Hervormde Grote of Catharinakerk
In gebruik
Foto: Anton van Daal
Holkerstraat 1
Nijkerk

Gemeente Nijkerk
Gelderland

(Kerk)gebouw

Kerk gebouwd in de 13e/14e eeuw met een vlakopgaanse toren tot ongeveer de hoogte van het kerkdak.
Koor gebouwd in 1461.
Stadsbrand in 1540.
Het orgel is opgesteld tegen de westwand van de kerk, waartegen ook de toren is gebouwd. Tussen torenportaal en kerk is een boogvormige opening, welke thans door het orgel wordt afgesloten.
De klok op de middentoren van de grote kas werd geleverd door klokkenmaker Fischer te Hasselt en was oorspronkelijk met het torenuurwerk verbonden. In 1988 is een elektrisch uurwerk achter de wijzerplaat aangebracht.
Toren verhoogd in 1774 en van de karakteristieke houten bekroning voorzien.
Het bakstenen schip is uit de 16e eeuw.
Doophek uit 1789.
In 1967 werd het interieur van de kerk gerestaureerd. De kerk kreeg een stenen vloer en een nieuw bankenplan. De akoestiek verbeterde aanmerkelijk. Het oude, in Louis XVI-stijl uitgevoerde doophek kreeg een opstelling onder het orgel. Tevens werd een nieuwe verwarming aangelegd. Daardoor ging de technische toestand van het orgel na 1967 snel achteruit.
Na een 4 1/2 maand durende restauratie was in mei 1999 de kerk weer als nieuw.
De Grote kerk van Nijkerk ging in 2018 weer in de steigers. Het gebouw werd gerestaureerd in samenwerking met de Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen (SBKG). Houtwerk en leibedekking werden onderhanden genomen evenals de verbetering van de toegankelijkheid van de gewelven. Voor rondleidingen werden looppaden aangelegd. De 1e fase duurde tot midden december 2018.

Bronvermelding van het (kerk)gebouw

Boeken
Bouman, mr A.: Nederland Orgelland 77, uitgave Spruyt, van Mantgem & de Does, Leiden 1964
Bouman, mr A.: Orgels in Nederland (1943)61 foto 36* 71; uitgave Allert de Lange, Amsterdam 1943
Harst, Hans van der: langs nederlandse orgels IV 27, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Kruijs, M.H. van 't: 85
Kuilenburg, Wout van: het werk van de orgelmakersfamilie Van Eijsdonck/Van Nistelrooy/Kuijte: (1983)6
Oost, Ger/Wisgerhof, Bert: er staat een orgel 38
Os, drs J.F. van: langs nederlandse orgels II langs nederlandse orgels II 11 21 22 48 82* 83*, uitgave Bosch & Keuning te Baarn
Tijdschriften en andere uitgaves
contactbrief voor kerkenverzamelaars 42(1999)33, 125(2018)7
de Mixtuur 16(1975)323, 36-37(1981)210 211* 212* 231 257 259 262, 56(1987)248, 71(1992)603
de Orgelvriend 4(1977)27*
het Orgel 3(1952)front-pagina*, 4(1960)77-79 84*, 11(1969)312, 10(1976)326, 5(1989)238-247 (10 foto’s)*
kerkepadgids (1979)43

Orgel locaties

Naam gebouw Plaats Periode
Hervormde Grote of Catharinakerk Nijkerk -

Orgelhistorie

b: van Hagerbeer 1616
b: Matthijs van Deventer 1754/56; het meubel is gemaakt door schijnwerker Andries van Bolder te Arnhem, de kassen zijn op uitbundige wijze van ornamentiek voorzien.; M II: Hw 12-Rw 10
het contract met Van Bolder werd getekend op 18 februari 1755, het contract met Van Deventer is verdwenen
het orgel was in 1756 gereed
r: Andries Paradijs, Amsterdam 1778
- onderhoud (Ahlert) Gerhard Axen te Amsterdam begin 19e eeuw
r: Abraham Meere, Utrecht 1812; uitgebreide herstelwerkzaamheden en de dispositie werd aangepast. Voor het Rugwerk werd een nieuw windkanaal gemaakt met Afsluiting, Tremulant en Ventiel; M II: Hw 12-Rugpos 10
- onderhoud Abraham Meere te Utrecht na 1812
- de orgelkas werd in 1833 geverft door J. van der Ham
- onderhoud Hofmeyer na 1833
- onderhoud Knipscheer vanaf 1839
r: C.F.A. Naber, Deventer 1844; M II: Hw 12-Rugpos 10
- onderhoud C.F.A. Naber, Deventer vanaf 1844 tot 1854
r: C.F.A. Naber, Deventer 1843; schoonmaak
- in 1846 werd het uiterlijk van het orgel veranderd, de blank eiken kas werd geschilderd
C.F.A. Naber, Deventer 1852; reparaties
r: Bätz (C.G.F. Witte), Naber of Johannes van Nieuwkerk te Amsterdam omstreeks 1855; veranderingen in de dispositie
- onderhoud C. Stulting te Utrecht van 1859 tot 1874
- hierna weer Bätz & Witte
- in 1863 werd het meubel opnieuw geschilderd, nu in witte kleur met veel verguldwerk. Ook de labia van de frontpijpen werden opnieuw verguld
r: Fa. J.F. Witte, Utrecht 1884 en 1885; uitvoerige herstellingen. De dispositie bleef onveranderd; M II: Hw 11-Rw 9
- onderhoud Fa. J. de Koff te Utrecht na de dood van Witte in 1902
r: Fa. J. de Koff & Zn., Utrecht 1910; Woudfluit 2 Hw vervangen door Violon 8, Fluit Travers 8 (Rw) vervangen door Prestant 8 vanaf cº. Vrij pedaal aangebracht met Subbas 16. Klavieren, pedaalklavier en koppelingen werden vernieuwd. Twee pedaalkoppels toegevoegd; M II vp: Hw 12-Rw 10-Ped 1
- in 1937 werden door D. Bokhorst de orgelkassen van alle verflagen ontdaan. Na het schoonmaken in de was gezet
r: Fa. B. Koch, Apeldoorn 1937; enkele herstellingen en elektrische windmachine
- onderhoud Fa. B. Koch te Apeldoorn na 1937
- In 1952 kwam een rapport van de Orgelcommissie van de Hervormde kerk (Lambert Erné)
r: Fa. B. Koch, Apeldoorn na 1952; hij demonteerde het hele orgel. Lade Hw hersteld. Op het Hw werden de registers Sexquialter en Tertiaan hersteld, nieuwe Mixtuur VI, op het Rugwerk werden een Carillon, Woudfluit 2, Quint 1 ½ en de bas van de Sexquialter geplaatst
- over de kwaliteit van het werk was men al spoedig ontevreden
r: snel na 1954; op het Rugwerk werd een Woudfluit 2 samengesteld van C-c2 uit oude pijpen van de Gemshoorn 4 i.p.v. de slecht klinkende Woudfluit van Koch
- onderhoud door Van Vulpen te Utrecht. Van 1956 tot 1960 werd de intonatie van het labiaal-pijpwerk deels hersteld, deels herzien. De Mixtuur van het Rugwerk werd vervangen door een Scherp
- in 1973 was een offerte ingediend. Adviseurs waren toen Willem Hülsmann en Hans Erné
r: Gebr. Van Vulpen, Utrecht; niet alleen technisch herstel, maar ook eerherstel, in werkelijk alle opzichten. Het werk is in fasen uitgevoerd, de eerste fase in 1975 en 1976, de laatste in 1988; M II vp: Hw 12-Rw 10-Ped 1
adviseur Lambert Erné
in de restauratiefase 1975/76 waren de adviseurs Hans Erné en Rijksadvieur O.B. Wiersma
- in 1975/76 werden de windladen gerestaureerd, met uitzondering van de frontpijpen werd het oude pijpwerk hersteld
- in 1983 werd alleen het uitgesleten pedaalklavier gerestaureerd
- de Mixtuur van het Rugpositief keerde in 1985 terug. De oude pijpen werden gesorteerd, verlengd en hersteld
- in 1986 werden de vier oude spaanbalgen hersteld
- in de laatste fase 1987-1988 werd de dispositie en de klaviatuur hersteld. Alle pijpen van 1954 werden uit het orgel verwijderd en voor de ontbrekende pijpen nieuw pijpwerk gemaakt
- Bij de laatste fase was de Rijksadviseur O.B. Wiersma nauw betrokken
Op 31 mei 1988 vond een presentatieconcert plaats, waarbij het orgel bespeeld werd door Henk Bouwman, Nico van den Hooven en Jan Jongepier

Dispositie

1754 (Van Deventer):
Hoofdmanuaal
Rugwerk
Vier balgen
Toonhoogte ongeveer ¾ toon lager dan onze normale hoogte
 
1844 (Van Deventer/Naber):
Hoofdwerk (II)
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Sesquialtera II, Mixtuur VI, Cornet IV, Tertian II, Trompet 8
Rugpositief (I)
Holpijp 8, Fluit travers 8 discant, Prestant 4, Fluit 4, Gemshoorn 4, Octaaf 2, Woudfluit 2, Mixtuur III, Carillon III, Sexquialter II, Dulciaan 8
 
1885 (volgens H.M. van 't Kruys):
Hoofdwerk (II)
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Woudfluit 2, Mixtuur, Sesquialtera, Trompet 8
Rugwerk (I)
Holpijp 8, Viola di Gamba 8, Fluit travers 8 discant, Prestant 4, Fluit 4, Gemshoorn 4, Octaaf 2, Mixtuur, Sexquialter, Dulciaan 8
 
1910 (Van Deventer/De Koff):
Hoofdwerk (II)
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Violon 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur III, Sexquialter II, Cornet IV, Trompet 8
Rugwerk (I)
Prestant 8, Holpijp 8, Viola di gamba 8, Prestant 4, Gemshoorn 4, Fluyt 4, Octaaf 2, Sesquialtera discant, Mixtuur, Dulciaan 8
Pedaal
Subbas 16
 
1943 (volgens dr A. Bouman):
Hoofdwerk (II)
Bourdon 16, Praestant 8, Holpijp 8, Violon 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Cornet IV 4, Mixtuur III-IV 2, Sesquialtera II 2 2/3 discant, Trompet 8
Rugwerk (I)
Praestant 8, Holpijp 8, Viola di gamba 8, Praestant 4, Fluit 4, Gemshoorn 4, Octaaf 2, Sesquialtera II 2 2/3 discant, Mixtuur III-IV 1, Dulciaan 8
Pedaal
Subbas 16
 
± 1960 (volgens dr A. Bouman):
Hoofdwerk (II)
Bourdon 16, Praestant 8, Holpijp 8, Violon 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Cornet IV, Mixtuur III-IV 2, Sesquialtera II 2 2/3 discant, Trompet 8
Rugwerk (I)
Praestant 8, Holpijp 8, Viola di gamba 8, Praestant 4, Fluit 4, Gemshoorn 4, Octaaf 2, Sesquialtera II 2 2/3 discant, Mixtuur III-IV 1, Dulciaan 8
Pedaal
Subbas 16
 
1976 (Van Deventer/Van Vulpen):
Hoofdmanuaal (II) C-c3
Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Cornet IV c’ 4-2 2/3-2-1 3/5 discant, Sexquialter II C 1 1/3, Tertiaan II 1, Mixtuur VI 1 1/3, Trompet 8 bas/discant
Rugwerk (I) C-c3
Holpijp 8, Prestant 4, Fluit 4, Octaaf 2, Woudfluit 2, Quint 1 ½, Cornet III discant, Sexquialter II 1 1/3, Mixtuur III 1, Dulciaan 8 bas/discant
Pedaal
Subbas 16
Klavierkoppel bas en discant. Pedaal-Manuaal, Pedaal-Rugwerk
Afsluiting Rugwerk, Tremulant, Ventiel. Nieuwe klavieren.
Achter het orgel, deels in de doorgangsnis, staat de balgenkas met vier oude spaanbalgen, alle vier boven elkaar. Twee balgen zijn thans op de windmachine aangesloten. De winddruk is 78 mm.
In een vrij grote eiken kast op het kanaal bevinden zich de inrichtingen voor Ventel, Afsluiting Rugwerk en Tremulant. De afsluiting Manuaal is reeds lange tijd verdwenen.
Toonhoogte: ½ toon lager, bes1 = 438 tr/sec. bij 18º C.
Foto: Wikipedia

Bronvermelding van bovenstaand orgel

Boeken
Geen informatie aanwezig
Tijdschriften en andere uitgaves
Geen informatie aanwezig
Laatste update: 2018-09-17 16:13:01