Doopsgezinde kerk
In gebruik
(Kerk)gebouw
De Doopsgezinde schuilkerk werd gebouwd achter een patriciërswoonhuis, het Penninckshuis, in 1588, tijdens de jaren van het herstel van het Spaanse bewind in Deventer gekocht door de katholieke koopman en burgemeester Macharius Penninck, erfelijk bezit van het adellijke geslacht Swaefken tussen Brink en Spijkerboorsteeg. | |
Vermoedelijk werd in 1597 de pronkgevel gebouwd. Op de plek van de oude bebouwing werd een nieuw “stadspaleisje” gebouwd. | |
In 1890 koopt de Doopsgezinde Gemeente de Penninckshoek. De bestaande bebouwing, behalve de gevel en het voorste gedeelte aan de Brink, werden gesloopt. In 1891 werd een prijsvraag uitgeschreven voor een ontwerp van een nieuw kerkgebouw. | |
Nieuwe kerk gebouwd in 1892 naar ontwerp van architect Tjeerd Kuipers (1857-1942) te Amsterdam. Rechthoekig zaalkerkje in neorenaissancestijl, inpandig gebouwd. Dit belangrijke kerkgebouw staat vrijwel geheel ingebouwd binnen een (onregelmatig) woonblok. Van het exterieur is (tenzij kerk geopend) alleen aan de achterkant iets te zien. | |
Vanaf 1973 is er samenwerking met, en later medegebruik van de kerk door, de Remonstrantse Broederschap. |
Bronvermelding van het (kerk)gebouw
Boeken | |
Jongepier, Jan: langs nederlandse orgels III 40 | |
Kruijs, M.H. van 't: disposities der verschillende orgels (1885)140, uitgave Frits Knuf, Amsterdam 1972 | |
Os, drs J.F. van: langs nederlandse orgels II 40 51 144, uitgave Bosch & Keuning te Baarn |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
contactbrief voor kerkenverzamelaars 50(2003)33 | |
de Mixtuur 11(1973)214, 80(1995)1008 | |
de Orgelvriend 1(1977)12 | |
het Orgel 3(1968)75-76, 1(1969)27 |
Orgel locaties
Naam gebouw | Plaats | Periode |
---|---|---|
Doopsgezinde kerk | Deventer | - |
Orgelhistorie
b: | Abraham Meere, Utrecht 1817 |
o: | MIDDELIE Ned Hervormde kerk ± 1900 (1875); M II ap: Man 5-Bov 5 |
b: | H.G. Holtgräber 1876; M II ap: Man 5-Bov 3 |
b: |
M. Maarschalkerweerd, Utrecht 1894, de orgelkast was een ontwerp van architect Tjeerd Kuipers; M II vp: Hw 7-Bov 5-Ped 2 Op woensdag 24 september 1894 werd het orgel feestelijk ingewijd met orgelspel van M.H. van 't Kruijs, organist te van de Laurenskerk te Rotterdam Op 26 september 1894 is het orgel gekeurd door dhr. M.H. van 't Kruijs. Het was een publieke keuring waarbij hij verschillende stukken speelde. |
r: | Willem van Leeuwen, Leiderdorp 1947/49; ombouw: nieuwe windlade die als tweede lade voor het hoofdwerk werd geplaatst. Op deze lade kwam de Trompet van het zwelwerk te staan, evenals een nieuwe Mixtuur en de Prestant 4. Op de plaats van de Prestant 4 plaatste men een Quintadeen 8, en op het zwelwerk een Basson-Hobo 8. Verder verving Van Leeuwen de inliggende tremulant door een nieuwe pneumatische tremulant. Ook is een Octaaf 2 op het hoofdwerk geplaatst; II vp: Hw 8-Bov 7-Ped 2 |
r: |
Fa. Gebr. Reil, Heerde 2000; bij deze restauratie is de Mixtuur uit 1949 vervangen door een nieuw exemplaar met een beter bij het werk van Maarschalkerweerd passende samenstelling; M II vp: Hw 8-Bov 7-Ped 2 Adviseur Rudi van Straten |
Dispositie
1817 (Meere): | |
Manuaal | |
Prestant 8, Octaaf 4, Octaaf 2, Cornet III discant, Dulciaan 8 | |
Bovenwerk | |
Holpijp 8, Fluit travers 8, Fluit 4, Gemshoorn 2, Carllion III discant | |
Pedaal C-f' | |
aangehangen | |
Copling bas, Copling discant | |
Tremulant, Wintloosing | |
1885 (volgens van ’t Kruijs): | |
Hoofdmanuaal | |
Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Woudfluit 2, Bassethoorn 8 | |
Bovenmanuaal | |
Roerfluit 8, Viola di Gamba 8, Roerfluit 4 | |
Pedaal | |
aangehangen | |
Koppeling | |
1894 (Maarschalkerweerd): | |
Hoofdwerk | |
Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Prestant 4, Fluit Dolce 4 | |
Zwelwerk | |
Holpijp 8, Fluit Traversière 8, Gamba 8, Vox Celeste 8, Flûte Octaviante 4, Flageolet 2, Trompet 8 | |
Pedaal | |
Subbas 16, Octaaf 8 | |
Manuaalkoppel, Pedaalkoppel-Hoofdwerk, Pedaalkoppel-Bovenwerk | |
Speelhulpen: , Tremulant, Tongwerk af (trede) | |
1949 (Maarschalkerweerd/Van Leeuwen): | |
Hoofdwerk (I) | |
Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Quintadeen 8, Prestant 4, Fluit Dolce 4, Mixtuur III-IV, Trompet 8 | |
Bovenwerk (II) | |
Holpijp 8, Fluit Travers 8, Gamba 8, Vox Celeste 8, Fluit Octaaf 4, Flageolet 2, Basson 8 | |
Pedaal | |
Subbas 16, Octaaf 8 | |
2000 (Maarschalkerweerd/Reil): | |
Hoofdwerk (I) C-f3 | |
Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Quintadeen 8, Prestant 4, Fluit Dolce 4, Octaaf 2, Mixtuur III-V, Trompet 8 | |
Bovenwerk in zwelkast (II) C-f3 | |
Holpijp 8, Fluit Traversière 8, Gamba 8, Vox Celeste 8, Flûte Octaaf 4, Flageolet 2, Basson-Hobo 8 | |
Pedaal C-d1 | |
Subbas 16, Octaaf 8 | |
Manuaalkoppel, Pedaalkoppel-Hoofdwerk, Pedaalkoppel-Bovenwerk | |
Speelhulpen: Tremulant. Tongwerk af (trede) | |
Toets- en registertractuur: mechanisch. Windladen:sleepladen | |
Temperatuur: evenredig zwevend |
Bronvermelding van bovenstaand orgel
Boeken | |
Geen informatie aanwezig |
Tijdschriften en andere uitgaves | |
Geen informatie aanwezig |
Laatste update: 2018-07-04 11:34:04