Hervormde Grote of Maria Magdalenakerk
In gebruik
Foto: Flip Veldmans
Singelstraat 21
Goes

Gemeente Goes
Zeeland

(Kerk)gebouw

De parochie Goes is ontstaan in de twaalfde eeuw.
Turfstenen zaalkerk gebouwd in de tweede helft van de twaalfde eeuw op de plaats van het huidige schip van de Grote of Maria Magdalenakerk.
Deze zaalkerk werd bij de groei van Goes steeds verder naar het oosten uitgebreid. Het koor werd voltooid in 1470, uitgevoerd door de Antwerpse bouwmeester Marcus Antonius.
In 1423 zijn het schip en de toren door de vicaris van de bisschop van Utrecht gewijd.
In 1455 werd besloten de bestaande kerk te wijzigen en een koor "met drie opgaande ghevelen" te bouwen (koor met drie even diepe en bijna even brede vijfhoekig gesloten absiden.
In ± 1470 was het geheel met stergewelven overdekte koor voltooid.
In 1505 is het dwarspand voltooid.
In 1577 verlaten de katholieke geestelijkheid de stad. Eind 1578 ging de kerk over in hervormde handen.
Tegen het einde van die eeuw bouwde men een houten wand op de grens van koor en transept.
De Grote of Maria Magdalenakerk is een laatgotische kruisbasiliek met de oorsprong in de 15e en 16e eeuw. De herbouw in de huidige vorm vond plaats na een grote brand: door toedoen van een loodgieter is op 11 september 1618 het dak gaan branden. Om één uur 's middags - 3 uur later - waren de daken van de oude als nieuwe kerk in vlammen opgegaan. Ook koor, transepten en schip hadden zwaar geleden.
De magistraat besloot een nieuw schip te bouwen in gotische stijl en even hoog en breed als de koorpartij (tijdens het Twaalfjarig Bestand).
Op 9 april 1619 kon de eerste steen voor de herbouw worden gelegd.
In 1619/21 is het schip herbouwd in laat-gotische stijl onder leiding van de architecten Antonius en Jan de Molijn.
Waarschijnlijk door geldgebrek werd alleen de viering en het koor in steen overwelfd.
De Goesse hoofdkerk was in de 17e eeuw in tweeën gedeeld door een scheidingswand tussen koor en transept. De wandelkerk d.w.z. het dwarsschip en schip met zijbeuken was door een muur van de kerk gescheiden en was pakhuis (allerlei materiaal van de brandweer).
Haar huidige vorm kreeg de kerk in de 17e eeuw, toen ook de dakruiter werd aangebracht.
Wanneer de luiken gesloten zijn - in het verleden in tijden van de vasten en rouw - zijn voorstellingen te zien die betrekking hebben tot inkeer en meditatie, vaak geïnspireerd op het Bijbelboek Openbaringen. Na opening van de luiken zijn daarentegen blijde voorstellingen te zien, zoals de intocht van de ark in Jeruzalem en tien musicerende vrouwen.
In de twintiger jaren van de negentiende eeuw was slechts het koor in gebruik als kerk.
Eerste restauratie van 1898 tot 1903.
Bij de restauratie van 1922 tot 1930 verdween de scheidingswand tussen koor en transept en werden de muren ontpleisterd.
PKN-kerk.
In 1993 moest de kerk dringend gerestaureerd worden. De gehele kap was aangetast door de bonte knaagkever. In verband met vallend gesteente werd een deel van de kerk tijdelijk afgesloten.
Bij de herinrichting van het plein rond de kerk heeft men aan beide zijden funderingen gevonden (wilde men in de 16e eeuw de kerk uitbreiden ??).
Het imposante silhouet is herkenbaar aan de vieringtoren met uurwerk en carillon, op de kruising van schip en tranept.
Kerkrestauratie van 1998 tot 2001, waarbij onder andere de houten vloeren van de transepten en het koor werden vervangen door plavuizen en het liturgisch centrum werd gewijzigd. De kerk is nu multi-functioneel te gebruiken.
De Gereformeerde kerk - Oosterkerk aan de Bergweg 88 blijft behouden en wordt in 2014 ingrijpend inwendig verbouwd (zie daar). Het is de bedoeling hier het hele jaar te kerken, met uitzondering van 4 maanden in de zomer; dan wordt de Grote Kerk gebruikt. De overige 8 maanden is de Grote Kerk gesloten voor de eredienst, behalve op hoogtijdagen en bijzondere diensten.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Bouman, mr A.: Nederland Orgelland 48 afb II-3*, uitgave Spruyt, van Mantgem & de Does, Leiden 1964
Bouman, mr A.: orgels in Nederland (1943)60 foto 34*; uitgave Allert de Lange, Amsterdam 1943
Brouwer: Sleutelstad-Orgelstad 27 31
Brouwer: orgelluiken in Ned 7 11 afb. 8* 27 32 afb. 38* 33 afb. 39* 40* 35 36 37 42-43 afb. 49* afb. 50* 54 62 66
Gregoir, Edouard Georges Jacques (1822-1890): Historique de la facture et des facteurs d'orgues, Antwerpen (1865)92
Harst, Hans van der: langs nederlandse orgels IV 9 11 13 75*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Kluiver, dr J.H.: historische orgels in Zeeland I 45-75 99-109***** II 58 III 188 n 5
Kruijs, M.H. van 't: disposities der verschillende orgels (1885)53, uitgave Frits Knuf, Amsterdam 1972
Kuilenburg, Wout van: het werk van de orgelmakersfamilie van Eijsdonck / van Nistelrooij / Kuijte (1983)130 151; Het Noordbrabants Genootschap
Loon, van: zeeland magazine 1(1977)1* 5-8*
Luteijn, A.C.M.: de orgelpijp uit 65*; bosch & keuning, baarn 1976
Nijnatten, Ton van: kerken in het bisdom Breda 060a*
Oost, Ger/Wisgerhof, Bert: er staat een orgel 61
Vlagsma: de Friese orgels (1500-1750)123 124, Fryske Akademy Leeuwarden 2003
Zuurdeeg, J.P.B.: kerken op Tholen en Sint-Philipsland 4
Tijdschriften en andere uitgaves
Orgels in Zeeland
contactbrief voor kerkenverzamelaars 30(1993)38, 31(1994)42, 35(1996)34, 60(2008)33-34
de Mixtuur 15(1974)293, 51(1985)28, 53(1986)128-130, 69(1991)497
de Orgelvriend 6(1983)24*, 2(1987)21*
het Orgel 3(1963)52* 53-54, 1(1965)35, 4(1969)109, 2(1970)51 52, 3(1970)74-78*, 2(1987)60, 6(1987)232

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Grote of Maria Magdalenakerk Goes -

Orgelhistorie

b: Hendrik Niehoff ± 1555
r: Nicolaas Niehoff 1566; herziening aan het nieuwe orgel van zijn vader
- behalve bij de liturgie werd dit instrument ook bij bijzondere gelegenheden door de gilden van de stad gebruikt
- bij de beeldenstorm van 1578 werd het instrument beschadigd en pas in 1597 werd het door orgelmaker Jan Roosse hersteld
r: mr Anthony Verbeeck, Middelburg 1616, herstelling op kosten van burgemeester W. M. Drywegen; luiken aangebracht en de blaasbalgen vervangen door die van het kleine orgel
- Op 11 september 1618 verging het orgel bij een grote brand in de kerk
b: William Deakens (Diaken of Deacons), Haarlem 1641/43 tegen de afscheidingswand; M II ap: Man 13-Rugpos 9-Ped 4
het orgel werd rond 13 december 1643 in gebruik genomen
(van deze periode resten slechts de kassen en de discant van de Roerfluit van het Rugwerk)
r: Chr. Mullaert 1663
o/r: Jacob Cool, Rotterdam 1704/11; orgel verplaatst naar de middelste koorsluiting, kas vergroot waarbij de middentoren werd verhoogd en de zijvelden van het hoofdorgel op gelijke hoogte met de zijtorens werd gebracht, hierdoor waren luiken nodig die dit front moesten beschermen. Hij wijzigde de dispositie, completeerde het groot octaaf en bouwde een zelfstandig pedaal (van hem resteren nog enkele registers). Uit deze periode dateren ook de grote beelden en de luiken, beschilderd door schilder Abraham Büsschop
- disp. volgens Hess 1774; M II vp: Hw 13-Rugpos 9-Ped 6
r: Jan de Quant 1739; een grote overhuiving (Turkse kap) in Lodewijk XIV-stijl met barok-draperieën aangebracht, evenals diverse beelden
r: Jacob Francois Moreau 1739; tongwerken geheel herzien, Quintadeen op het Hoofdwerk en een Gemshoorn 2 op het Rugwerk, de sierhemel (Turkse kap) werd verfraaid
r: Fa. C.J. van Oeckelen, Breda 1829/33; hij vervangt de Vox Humana door een soortgelijk register van eigen vinding "het middenhoudende tussen het geluid van de achordion en dat der klavier hautbois."
r: Fa. C. Stulting, Utrecht 1854; herzieningen, de oude klavieren werden vervangen. De Quint 2 2/3 van het Rugpositief werd vervangen door een Viola di Gamba 8; M II vp: Hw 13-Rw 10-Ped 6
- disp. volgens van 't Kruys 1885: M II vp: Man 13-Rugpos 9-Ped 5
b: Fa. J.J. van den Bijlaart, Dordrecht 1909; pneumatisch orgel achter het oude front, het binnenwerk werd gesloopt, zestal oude registers opgenomen. De kas van het Rugwerk werd gesloopt op het front na, waarachter de pneumatische speeltafel kwam te staan, onder de hemel een Zwelwerk. Alle frontpijpen werden buiten werking gesteld; Pn II vp: Hw 12-Zw 8-Ped 7
r: Fa. A.S.J. Dekker, Goes 1930; speeltafel vernieuwd
bij de ingebruikname op 25 maart 1930 werd het orgel bespeeld door de Frans Hasselaar, organist van de Westerkerk in Amsterdam
r: Fa. A.S.J. Dekker, Goes ± 1955
b: Fa. Marcussen & Son, Aabenraa (Denemarken) 1968/70; in oude kas, het pijpwerk van een negental registers werd benut, het front en de kas van het Rugwerk werden gereconstrueerd, het derde manuaal werd een Echowerk; M III vp: Hw 11-Rw 11-Echow 8-Ped 9
adviseur Lambert Erné te Utrecht namens de Orgelcommissie der Ned Herv Kerk
restauratie kas en Turkse kap o.l.v. de Rijksdienst voor Monumentenzorg
orgel op zaterdag 28 februari 1970 in gebruik genomen met een bespeling door Lambert en zoon Hans Erné
onderhoud vanaf 1980 door H.J. Vierdag en na diens failliet door B.A.G. Orgelmakers te Enschede
r: H.J. Vierdag, Enschede 1980; Zwelwerk rond Echowerk
adviseur Kees van Eersel
Het zwelwerk op 25 juni 1980 in gebruik genomen
r: B.A.G. Orgelmakers, Enschede 1982; ze brengen achter het Echowerk een windlade voor vier registers: twee registers werden geplaatst
r: B.A.G. Orgelmakers, Enschede 1985; uitbreiding derde klavier in een zwelkast met vier registers naar Franse factuur op een aparte lade: Viola di Gamba, Viola d'Amore. Fagot en Trompet, met een aparte mechaniek die is aangehangen aan het Marcussussen-mechaniek. Met het plaatsen van de laatste twee tongwerken is het oorspronkelijke Marcussen-concept voltooid
adviseur Kees van Eersel
het orgel is in de dienst op Witte Donderdag 8 april 1985 opnieuw in gebruik genomen door Kees van Eersel, eigen organist
- de orgelluiken met schilderstukken van Abraham Busschop uit 1711 werden gerestaureerd
r: Verschueren Orgelbouw, Heythuysen 2016; het pijpwerk kreeg een grondige opknapbeurt, de windladen werden schoongemaakt en het klavier werd gereviseerd
Het orgel is op 13 mei 2016 opnieuw in gebruik genomen

Dispositie

1643 (Deakens):
Manuaal C D E F A-g2 a2
Hoofdlade
Bourdun 16, Prestant 8, Octaaf 4, Mixtuur, Scherp, Trompet 8
Bovenlade
Holpyp 8, Octaef 4, Fluit 4, Quintfluit 3, Superoctaaf 2, Sesquialtera discant, Vox Humana 8
Rugpositief C D E F A-g2 a2
Prestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8 discant, Octaef 4, Holpijpken 4, Quintprestant 3, Super Octaaf 2, Duitse Pijp 2, Mixtuer, Scharp, Sesquialter 1 1/3 discant, Toezeijn 8, Tremulant
Pedaal
Bordun 16 (tr.), Prestant 8 (tr.), Octaaf 4 (tr.), Trompet 8 (tr.)
 
1711 (Deakens/Cool):
Manuaal C-c3
Praestant 8 discant dubbel, Holpijp 8, Octaaf 4 discant dubbel, Holfluit 4, Nasard 3 discant, Octaaf 2 discant dubbel, Cornet VI, Mixtuur VII, Scherp III-VII, Trompet 8, Vox Humana 8, Tremulant
Rugpositief C-c3
Holpijp 8, Praestant 4 vanaf cº dubbel, Holfluit 4, Octaaf 2 discant dubbel, Quint 1 1/2 discant dubbel, Octaaf 1 discant dubbel, Mixtuur V, Sesquialtera III, Blokregaal 8, Tremulant
Pedaal C-d1
Quintadeen 16, Praestant 8, Holpijp 8, Tolkaan 4, Quintfluit 3, Trompet 8
Klavierkoppel
Nachtegaal, Lier
 
1774 (volgens Hess):
Manuaal C-c3
Quintadeena 16, Praestant 8, Quintadeena 8, Holpijp 8, Octaav 4, Holfluit 4, Quintfluit 3, Nazat 3, Octaaf 2, Mixtuur, Cornet, Trompet 8, Voxhumana 8
Rugpositief C-c3
Holpijp 8, Prestant 4, Holfluit 4, Octaaf 2, Gemshoorn 2, Quint 1 1/2, Mixtuur V, Sexquialtra, Cromhoorn 8, Tremulant
Pedaal C-
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Quintfluit 3, Trompet 8, Tolkaan 4
5 Blaasbalgen, Nagtegaal, Lier
 
1854 (Deakens/Stulting):
Hoofdwerk C-c3
Quintadeen 16, Prestant 8, Holpijp 8, Quintadeen 8, Octaaf 4, Holfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur VII, Scherp VI, Cornet VI discant, Trompet 8, Vox Humana 8, Tremulant
Rugwerk C-c3
Holpijp 8, Viola di Gamba 8, Prestant 4, Holfluit 4, Octaaf 2, Woudfluit 2, Octaaf 1, Mixtuur IV-V, Sesquialter II, Dulciaan 8, Tremulant
Pedaal C-d1
Quintadeen 16, Prestant 8, Holpijp 8, Tolkaan 4, Quint 2 2/3, Trompet 8
Koppel Hoofdwerk-Rugwerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk
Nachtegaal, Lier
 
1885 (volgens van ’t Kruijs):
Manuaal
Bourdon 16 discant, Prestant 8, Holpijp 8, Quintadena 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur III-VI, Cornet V, Sexquialter II, Trompet 8, Vox Humana 8
Rugpositief
Holpijp 8, Viola di Gamba 8, Prestant 4, Fluit 4, Octaaf 2, Woudfluit 2, Mixtuur III-V, Sesquialter III, Dulciaan 8, Tremulant
Pedaal
Bourdon 16, Prestant 8, Octaaf 4, Octaaf 2, Trompet 8
2 Koppelingen
Ventiel
 
1909 (Van den Bijlaart):
Manuaal I C-c3
Prestant 16, Bourdon 16, Prestant 8, Flute Harmonique 8, Bourdon 8, Octaaf 4, Open Fluit 4, Octaaf 2, Mixtuur, Cornet, Trompet 8, Clairon 4
Manuaal II (in zwelkast) C-c3
Bourdon 16, Vioolprestant 8, Gamba 8, Celeste 8, Holpijp 8, Echofluit 4, Aeoline 4, Octaaffluit 4, Hobo 8
Pedaal C-d1
Contrabas 16, Subbas 16, Octaafbas 8, Cello 8, Octaaf 4, Bazuin 16, Tuba 8
Koppel Manuaal I-Manuaal II, Koppel Pedaal-Manuaal I, Koppel Pedaal-Manuaal II
Tremulant
 
1970 (Marcusse)
Hoofdwerk C-f3
Bourdon 16, Prestant 8 (discant dubbel), Gedekt 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Mixtuur V-VI, Scherp IV, Cornet V discant, Trompet 8
Rugwerk C-f3
Roerfluit 8, Quintadeen 8, Prestant 4 (discant dubbel), Roerfluit 4, Octaaf 2, Woudfluit 2, Nasard 1 1/3, Scherp IV-VI, Sesquialter II, Dulciaan 16, Regaal 8, Tremulant
Echowerk C-f3
Baarpijp 8, Prestant 4, Open Fluit 4, Vlakfluit 2, Mixtuur IV, Tertiaan II, Trompet 8, Vox Humana 8, Tremulant
Pedaal C-f1
Prestant 16, Octaaf 8, Gedekt 8, Tolkaan 4, Nachthoorn 2, Mixtuur VI, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4
Koppel Hoofdwerk-Rugwerk, Koppel Hoofdwerk-Echowerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk, Koppel Pedaal-Rugwerk, Koppel Pedaal-Echowerk
Winddruk 90 mm/mk.
 
1985 (Marcusse/B.A.G.):
Hoofdwerk C-f3
Bourdon 16, Prestant 8 (discant dubbel), Gedekt 8, Octaaf 4, Spitsfluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Mixtuur V-VI, Scherp IV, Cornet V discant, Trompet 8
Rugwerk C-f3
Roerfluit 8, Quintadeen 8, Prestant 4 (discant dubbel), Roerfluit 4, Octaaf 2, Woudfluit 2, Nasard 1 1/3, Scherp IV-VI, Sesquialter II vanaf fº, Dulciaan 16, Regaal 8, Tremulant
Echowerk (in zwelkast) C-f3
Baarpijp 8, Prestant 4, Open Fluit 4, Vlakfluit 2, Mixtuur IV, Tertiaan II, Trompet 8, Vox Humana 8, Tremulant
Vier stenmmen op een eigen lade:
Viola di Gamba 8, Viola d'Amore 8 vanaf cº (zwevend gestemd), Fagot 16, Trompet 4
Pedaal C-f1
Prestant 16, Octaaf 8, Gedekt 8, Tolkaan 4, Nachthoorn 2, Mixtuur VI, Bazuin 16, Trompet 8, Trompet 4
Koppel Hoofdwerk-Rugwerk, Koppel Hoofdwerk-Echowerk, Koppel Pedaal-Hoofdwerk, Koppel Pedaal-Rugwerk, Koppel Pedaal-Echowerk
Foto: Hans Vreeman

Bronvermelding van bovenstaand orgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig

Koororgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Grote of Maria Magdalenakerk Goes -

Orgelhistorie

- Het allereerste bericht over een orgel in de Maria Magdalenakerk te Goes dateert uit 1469. In dat jaar werd meester Zybrant aangesteld tot organist door de Magistraat
o/r: orgel verplaatst naar de schoenmakerskapel door mr Coenraet van Antwerpen 1529; nieuw klavier, welbord verbeterd, enig nieuw pijpwerk, nieuwe blaabalgen en het orgel een toon lager gestemd
- het orgel is in 1616 gesloopt. De blaasbalgen werden gebruikt voor het grote orgel

Dispositie

-

Geen
foto
beschikbaar

Bronvermelding van het koororgel

Boeken
-
Tijdschriften en andere uitgaves
-

Kistorgel

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Grote of Maria Magdalenakerk Goes 1978 -

Orgelhistorie

b: Fa. D.A. Flentrop, Zaandam 1978; kistorgel M I: Man 4
Adviseur Kees van Eersel

Dispositie

1978 (Flentrop):
Manuaal C-f3
Gedekt 8, Fluit 4, Quint 3 discant, Octaaf 2
Stemming: evenredig zwevend. Toonhoogte: a1 = 440 Hz.
Foto: Orgels in Zeeland

Bronvermelding van het kistorgel

Boeken
-
Tijdschriften en andere uitgaves
-
Laatste update: 2018-10-22 18:51:54