Oude Lutherse kerk - Spuikerk Hoofdorgel
In gebruik
(Kerk)gebouw
Kerk gebouwd in 1633 aan het Spui. | |
De tweede grote Lutherse stadskerk - de Nieuwe kerk - werd in 1671 aan de Singel 411 gebouwd (zie daar). | |
Kerkrestauratie 1985/86. | |
Op vrijdag 12 september 1986 is de kerk weer overgedragen aan de Evangisch Lutherse kerk. | |
De kerk wordt door de week als aula van de Amsterdamse Universiteit gebruikt. | |
PKN-kerk. | |
Het meubilair van de Evangelisch Lutherse kerk te NIEUWENDAM is naar hier overgebracht. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Hoofdorgel
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Oude Lutherse kerk - Spuikerk Hoofdorgel | Amsterdam | - |
Orgelhistorie
b: |
Jan Norel, Kalkar 1657/58; M I: Man 8 Opdracht ontvangen in 1657. Het orgel werd in 1658 afgeleverd |
b: |
Johannes (Jan) Duyschot, Amsterdam 1691/93, oksaal en orgelkas van Jan Albertsz. Schut, beeldhouder Jasper Wagenaar leverde het beeldhouwwerk voor het lampet onder het Rugwerk en vermoedelijk ook de andere beeldengroepen van het orgel, engelfiguren afkomstig van een ouder orgel, bestaand pijpwerk van Jan Norel; in september 1692 was de orgelkas zover klaar dat men kon beginnen met schilderen, er werd besloten om de kas "in root en wit te lacken", De orgelluiken werden beschilderd door Hendrick Tiedeman, een Amsterdamse kunstschilder; M II vp: Hw 12-Rw 8-Ped 4 - de orgelluiken zijn in 1692 beschilderd door Filip Tideman ??, een leerling van Gerard de Lairesse |
r: | Joh. Duyschot, Amsterdam 1694 of 1695; M II vp: Hw 10-Rw 9-Ped 4 |
r: | Joh. Duyschot, Amsterdam 1699; Vox Humana 8 |
r: |
Christian Müller, Amsterdam 1723; uitbreiding Rugwerk en Pedaal (van 4 naar 8 registers), op het Rugwerk een verbouwing van viervoets naar achtvoets werk, Quintadeen 8, Fluit 4 en Sifflet 1 vervielen ten gunste van Prestant 8, Quint 3 en Mixtuur; M II vp: Hw 12-Rw 9-Ped 8 - onderhoud Christian Müller te Amsterdam tot 1763 - onderhoud P. Müller tot 1770 - onderhoud Joh. Strümphler vanaf 1770 |
r: | Joh. Strümphler, Amsterdam 1786; bas Tertiaan vervangen door Gedekt 4, vernieuwde de Mixtuur en Scherp |
r: |
Joh. Strümphler, Amsterdam 1799; Quintadeen 16 Hoofdwerk en Octaaf 4 Pedaal vernieuwd - onderhoud 19e eeuw Fa. Bätz te Utrecht |
r: | Joh. Bätz, Utrecht 1819 |
r: |
Christian Gottlieb Friedrich Witte (Joh. Bätz), Utrecht 1835/36, orgelluiken verwijderd en in de consistorie van de kerk opgeslagen, deze zijn in 1848 weer bevestigd, Barker-sysyeem; M III vp: - het orgel werd gesloopt en het pijpwerk omgesmolten |
o: | orgelkas naar AMSTERDAM depot Rijksmuseum 1886 (1884) |
o: | orgelkas naar MIDDELBURG Ned Hervormde Nieuwe kerk Fa. van Leeuwen, Leiderdorp 1954 |
b: | Johan Frederik Witte, (Fa. Bätz & Co.) Utrecht 1885/86; M III vp: Hw 12-Pos 12-Bov 8-Ped 9 |
r: | Fa. Flentrop, Zaandam 1943, 1952, 1969 |
r: |
Fa. Flentrop, Zaandam 1993 het orgel werd op zondag 17 oktober 1993 weer in gebruik genomen met een bespeling door Pieter van Dijk |
Dispositie
1693 (Duyschot): | |
Hoofdwerk C-c3 | |
Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Mixtuur VI-VIII 1 1/3 bas/discant, Cornet IV discant, Trompet 8 bas/discant | |
Rugwerk C-c3 | |
Quintadeen 8, Holpijp 8, Prestant 4, Fluit 4, Superoctaaf 2, Sifflett 1, Sesquialter II bas/discant, Scherp III-IV 1, Trompet 8 discant | |
Pedaal C-c1 | |
Bourdon 16, Prestant 8, Octaaf 4, Trompet 8 (tr.) | |
Koppel Hoofdwerk-Rugwerk bas/discant, koppel Pedaal-Hoofdwerk | |
1699 (Duyschot): | |
Hoofdwerk C-c3 | |
Quintadeen 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Mixtuur VI-VIII 1 1/3 bas/discant, Trompet 8 bas/discant, Vox Humana 8 | |
Rugwerk C-c3 | |
Quintadeen 8, Holpijp 8, Prestant 4, Fluit 4, Superoctaaf 2, Sifflett 1, Sesquialter II bas/discant, Scherp III-IV 1, Trompet 8 discant | |
Pedaal C-c1 | |
Bourdon 16, Prestant 8, Octaaf 4, Trompet 8 (tr.) | |
Koppel Hoofdwerk-Rugwerk bas/discant, koppel Pedaal-Hoofdwerk | |
1723 (Müller): | |
Hoofdwerk C-c3 | |
Prestant 16 discant, Quintadeen 16, Prestant 8, Holpijp 8, Baarpijp 8, Octaaf 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Woudfluit 2, Mixtuur IV-VIII, Scherp IV, Cornet IV discant, Trompet 8 bas/discant, Vox Humana 8 | |
Rugwerk C-c3 | |
Prestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Quint 3, Octaaf 2, Tertiaan, Mixtuur IV-VI, Scherp IV bas/discant, Sesquialter IV bas/discant, Trompet 8 | |
Pedaal C-c1 | |
Bourdon 16, Prestant 8, Octaaf 4, Mixtuur IV, Scherp, Bazuin 16, Fagot 16, Trompet 8 | |
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk | |
1799 (Strümphler): | |
Hoofdwerk C-c3 | |
Prestant 16 discant, Quintadeen 16, Prestant 8, Holpijp 8, Baarpijp 8, Octaaf 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Woudfluit 2, Mixtuur IV-VIII, Scherp IV, Cornet IV discant, Trompet 8 bas/discant, Vox Humana 8 | |
Rugwerk C-c3 | |
Prestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Gedekt 4, Quint 3, Octaaf 2, Tertiaan discant, Mixtuur IV-VI, Scherp IV bas/discant, Sesquialter IV bas/discant, Trompet 8 | |
Pedaal C-c1 | |
Bourdon 16, Prestant 8, Octaaf 4, Mixtuur IV, Scherp, Bazuin 16, Fagot 16, Trompet 8 | |
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk | |
1960 (volgens Bouman): | |
Manuaal I | |
Praestant 16, Praestant 8, Roerfluit 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Cornet III-V 8 (vanaf gisº), Mixtuur III-V 2, Trompet 16, Trompet 8, Trompet 4 | |
Manuaal II in zwelkast | |
Bourdon 16, Praestant 8, Roerfluit 8, Violon 8 (C-H gec.), Voix céleste 8, Octaaf 4, Openfluit 4, Nasard 2 2/3, Flageolet 2, Mixtuur II-IV 1 1/3, Fagot 16, Schalmei 8 | |
Manuaal III | |
Salicet 8, (C-cº comb. Viola), Holfluit 8, Fluit travers 8 (C-cº comb. Holfluit), Viola 8, Salicet 4, Roerfluit 4, Gemshoorn 2, Dulciaan 8 | |
Pedaal | |
Praestant 16, Subbas 16, Octaaf 8, Bourdon 8, Quint 5 1/3, Octaaf 4, Bazuin 16, Trombone 8, Trompet 4 | |
Barkerhefbomen voor Manuaal I en II, zweltrede voor II en een suboctaafkoppel op Manuaal I |
Geen
foto
beschikbaar
Bronvermelding van het hoofdorgel
Boeken | |
Bouman, mr A.: Nederland Orgelland 116, uitgave Spruyt, van Mantgem & de Does, Leiden 1964 | |
Brouwer: Sleutelstad-Orgelstad 41 46 | |
Brouwer: orgelluiken in Ned 24 64 afb. 86* 65 | |
Gierveld, dr Arend Jan: het ned. huisorgel in de 17e en 18e eeuw 121; Vereniging voor Ned. Muziekgeschiedenis 1977 | |
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)205 224 299 | |
Jongepier, Jan: langs nederlandse orgels III 15 16 56 158*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Kluiver, drs J.H.: historische orgels in Zeeland II 50 61-68 118 119-121 n 135 9a* | |
Oost, Ger/Wisgerhof, Bert: er staat een orgel 84 100 | |
Talstra, Frans: langs nederlandse orgels I 25, uitgave Bosch & Keuning te Baarn | |
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)15 145 146 272, Fryske Akademy Leeuwarden 2003 |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
75 jaar Flentrop orgelbouw 51 53 60 | |
de Mixtuur 34(1981)122 128, 38(1982)282 285, 46(1984)644 676, 58(1987)368 | |
de Orgelvriend 10(1977)3, 2(1985)1* | |
de orgelmakers Witte (1978)19 24 33 34 47 foto 63* 48 foto 64* 50 67; Stichting Orgel Grote Kerk Gorcum | |
het Orgel 12(1955)163, 4(1976)131, 6(1990)congres 20-23 juni 113* 114* 115-116 127 129 130* 10(1993)358 | |
orgels in Ned 105 |
Laatste update: 2017-10-11 18:53:42