV, Trompet 8 bas/discant, Vox Humana 8 bas/discant, Tremulant | |
Pedaal 1 1/2 octaaf | |
aangehangen | |
Ventiel. Drie blaasbalgen | |
1773 (König): | |
Manuaal C-d3 | |
Bourdon 16 bas/discant, Prestant 8, Holpijp 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Quintfluit 1 1/2, Sexquialter III discant, Mixtuur IV, Trompet 8 bas/discant, Vox Humana 8 bas/discant, Tremulant | |
Pedaal 1 1/2 octaaf | |
aangehangen | |
Ventiel. Drie blaasbalgen | |
1774 (volgens Hess): | |
Manuaal C-d3 | |
Bourdon 16, Praestant 8, Holpyp 8, Viola di gamba 8, Octaav 4, Fluitdouce 4, Quint 3, Super oct. 2, Quint fluit 1 1/2, Mixtuur IV, Sexquiltr. III, Trompet 8, Voxhum. 8, Tremulant | |
Drie blaasbalgen, Ventiel | |
1774 (volgens Broekhuijsen): | |
Manuaal | |
Bourdon 16 bas/discant, Prestant 8 bas/discant, Holpijp 8, Gamba 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Fluit 4 bas, Salicionaal 4, Fluit 4, Octaaf 2, Trompet 8, Tremulant | |
Bovenmanuaal | |
Salicionaal 8, Viola di gamba 8, Vox céleste 8, Roerfluit 8, Octaaffluit 4, Prestant 4, Piccolo 2 | |
Pedaal C-d1 | |
aangehangen | |
vóór 1982: | |
Hoofdwerk ((I) C-d3 loze toetsen voor dis3, e3 en f'3 | |
Bourdon 16 bas/discant, Prestant 8 bas, Vioolprestant 8 discant, Holpijp 8, Quintadeen 8, Gamba 8, open plaats, Octaaf 4, Fluit 4, Salicionaal 4, Octaaf 2, Trompet 8 bas/discant, open plaats | |
Onderwerk (II) C-f3 | |
Salicionaal 8, Roerfluit 8, Viola di Gamba 8, Vox Cœlestis 8 vanaf c1, Prestant 4, Octaaf-fluit 4, Pic(c)olo 2 | |
Pedaal C-d1 | |
aangehangen | |
Manuaalkoppel. Ventiel | |
Toonhoogte a1 = 440 Hz. | |
Al het open pijpwerk was voorzien van expressions | |
1992 (König/Verschueren): | |
Hoofdwerk (I) C-f3 loze toetsen dis3, e3 en f3 | |
Bourdon 16 bas/discant, Praestant 8, Holpijp 8, Viola di Gamba 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Quintfluit 1 ½, Mixtuur IV 1, Sesquialter III discant (c1: 8-2 2/3-1 3/5), Trompet 8 bas/discant, Vox Humana 8 | |
Positief/Onderwerk (II) C-f3 | |
Salicionaal 8 vanaf cº, Roerfluit 8, Flûte travers 8, Praestant 4, Octaaffluit 4, Quintfluit 3 discant, Picolo 2 | |
Pedaal C-d1 | |
aangehangen | |
Koppel (= manuaal-trekkoppel). Ventil | |
Geen tremulant | |
Stemming: 1/4 komma middentoon. Toonhoogte a1 = 406 Hz. | |
Windvoorziening: magazijnbalg uit 1885 |
Geen
foto
beschikbaar
Bronvermelding van bovenstaand orgel
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Laatste update: 2017-04-21 16:38:49