Sint Nicolaaskapel gebouwd in de 13e eeuw. |
In 1307 stichtte de orde der Minderbroeders (Franciscanen) in Roermond een klooster. |
Bij het klooster werd in de 15e eeuw een driebeukige gotische hallenkerk gebouwd in baksteen met een de westzijde een uitspringend stuk ouder muurwerk. Gebruik van oersteen en mergel in het onderste gedeelte van het ingangsportaal, hier vindt men de resten van de vroeg-romaanse toren van de voormalige Sint Nicolaaskapel terug, die later is opgenomen in het architecturale geheel van de Minderbroederskerk. Na verwoestingen, plunderingen en branden in de loop der eeuwen kreeg de kerk tenslotte haar huidige vorm. |
Het interieur wordt gedekt door kruisribgewelven. De scheibogen rusten op ongepleisterde natuurstenen pijlers. |
Koor en schip zijn in 1576 klaar gekomen. |
In de noordzijde een zijaltaar gewijd aan de H Nicolaas. Het hoofdaltaar is aan Maria Magdalena toegewijd. |
De toren stond los van de kerk achter het koor langs de huidige Minderbroedersstraat en werd Minderbroederstoren of Heiligdomstoren genoemd. |
In ± 1600 was de toren bouwvallig, in 1696 volgde afbraak. |
Grafzerken uit de 15e en 17e eeuw. Twee wapenstenen uit 1664. |
De kerk werd op 23 juli 1572 door troepen van prins Willem van Oranje geplunderd en gedeeltelijk verwoest. De kloosterlingen werden verdreven. In oktober 1572 kwamen de Spanjaarden terug en kwamen de kloosterlingen terug. |
In 1576 was de kerk weer hersteld. |
De kerk bleefs tot 1796 in handen van de Minderbroeder, toen de Fransen haar sloten en de kerk werd ingericht als paardenstal, stro- en hooimagazijn. |
Bij een bombardement in 1710 brandde de kerk grotendeels af, met een schenking van de magistraat werd de wederopbouw mogelijk. |
Tot 1796 bleef het klooster met de kerk in handen van de Minderbroeders. Zij werden door de Fransen verjaard en keerden nimmer weer. |
Het klooster werd in 1797 gesupprimeerd en de kerk gebruikt voor stalling voor paarden en kanonnen. De kloostergebouwen raakten in verval en werden in de loop der jaren afgebroken. |
Het gehele meubilair werd publiekelijk verkocht, altaren, preekstoel, orgel, etc. op een openbare verkoping van 29 juli 1798. |
De Hervormde Gemeente, als garnizoensgemeente ontstaan: Hervormd, Remonstrant, Luthers, etc. kreeg vanaf 31 maart 1820 het koor van de kerk in gebruik. Het overige deel bleef dienst doen als hooi- en stromagazijn voor het garnizoen. In 1864 kocht de Hervormde Gemeente de hele kerk die in een deplorabele toestand verkeerde (zie daar). |